ECLI:NL:RBZWB:2023:453

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 januari 2023
Publicatiedatum
26 januari 2023
Zaaknummer
10009833 / CV EXPL 22-2214
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van den Boom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot indeplaatsstelling op basis van ontbinding huurovereenkomst

In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 januari 2023 uitspraak gedaan in een vordering tot indeplaatsstelling van een huurovereenkomst. De eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. H.E.Chr.M. Nieland, vorderde de machtiging om een derde, [naam 2], in haar plaats te stellen als huurder van een bedrijfsruimte die zij van de Gemeente Bergen op Zoom huurde. De eiseres had gezondheidsproblemen en verzocht de Gemeente mee te werken aan de indeplaatsstelling. De Gemeente weigerde echter om hieraan mee te werken, wat leidde tot de rechtszaak.

De kantonrechter heeft in zijn overwegingen verwezen naar een eerder verstekvonnis van 13 juli 2022, waarin de huurovereenkomst tussen de Gemeente en eiseres was ontbonden. Dit vonnis was bekrachtigd in een andere procedure die gelijktijdig met deze zaak werd behandeld. Aangezien de huurovereenkomst inmiddels was beëindigd, had eiseres geen belang meer bij haar vordering tot indeplaatsstelling. De kantonrechter heeft daarom de vordering afgewezen en eiseres veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de Gemeente zijn begroot op € 187,00.

De uitspraak benadrukt het belang van de rechtsgeldigheid van eerdere vonnissen en de gevolgen daarvan voor lopende procedures. De kantonrechter heeft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de Gemeente direct aanspraak kan maken op de kosten, ongeacht een eventuele hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 10009833 / CV EXPL 22-2214
vonnis d.d. 25 januari 2023
inzake
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
hierna verder te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: mr. H.E.Chr.M. Nieland,
tegen
de publiekrechtelijk rechtspersoon
GEMEENTE BERGEN OP ZOOM,
gevestigd te Bergen op Zoom,
gedaagde,
hierna verder te noemen: de Gemeente,
gemachtigde: AGIN Timmermans Gerechtsdeurwaarders.

1.Het verloop van het geding

1.1.
Voor het verloop van het geding verwijst de kantonrechter naar het tussenvonnis van 9 november 2022.
1.2.
Op 25 november 2022 heeft de mondelinge behandeling tezamen met de procedure met zaaknummer 10058050 / CV EXPL 22-2476 [eiseres] /Gemeente Bergen op Zoom plaatsgevonden. Mr. Nieland heeft daarbij pleitaantekeningen overgelegd en voorgedragen. Van hetgeen partijen verder naar voren hebben gebracht heeft de griffier aantekeningen gemaakt. Na het sluiten van de mondelinge behandeling is de procedure verwezen naar de rol voor het wijzen van vonnis.

2.De feiten

2.1.
Op 3 mei 2012 is tussen de Gemeente en [naam 1] een huurovereenkomst gesloten voor de bedrijfsruimte ( [bedrijfsruimte] ) gevestigd aan de [adres] te Bergen op Zoom. Op 13 september 2013 is tussen de Gemeente, [naam 1] en [eiseres] een indeplaatsstellingsovereenkomst gesloten waarbij [eiseres] de huurovereenkomst van [naam 1] per 1 oktober 2013 heeft overgenomen.

3.Het geschil en de beoordeling

3.1.
[eiseres] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair een machtiging te verlenen om [naam 2] in haar plaats te stellen als huurder en exploitant van het gehuurde,
subsidiair onder door de kantonrechter in goede justitie te bepalen voorwaarden een machtiging te verlenen om [naam 2] in haar plaats te stellen als huurder en exploitant van het gehuurde.
[eiseres] vordert tevens primair en subsidiair de veroordeling van de Gemeente in de proces- en nakosten.
3.2.
[eiseres] legt het navolgende aan haar vordering ten grondslag. [eiseres] heeft vanwege gezondheidsproblemen de Gemeente verzocht mee te werken aan een indeplaatsstelling van de huurovereenkomst, waarbij de heer [naam 2] de huurovereenkomst als huurder overneemt. Tussen partijen hebben verschillende gesprekken plaatsgevonden, maar de Gemeente was niet bereid aan het verzoek mee te werken. [eiseres] vordert om die reden op grond van artikel 7:307 BW [naam 2] in de plaats te stellen van [eiseres] . Gelet op haar gezondheidsproblemen heeft [eiseres] een zwaarwichtig belang bij de overdracht van haar onderneming aan [naam 2] . [naam 2] is in staat drie maanden huur als borg te voldoen en de onderneming in het gehuurde rendabel te exploiteren.
3.3.
De Gemeente heeft tegen de vordering verweer gevoerd.
3.4.
De kantonrechter overweegt als volgt. In de procedure met zaaknummer 10058050 / CV EXPL 22-2476 heeft tezamen met deze procedure op 25 november 2022 de mondelinge behandeling plaatsgevonden. In die procedure wordt gelijktijdig met deze procedure vonnis gewezen. De kantonrechter heeft in die zaak het op 13 juli 2022 tussen partijen gewezen verstekvonnis met zaaknummer 9990434 / CV EXPL 22-2107, waarin onder andere de ontbinding van de huurovereenkomst tussen de Gemeente en [eiseres] is uitgesproken, bekrachtigd. Dit betekent dat de huurovereenkomst tussen partijen is beëindigd. [eiseres] heeft daardoor geen belang meer bij haar vordering tot het verlenen van een machtiging om [naam 2] in haar plaats te stellen als huurder. De vordering dient om die reden afgewezen te worden.
3.5.
[eiseres] dient als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten te worden veroordeeld. De kantonrechter begroot deze kosten aan de zijde van de Gemeente tot vandaag op € 187,00 wegens salaris gemachtigde (1 punt à € 187,00).

4.De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van dit geding, aan de zijde van de Gemeente tot vandaag begroot op € 187,00;
verklaart de hiervoor uitgesproken proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van den Boom en uitgesproken op 25 januari 2023.