ECLI:NL:RBZWB:2023:4382
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Toewijzing vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf na overtreding van bijzondere voorwaarden
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 juni 2023 uitspraak gedaan in een vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf. De vordering was ingediend door de officier van justitie tegen een betrokkene die in 2000 is geboren en onder toezicht stond van de reclassering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene zich niet heeft gehouden aan de bijzondere voorwaarden die aan zijn voorwaardelijke straf waren verbonden. Deze voorwaarden omvatten onder andere een meldplicht bij de reclassering en het geven van inzage in zijn financiën. De reclassering heeft geconstateerd dat de betrokkene herhaaldelijk deze voorwaarden heeft overtreden, waaronder het gebruik van verdovende middelen en het niet nakomen van afspraken met de reclassering.
De rechtbank heeft in haar beoordeling de argumenten van zowel de officier van justitie als de verdediging afgewogen. De officier van justitie heeft gevorderd de voorwaardelijk opgelegde plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders ten uitvoer te leggen, terwijl de verdediging heeft verzocht om aanhouding van de zaak om recente informatie op te vragen over de huidige stand van zaken van de betrokkene. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen zicht is op gedragsverandering bij de betrokkene en dat de overtredingen van de bijzondere voorwaarden ernstig zijn.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten de vordering van de officier van justitie toe te wijzen en de voorwaardelijk opgelegde plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaar ten uitvoer te leggen. Deze beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken.