ECLI:NL:RBZWB:2023:4393

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 juni 2023
Publicatiedatum
26 juni 2023
Zaaknummer
10092736 CV EXPL 22-2714 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. Borm
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid bij de koop en installatie van zonnepanelen en andere producten; geschil over contractspartijen en schadevergoeding

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, staat de vraag centraal wie de contractspartij is bij de koop en installatie van zonnepanelen, een warmtepompboiler, een warmtepomp en een laadpaal. De eiser, [eiser in conventie01], heeft een contante aanbetaling gedaan voor de producten en stelt dat de gedaagde, [gedaagde in conventie01], niet alleen verantwoordelijk was voor de levering, maar ook voor de installatie. De gedaagde betwist dit en stelt dat de overeenkomst enkel de levering betrof en dat de installatie niet was overeengekomen. De kantonrechter oordeelt dat er voldoende aanwijzingen zijn dat de installatie wel degelijk onderdeel uitmaakte van de overeenkomst, mede gezien de communicatie tussen partijen en de omstandigheden waaronder de overeenkomst tot stand kwam.

Daarnaast is er een geschil ontstaan over waterschade die is ontstaan na de installatie van de zonnepanelen. De eiser heeft de schade door derden laten herstellen en vordert de kosten hiervan van de gedaagde. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde verantwoordelijk is voor de schade, omdat hij in verzuim verkeerde door niet adequaat te reageren op de klachten van de eiser. De vordering van de eiser wordt gedeeltelijk toegewezen, met een totaalbedrag van € 11.848,25, te vermeerderen met wettelijke rente. In reconventie wordt de vordering van de gedaagde tot opheffing van het conservatoire beslag afgewezen, omdat er geen wettelijke gronden voor opheffing zijn aangetoond. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer: 10092736 \ CV EXPL 22-2714
Vonnis van 21 juni 2023
in de zaak van
[eiser in conventie01],
wonende te [woonplaats01] ,
eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiser in conventie01] ,
gemachtigde: voorheen mr. M.J.E.M. Edelmann, thans mr. J.A. van Essen,
tegen
[gedaagde in conventie01] , H.O.D.N. [bedrijf gedaagde01],
wonende te [woonplaats02] ,
gedaagde partij, eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde in conventie01] ,
gemachtigde: mr. R.E. Teusink.

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 7 december 2022 met de daarin genoemde stukken,
- de brief van mr. Teusink van 30 maart 2023, met producties 13 en 14,
- de brief van mr. Teusink van 6 april 2023, met producties 15 en 16,
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens houdende vermeerdering van eis in conventie, met producties 17 tot en met 47,
- de mondelinge behandeling van 17 april 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de akte van [eiser in conventie01] , met producties 48 en 49,
- de akte van [gedaagde in conventie01] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde in conventie01] is op 11 mei 2021 bij de woning van [eiser in conventie01] in [plaats01] geweest om de mogelijkheden te bespreken voor het leveren van zonnepanelen, een warmtepompboiler, een warmtepomp en een laadpaal (hierna gezamenlijk te noemen: de producten) ten behoeve van de woning. [eiser in conventie01] heeft die dag een contante aanbetaling aan [gedaagde in conventie01] betaald van € 1.500,00.
2.2.
Per e-mail van 11 mei 2022 heeft [eiser in conventie01] de eerder van een derde partij ontvangen offerte aan [gedaagde in conventie01] doorgezonden, onder de mededeling dat die offerte ver boven zijn budget was.
2.3.
Per e-mail van 12 mei 2022 heeft [eiser in conventie01] het volgende aan [gedaagde in conventie01] bericht:
“Hoi [gedaagde in conventie01] ,
Hierbij de opbouw van de eerste 3 facturen:
[naam01] laadpaal en installatiekosten ervan factureren aan [eiser in conventie01] BV, [straatnaam01] , [postcode01 2] [plaats02] , BTW nr [nummer01] (2k ongeveer)
Kabels, meterkast, automaten, installatiekosten zonnepanelen deels factureren onder vermelding van diverse kabels geleverd [naam02] factureren Signifique Supply , [straatnaam01] , [postcode01 2] [plaats02] , BTW nr [nummer01] (2-3K ongeveer)
Warmtepomp, boiler etc factureren aan [eiser in conventie01] , [straatnaam02] , [postcode01 1] [plaats01] (8,5k ongeveer)
Deze 3 facturen worden vandaag betaald.
Offerte zou je mij sturen toch?
Maak dan svp ook een totaaloverzicht voor me:
16500 was het totaal
1500 reeds aanbetaald
……diverse kabels geleverd
Etc etc”
2.4.
Op/omstreeks 16 mei 2022 heeft [gedaagde in conventie01] de zonnepanelen bij de woning van [eiser in conventie01] afgeleverd. Voor de installatie van de zonnepanelen heeft [eiser in conventie01] bij derden diverse materialen en gereedschap gekocht.
2.5.
In de nacht van 23 op 24 juni 2022 heeft het flink geregend, waarbij een lekkage in de slaapkamer van de woning van [eiser in conventie01] is ontstaan. Dakbeheer [naam03] heeft de aangelegde zonnepanelen verwijderd, enkele dakpannen vervangen en de zonnepanelen weer gemonteerd.
2.6.
Per e-mail van 18 juli 2022 heeft [eiser in conventie01] het volgende aan [gedaagde in conventie01] bericht:
“[…]
U heeft zich vandaag wederom bewezen door niet aanwezig te zijn bij de installatie warmtepomp monobloc, zonnepanelen en warmteboiler.
Ditmaal was huisarts, slecht nieuws en ontbreken van materialen uw beweegreden.
Zoals telefonisch besproken geef ik u nu een laatste kans om naar mijn huis te komen en zoals afgesproken en de gemaakte beloftes en werkzaamheden netjes na te komen en af te maken.
Als u hier zo meteen niet bent dan ga ik alle rechtsmiddelen inzetten en zullen we het spijtig genoeg op die wijze moeten oplossen
Tot straks hopelijk
[…]”
2.7.
Per brief van 29 juli 2022 heeft de voormalig gemachtigde van [eiser in conventie01] gesommeerd om tot betaling van € 11.726,26 over te gaan.

3.Het geschil

In conventie
3.1.
[eiser in conventie01] vordert – samengevat en na vermeerdering van eis – dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde in conventie01] wordt veroordeeld tot betaling van € 25.000, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding, en met veroordeling van [gedaagde in conventie01] in de proceskosten, te vermeerderen met nakosten en wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van het vonnis.
3.2.
[eiser in conventie01] legt het volgende aan zijn vordering ten grondslag. [gedaagde in conventie01] zou niet alleen de producten leveren, maar ook installeren. [eiser in conventie01] wenste namelijk een totaaloplossing en [gedaagde in conventie01] kon dit op korte termijn realiseren. Na het leveren en installeren van de producten is gebleken dat deze diverse gebreken vertoonde. [eiser in conventie01] heeft de gebreken door derden laten herstellen. [eiser in conventie01] vordert de gemaakte kosten voor het herstel van [gedaagde in conventie01] , welke kosten zijn beperkt tot € 25.000,00.
3.3.
[gedaagde in conventie01] voert verweer. [gedaagde in conventie01] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser in conventie01] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser in conventie01] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser in conventie01] in de kosten en nakosten van deze procedure.
[gedaagde in conventie01] voert hiertoe het volgende aan. De zonnepanelen zijn niet door [eiser in conventie01] , maar door [eiser in conventie01] B.V. besteld. [eiser in conventie01] is de middellijk bestuurder van die B.V. Daarbij is geen installatie van de zonnepanelen overeengekomen. De warmtepomp en -boiler zijn wel door [eiser in conventie01] besteld, eveneens zonder installatie. De laadpaal is besteld door [eiser in conventie01] B.V. Hiervoor is wel de installatie overeengekomen. De door [eiser in conventie01] gestelde schade wordt door [gedaagde in conventie01] betwist, omdat deze voortvloeit uit de installatie van de zonnepanelen, warmtepomp- en boiler.
In reconventie
3.4.
[eiser in reconventie01] vordert – samengevat – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, een verklaring voor recht dat het door [verweerder in reconventie] gelegde conservatoire beslag onrechtmatig is gelegd en een opheffing van voornoemd beslag, al dan niet door [verweerder in reconventie] op straffe van een dwangsom, met veroordeling van [verweerder in reconventie] in de proceskosten en de nakosten.
[eiser in reconventie01] legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat de vorderingen van [verweerder in reconventie] dienen te worden afgewezen en het conservatoire beslag daarom onterecht is gelegd.
3.5.
[verweerder in reconventie] concludeert tot afwijzing van de vordering van [eiser in reconventie01] , met veroordeling van [eiser in reconventie01] in de proceskosten. [verweerder in reconventie] voert hiertoe aan dat zijn vorderingen in conventie gegrond zijn. Het enkele feit dat zijn vorderingen zouden worden afgewezen, rechtvaardigt dat niet de toewijzing van de vordering tot opheffing van het beslag, nu [eiser in reconventie01] geen alternatieve zekerheid heeft gesteld.
In conventie en in reconventie
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

In conventie
4.1.
Aan de orde zijn meerdere geschilpunten. Partijen verschillen onder meer van mening of [eiser in conventie01] in persoon of als vertegenwoordiger van zijn B.V. een overeenkomst heeft gesloten met [gedaagde in conventie01] , of is overeengekomen dat [gedaagde in conventie01] de producten ook zou installeren, of [gedaagde in conventie01] de door [eiser in conventie01] geleden schade dient te vergoeden en of [gedaagde in conventie01] in verzuim verkeerde. Hierna zullen deze geschilpunten worden beoordeeld.
Wie is contractspartij?
4.2.
Het antwoord op de vraag wie partij is bij een overeenkomst is afhankelijk van wat partijen jegens elkaar hebben verklaard en over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden. Tot de omstandigheden die in dit verband in aanmerking moeten worden genomen, behoort tevens de voor de wederpartij kenbare hoedanigheid en de context waarin partijen optraden. Ook gedragingen, verklaringen en andere omstandigheden, die hebben plaatsgevonden nadat de overeenkomst is gesloten, kunnen van belang zijn. [1]
[eiser in conventie01] en [gedaagde in conventie01] hebben elkaar onder privéomstandigheden ontmoet en gesproken over onder meer zonnepanelen en een laadpaal. [gedaagde in conventie01] is vervolgens bij [eiser in conventie01] thuis geweest om de mogelijkheden te bespreken. De diverse producten zouden op/rondom de woning van [eiser in conventie01] worden gerealiseerd. [eiser in conventie01] heeft hierover vanuit zijn zakelijke
e-mailadres gecorrespondeerd met [gedaagde in conventie01] . Op 12 mei 2022 heeft [eiser in conventie01] gevraagd om de facturen deels zakelijk en deels in persoon op te stellen. Ter zitting heeft [eiser in conventie01] verklaard dat hij zijn auto, waarvoor ook een laadpaal bij de woning is gerealiseerd, zakelijk rijdt en dat enkel uit financieel oogpunt is gekozen voor een deels zakelijke facturatie.
Alle gezichtspunten afwegend, is de kantonrechter dat [eiser in conventie01] in persoon een overeenkomst heeft gesloten met [gedaagde in conventie01] . Er zijn onvoldoende aanknopingspunten om aan te nemen dat [eiser in conventie01] als vertegenwoordiger van zijn B.V. met [gedaagde in conventie01] heeft gecontracteerd. Dat houdt in dat [eiser in conventie01] ontvankelijk is in zijn vorderingen.
Wat is overeengekomen?
4.3.
In geschil is of partijen enkel de koop van de producten zijn overeengekomen of dat [gedaagde in conventie01] de producten ook zou installeren.
De kantonrechter stelt bij de beoordeling voorop dat het volgens vaste rechtspraak bij de uitleg van de bepalingen van overeenkomsten aankomt op wat partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten, waarbij mede van belang kan zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht. [2] Verder kan ook het gedrag van partijen bij de uitvoering van de overeenkomst aanwijzingen bieden omtrent de wijze waarop zij hun afspraak hebben opgevat c.q. omtrent hetgeen zij met hun afspraak hebben beoogd. [3]
De kantonrechter stelt vast dat de eerder door [eiser in conventie01] van een derde ontvangen offerte een vaste prijs betrof, inclusief alle materialen en werkzaamheden. [eiser in conventie01] heeft deze offerte, onder de mededeling dat die offerte ver boven zijn budget uitkwam, aan [gedaagde in conventie01] doorgezonden op 11 mei 2021. Daaruit had [gedaagde in conventie01] kunnen afleiden dat [eiser in conventie01] een totaaloplossing/-prijs voor ogen had. Uit de e-mail van 12 mei 2021 volgt ook dat [eiser in conventie01] ervan uitging dat de afgesproken prijzen inclusief de installatie van de producten betrof, nu hij dit expliciet heeft benoemd. Verder weegt de kantonrechter mee dat [gedaagde in conventie01] vervolgens veelvuldig bij de woning van [eiser in conventie01] is geweest in verband met de zonnepanelen, warmtepomp, boiler en laadpaal, wat niet logisch is als [gedaagde in conventie01] enkel de levering van deze producten zou verzorgen.
In het licht van het voornoemde is de kantonrechter van oordeel dat partijen zijn overeengekomen dat [gedaagde in conventie01] niet alleen de producten zou leveren, maar ook zou installeren. Dat hiervoor (deels) onderaannemers zijn ingeschakeld doet daar niet aan af.
Installatiekosten
4.4.
Uit de verklaring van de heer [naam04] volgt dat [gedaagde in conventie01] ondersteuning wenste bij de installatie en dat [eiser in conventie01] de facturen zou betalen, zodat hij die later met [gedaagde in conventie01] kon verrekenen. Nu hiervoor reeds is geoordeeld dat partijen ook de installatie zijn overeengekomen in de totaalprijs, dient [gedaagde in conventie01] de kosten voor de installatie van de warmtepomp en -boiler die [eiser in conventie01] heeft voorgeschoten aan hem terug te betalen.
Ter zitting heeft [gedaagde in conventie01] niet weersproken dat meerdere mensen hebben geassisteerd bij de installatie van de zonnepanelen. De kosten die [eiser in conventie01] hiervoor heeft voorgeschoten, dient [gedaagde in conventie01] eveneens aan [eiser in conventie01] terug te betalen als onderdeel van de installatiekosten. Datzelfde geldt voor de bedragen die [eiser in conventie01] heeft betaald voor de materialen.
Het voornoemde houdt in dat de volgende bedragen toewijsbaar zijn:
- facturen [naam04] Installatie Techniek
3.158,95
- factuur [naam05]
47,92
- factuur [naam06]
816,00
- factuur [naam07]
501,01
- factuur [naam08]
78,00
- factuur [naam09]
1.660,73
- factuur [naam10] v.o.f.
925,65
+
Totaal
7.188,26
Van de factuur van [naam11] Elektrotechniek heeft [eiser in conventie01] niet onderbouwd waar deze betrekking op heeft, zodat deze niet toewijsbaar is als onderdeel van de installatiekosten.
Waterschade
4.5.
Uit hetgeen hiervoor is overwogen, volgt dat [gedaagde in conventie01] verantwoordelijk was voor de installatie van onder andere de zonnepanelen. Als hoofdaannemer is hij ook verantwoordelijk voor de werkzaamheden die de onderaannemers hebben verricht. [eiser in conventie01] heeft onweersproken gesteld dat als gevolg van flinke regenval waterschade is ontstaan doordat enkele dakpannen na de installatie van de zonnepanelen niet goed waren teruggelegd. Uit hetgeen partijen over en weer naar voren hebben gebracht, volgt in ieder geval dat [gedaagde in conventie01] heeft geweigerd om langs te komen om de waterschade te beperken dan wel te verhelpen. Van [eiser in conventie01] kon onder die omstandigheden niet worden gevergd af te wachten of [gedaagde in conventie01] het gebrek zou komen verhelpen. [4] Het stond [eiser in conventie01] daarom vrij om derden in te schakelen. De waterschade komt dan ook voor rekening van [gedaagde in conventie01] . De volgende bedragen zijn daarom toewijsbaar:
- factuur Dakbeheer [naam03]
1.361,25
- factuur [naam12]
161,99
- factuur [naam05]
49,11
- factuur Schildersbedrijf [naam13]
2.203,00
+
Totaal
3.775,35
Kosten ter herstel van gebreken
4.6.
[eiser in conventie01] heeft verder nog kosten gevorderd ter herstel van gebreken aan de zonnepanelen, warmtepomp en warmteboiler. Voor een dergelijke vordering is vereist dat [gedaagde in conventie01] in verzuim verkeert. [eiser in conventie01] had aan [gedaagde in conventie01] de gelegenheid moeten geven de gebreken binnen een redelijke termijn weg te nemen. [5] De e-mail van 18 juli 2021 volstaat niet als ingebrekestelling, nu [eiser in conventie01] daarin geen redelijke termijn aan [gedaagde in conventie01] heeft gegeven. De brief van 29 juli 2021 kan evenmin als ingebrekestelling worden aangemerkt, nu daarin ook geen gelegenheid is gegeven om tot herstel over te gaan.
Niet is gebleken van andere stukken waarin [eiser in conventie01] aan [gedaagde in conventie01] een redelijke termijn biedt om tot herstel van de gebreken over te gaan. De kantonrechter is daarom van oordeel dat de kosten die samenhangen met het herstel van de gestelde gebreken voor rekening van [eiser in conventie01] moeten blijven.
Wettelijke rente
4.7.
[gedaagde in conventie01] heeft geen afzonderlijk verweer gevoerd tegen de gevorderde wettelijke rente. Aangezien aan de wettelijke vereisten is voldaan, wordt deze rente toegewezen. [6]
Buitengerechtelijke incassokosten
4.8.
[eiser in conventie01] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Nu een deel van de gevorderde hoofdsom wordt afgewezen is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar om het toepasselijke wettelijke tarief te bepalen aan de hand van de gevorderde hoofdsom. De kantonrechter zal de buitengerechtelijke kosten dan ook toewijzen tot het wettelijke tarief dat hoort bij het aan hoofdsom toegewezen bedrag van € 10.963,61, wat neerkomt op een bedrag van € 884,64.
Totaal te betalen bedrag
4.9.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
10.963,61
- buitengerechtelijke incassokosten
884,64
+
Totaal
11.848,25
In reconventie
4.10.
[gedaagde in conventie01] heeft gevorderd dat het conservatoir beslag dat [eiser in conventie01] heeft laten leggen wordt opgeheven, althans dat [eiser in conventie01] het beslag op straffe van een dwangsom dient op te laten heffen. Van een van de wettelijke opheffingsgronden is niet gebleken. [7] De kantonrechter wijst de vordering van [gedaagde in conventie01] daarom af.
In conventie en in reconventie
Proceskosten
4.11.
Omdat partijen over en weer in het (on)gelijk zijn gesteld, zullen de proceskosten worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten dient te dragen. [8]

5.De beslissing

De kantonrechter
In conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie01] om aan [eiser in conventie01] te betalen een bedrag van € 11.848,25, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 10.963,61, met ingang van 1 september 2022, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.3.
wijst het meer of anders gevorderde af,
In reconventie
5.4.
wijst de vorderingen van [eiser in reconventie01] af,
In conventie en in reconventie
5.5.
bepaalt dat ieder van partijen de eigen proceskosten dient te dragen.
Dit vonnis is gewezen door mr. Borm, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 21 juni 2023.

Voetnoten

1.HR 29 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1615, r.o. 3.2.
2.HR 3 maart 1981, NJ 1981, 63.
3.Vgl. HR 20 mei 1988, NJ 1988, 781, HR 20 mei 1994, NJ 1994, 574 en HR 12 januari 2001, NJ 2001, 157.
4.Artikel 7:759 lid 1 BW.
5.Artikel 7:759 lid 1 BW.
6.Artikel 6:119 BW.
7.Artikel 705 lid 2 Rv.
8.Artikel 237 lid 1 Rv.