ECLI:NL:RBZWB:2023:4501

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 juni 2023
Publicatiedatum
28 juni 2023
Zaaknummer
C/02/398822 / FA RK 22-2748
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Slot
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verhoging voorschot DNA-onderzoek in familiezaken met bijzondere curator

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 juni 2023, is een tussenbeschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verhoging van het voorschot voor DNA-onderzoek. De zaak betreft een geschil tussen de moeder en de man over de minderjarige [minderjarige01], geboren op [geboortedag01] 2021. De rechtbank had eerder op 23 januari 2023 een DNA-onderzoek gelast om te bepalen of de man de biologische vader is van [minderjarige01]. De kosten van dit onderzoek waren aanvankelijk begroot op € 685, maar de moeder heeft verzocht om de afname van het DNA-materiaal bij haar huisarts, wat extra kosten met zich meebrengt. De rechtbank heeft besloten het voorschot te verhogen met € 150, zodat het DNA-materiaal bij de huisarts kan worden afgenomen. De rechtbank benadrukt het belang van het DNA-onderzoek en heeft de zaak aangehouden tot het deskundigenrapport beschikbaar is. De kosten van het onderzoek worden voorlopig gedragen door 's-Rijks kas, maar kunnen later op een van de partijen worden verhaald. De rechtbank heeft ook bepaald dat de griffier een afschrift van de beschikking aan de deskundige zal toezenden en dat de zaak op 5 september 2023 pro forma wordt aangehouden in afwachting van het deskundigenrapport.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Zaaknummer: C/02/398822 / FA RK 22-2748
datum uitspraak: 15 juni 2023
beschikking over kosten DNA-onderzoek
in de zaak van
[de moeder01],
hierna: de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. A.J. de Graaf in Papendrecht,
tegen
[de man01] ,
hierna: de man,
wonende in [woonplaats01] ,
over de minderjarige:
-
[minderjarige01], geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedag01] 2021, hierna: [minderjarige01] .
Als belanghebbende in deze zaak wordt gezien:
mr. D.R.M. de Vos, advocaat in Goes, in haar functie als bijzondere curator over [minderjarige01] .
Op grond van artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering heeft de Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, locatie Middelburg,
hierna: de Raad, de rechtbank over het verzoek geadviseerd.

1.Het procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van 23 januari 2023;
- de e-mailberichten van het deskundigenbureau van 10 mei 2023 en 22 mei 2023.

2.De verdere beoordeling

2.1
Bij beschikking van 23 januari 2023 heeft de rechtbank een DNA-onderzoek gelast ter beantwoording van de vraag of de man de biologische vader is van de [minderjarige01] . Verilabs is benoemd tot deskundige en er is bepaald dat de kosten van het deskundigenonderzoek en -rapport, vooralsnog begroot op een totaalbedrag van € 685,=, in afwachting van een definitieve beslissing over de betaling van deze kosten, vooralsnog ten laste komen van 's-Rijks kas. In afwachting van de resultaten van het onderzoek en rapport is de zaak aangehouden.
2.2
Het deskundigenbureau van de rechtbank heeft van de vrouw vernomen dat zij niet in de gelegenheid is om naar Gouda te reizen voor de afname van het DNA-materiaal. Zij heeft verzocht om de afname van het DNA-materiaal te laten plaatsvinden bij haar huisarts. Verilabs heeft de rechtbank geïnformeerd dat zij € 150,- extra rekenen voor het opsturen van een test naar de huisarts, zodat aldaar het DNA-materiaal afgenomen kan worden en opgestuurd kan worden naar Verilabs. Deze kosten zijn exclusief de eventuele kosten die de huisarts rekent voor de DNA-afname. Verilabs kan niet garant staan voor de identificatie van de deelnemers als het materiaal extern is afgenomen.
2.3
De rechtbank vindt het belangrijk dat het DNA-onderzoek zal plaatsvinden. Nu de vrouw heeft aangegeven dat het voor haar niet mogelijk is om naar Gouda te reizen voor de DNA-afname wegens de tijd en kosten die daarmee gepaard gaan, zal de rechtbank het voorschot verhogen met € 150,--, zijnde het door Verilabs doorgegeven bedrag aan extra kosten. Dat betekent dat met Verilabs afgesproken kan worden dat er een test naar de huisarts van de vrouw gestuurd kan worden. Bij de huisarts kan vervolgens het DNA-materiaal worden afgenomen bij [minderjarige01] , waarna het materiaal verzegeld terug naar Verilabs gestuurd kan worden voor het onderzoek. Het heeft de uitdrukkelijke voorkeur van de rechtbank dat de advocaat van de vrouw aanwezig is om de identiteit vast te stellen van [minderjarige01] . De rechtbank vertrouwt er op dat het op deze manier ook voor de vrouw haalbaar moet zijn om binnen vier weken na heden een afspraak te maken bij de huisarts voor afname van het DNA-materiaal, zoals ook van de man wordt verwacht dat hij binnen vier weken een afspraak maakt bij Verilabs voor afname van het DNA-materiaal voor zover hij dit nog niet heeft gedaan.
2.4
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank bepalen dat – in afwijking van de beschikking van 23 januari 2023 – de kosten van het deskundigenonderzoek en -rapport, thans begroot op € 835,= (de oorspronkelijke begroting van € 685,= + € 150,= voor de externe afname), zullen worden voorgeschoten door ’s-Rijks kas. Dat laat echter onverlet dat deze kosten bij (eind)beschikking alsnog voor rekening van (een van) partijen zullen komen. Daarbij zal voor de verhoging van het voorschot ad. € 150,= de urgentie voor het niet kunnen afreizen naar Gouda worden meegenomen in de beoordeling voor wiens rekening deze kosten dienen te komen.
2.5
Omdat het onderzoek klaarblijkelijk nog niet heeft plaatsgevonden, zal de rechtbank de behandeling van de zaak nader aanhouden tot
5 september 2023 pro forma,in afwachting van het deskundigenrapport en de daarop volgende reacties van partijen.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1
bepaalt – in afwijking van de beschikking van 23 januari 2023 – dat de kosten van het bij die beschikking gelaste deskundigenonderzoek en -rapport, thans begroot op een totaalbedrag van € 835,=, in afwachting van een definitieve beslissing over de betaling van deze kosten, vooralsnog ten laste komen van 's-Rijks kas;
3.2
bepaalt dat de griffier een afschrift van deze beschikking aan de deskundige zal toezenden;
3.3
houdt de zaak in afwachting van het deskundigenrapport aan tot
5 september 2023 pro forma,zulks in afwachting van het deskundigenbericht en de schriftelijke reacties van partijen hierop;
3.4
houdt iedere verdere beslissing op de verzoeken aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. Slot, rechter, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 15 juni 2023 in aanwezigheid van mr. Van Ginneke, griffier.
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.