ECLI:NL:RBZWB:2023:4416
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure inzake WMO aanvraag voor PTSS-hulphond
Op 26 juni 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een verzoekster en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. Verzoekster had op 8 maart 2023 beroep ingesteld omdat het college volgens haar niet tijdig had beslist op haar bezwaar van 17 januari 2022 tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een maatwerkvoorziening inzake een PTSS-hulphond, gedaan op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. Het college heeft op 4 mei 2023 alsnog op het bezwaar beslist, waarna verzoekster haar beroep heeft ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft het college in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling. Het college heeft aangegeven zich te refereren aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft vervolgens op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechtbank overweegt dat, aangezien het college tegemoet is gekomen aan het beroep van verzoekster door alsnog op het bezwaar te beslissen, het verzoek om proceskostenveroordeling gegrond is.
De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 418,50, rekening houdend met de wegingsfactor voor lichte geschillen. Daarnaast heeft de rechtbank het college verplicht om het door verzoekster betaalde griffierecht van € 50,- te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.