Uitspraak
1.De procedure
- de akte van [eiser in conventie01] , met producties 48 en 49,
- de akte van [gedaagde in conventie01] .
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, staat de vraag centraal wie de contractspartij is bij de koop en installatie van zonnepanelen, een warmtepompboiler, een warmtepomp en een laadpaal. De eiser, [eiser in conventie01], heeft een contante aanbetaling gedaan voor de producten en stelt dat de gedaagde, [gedaagde in conventie01], niet alleen verantwoordelijk was voor de levering, maar ook voor de installatie. De gedaagde betwist dit en stelt dat de overeenkomst enkel de levering betrof en dat de installatie niet was overeengekomen. De kantonrechter oordeelt dat er voldoende aanwijzingen zijn dat de installatie wel degelijk onderdeel uitmaakte van de overeenkomst, mede gezien de communicatie tussen partijen en de omstandigheden waaronder de overeenkomst tot stand kwam.
Daarnaast is er een geschil ontstaan over waterschade die is ontstaan na de installatie van de zonnepanelen. De eiser heeft de schade door derden laten herstellen en vordert de kosten hiervan van de gedaagde. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde verantwoordelijk is voor de schade, omdat hij in verzuim verkeerde door niet adequaat te reageren op de klachten van de eiser. De vordering van de eiser wordt gedeeltelijk toegewezen, met een totaalbedrag van € 11.848,25, te vermeerderen met wettelijke rente. In reconventie wordt de vordering van de gedaagde tot opheffing van het conservatoire beslag afgewezen, omdat er geen wettelijke gronden voor opheffing zijn aangetoond. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.