Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek, met producties;
- de conclusie van dupliek, tevens houdende een eis in reconventie.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft VGZ Zorgverzekeraar N.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde in conventie] op basis van een zorgverzekeringsovereenkomst. De vordering betreft een bedrag van € 500,- aan hoofdsom, vermeerderd met rente en kosten, als gevolg van onbetaalde premies en zorgkosten. [gedaagde in conventie] heeft erkend dat hij een achterstand heeft, maar voert aan dat de vordering verjaard is voor bedragen die vóór 19 december 2016 zijn ontstaan, omdat hij niet op de hoogte was van deze vorderingen tot de aanmaning van 19 december 2021. De kantonrechter heeft vastgesteld dat VGZ niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de verjaring is gestuit door eerdere aanmaningen. Hierdoor zijn de vorderingen die dateren van vóór 19 december 2016 verjaard. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde in conventie] € 500,- aan VGZ verschuldigd is voor zorgkosten en premies tot en met 1 december 2021, en heeft de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding toegewezen. In reconventie heeft [gedaagde in conventie] een verklaring voor recht gevorderd dat de facturen voor 19 december 2016 zijn verjaard, maar deze eis is niet-ontvankelijk verklaard omdat deze te laat is ingesteld. De proceskosten zijn toegewezen aan VGZ, en [gedaagde in conventie] is veroordeeld in de kosten van de procedure.