ECLI:NL:RBZWB:2023:4479
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke zaak betreffende studiefinanciering
In deze zaak heeft verzoekster, een inwoner van [plaatsnaam], op 9 januari 2023 digitaal beroep ingesteld tegen de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Dit beroep volgde op een bezwaar dat verzoekster had ingediend op 28 mei 2022 tegen een besluit van 26 mei 2022, waarin haar aanvraag voor studiefinanciering over de maanden december 2021 tot en met december 2022 gedeeltelijk was afgewezen. De minister heeft op 11 januari 2023 alsnog studiefinanciering toegekend, maar verzoekster heeft het beroep voortgezet omdat er geen toekenning was gedaan voor de reisvoorziening. Na een aanvullend beroepschrift heeft de minister op 27 maart 2023 ook de reisvoorziening toegekend, waarna verzoekster haar beroep heeft ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft de minister in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenvergoeding. De minister heeft aangegeven dat het griffierecht van € 50,- en de proceskosten van € 837,- aan verzoekster zullen worden vergoed. De rechtbank vroeg verzoekster of deze toezegging aanleiding gaf om het verzoek om proceskostenvergoeding in te trekken. Verzoekster heeft echter aangegeven dat de vergoeding enkel betrekking heeft op het inhoudelijke beroep en verzoekt de rechtbank om uitspraak te doen over de kosten die verband houden met het beroep tegen het niet tijdig beslissen.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenvergoeding. De rechtbank overweegt dat de minister weliswaar tegemoet is gekomen aan het beroep van verzoekster, maar dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling, aangezien de minister al tot volledige vergoeding van de proceskosten is overgegaan. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat de minister ook het betaalde griffierecht heeft vergoed.