ECLI:NL:RBZWB:2023:4486
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Verzet
- mr. Rouwen
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen ontbinding huurovereenkomst en ontruiming gehuurde, bekrachtiging verstekvonnis
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 juni 2023 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tegen een eerder verstekvonnis. De eiseres, Stichting WonenBreburg, had in een eerdere procedure ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde gevorderd vanwege een huurachterstand van € 4.017,61. De kantonrechter had op 14 september 2022 de vorderingen van WonenBreburg toegewezen, met uitzondering van de gevorderde wettelijke huurverhoging. De gedaagde, die in verzet ging, erkende de huurachterstand maar voerde aan dat ontbinding van de huurovereenkomst niet gerechtvaardigd was vanwege persoonlijke omstandigheden, waaronder psychische problemen en financiële moeilijkheden. Hij verzocht de kantonrechter om een termijn te verlenen om de achterstand in te lopen.
De kantonrechter oordeelde dat het verzet tijdig was ingesteld, maar dat de gedaagde niet was verschenen tijdens de mondelinge behandeling. De rechter stelde vast dat de huurachterstand in beginsel ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De persoonlijke omstandigheden van de gedaagde werden niet als voldoende uitzonderlijk beschouwd om de ontbinding te voorkomen. De kantonrechter wees het verzoek om een termijn af en verklaarde het verzet ongegrond, waarbij het eerdere verstekvonnis werd bekrachtigd. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten van de verzetprocedure.