In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 juni 2023, wordt het beroep van eiser beoordeeld tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) wegens het niet tijdig beslissen op zijn bezwaar. Eiser had op 22 maart 2022 bezwaar gemaakt tegen een besluit van 11 februari 2022 over de toekenning van zijn WIA-uitkering. De rechtbank stelt vast dat het UWV de beslistermijn heeft overschreden, ondanks een verlenging van zes weken en een verdere uitstel met instemming van eiser tot 30 september 2022. Eiser heeft het UWV op 31 januari 2023 in gebreke gesteld, maar het UWV heeft nog steeds geen besluit genomen. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is en dat het UWV binnen twee weken na deze uitspraak alsnog een besluit moet nemen. Tevens wordt het UWV veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser krijgt ook een vergoeding van € 418,50 voor proceskosten en het UWV moet het griffierecht van € 50,- aan eiser vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen.