Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.[gedaagde in conventie01] ,
2.
[vader01],
3.
[moeder01],
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak heeft Trofetta BV, een financieringsmaatschappij, een vordering ingesteld tegen [gedaagde in conventie01] en haar ouders voor de terugbetaling van geleende bedragen. Trofetta heeft twee geldleningsovereenkomsten gesloten met [gedaagde in conventie01], waarbij zij in totaal € 30.000 heeft geleend. De bedragen zijn echter gestort op een rekening die niet op naam van [gedaagde in conventie01] staat, maar op die van haar ouders. Trofetta vordert terugbetaling van het geleende bedrag, omdat zij stelt dat de overeenkomsten zijn vernietigd op grond van dwaling. De rechtbank heeft geoordeeld dat Trofetta geen kredietgever is in de zin van de wet, waardoor zij bevoegd is om de zaak te behandelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders van [gedaagde in conventie01] niet gehouden zijn tot terugbetaling, omdat de betaling niet onverschuldigd is verricht. De vordering tot vernietiging van de overeenkomsten op grond van dwaling is afgewezen, omdat Trofetta niet heeft aangetoond dat zij onder invloed van dwaling heeft gehandeld. De rechtbank heeft de vordering tot betaling van het resterende bedrag van € 28.748,97 toegewezen, vermeerderd met contractuele rente, en de vorderingen in reconventie afgewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.