In deze zaak heeft de vrouw de rechtbank verzocht om vervangende toestemming te verlenen voor een vakantie van de minderjarige [minderjarige01] naar Bulgarije van [datum01] tot en met [datum02]. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. P.M.J. Wetzels, heeft het verzoek ingediend op 20 maart 2023. De man, de andere partij in deze procedure, heeft op 30 mei 2023 toestemming gegeven voor de vakantie, wat heeft geleid tot de intrekking van het verzoek door de vrouw. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek niet langer kan worden onderzocht en heeft de vrouw niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek. De geplande mondelinge behandeling op 5 juni 2023 is hierdoor niet doorgegaan. Aangezien de partijen ex-echtgenoten zijn, heeft de rechtbank besloten de proceskosten te compenseren, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking is gegeven door mr. Jansen en openbaar uitgesproken op 9 juni 2023, in aanwezigheid van griffier mr. Snatersen.