ECLI:NL:RBZWB:2023:4452
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een beroep tegen een last onder dwangsom opgelegd aan een stichting in het kader van omgevingsrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 juni 2023, wordt het beroep van eiseres tegen een last onder dwangsom die door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout aan de Stichting is opgelegd, beoordeeld. Eiseres, gevestigd op hetzelfde bedrijventerrein als de Stichting, heeft handhavingsverzoeken ingediend omdat zij meent dat de Stichting activiteiten uitvoert die in strijd zijn met het bestemmingsplan. De rechtbank heeft het beroep op 18 november 2022 behandeld, waarbij het college heeft gereageerd met een verweerschrift. Na de zitting is het onderzoek heropend om het college de gelegenheid te geven de hoogte van de dwangsom nader te onderbouwen. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, en legt uit dat de last onder dwangsom ten onrechte in de vorm van een nieuw primair besluit is opgelegd, in plaats van bij de beslissing op bezwaar. De rechtbank oordeelt dat het college bevoegd is om handhavend op te treden en dat de last voldoende duidelijk is. De hoogte van de dwangsom van € 5.000,- wordt als toereikend beoordeeld, gezien de omstandigheden en het feit dat er geen overtredingen meer zijn geconstateerd sinds de oplegging van de last. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen reden voor een proceskostenveroordeling.