Uitspraak
1.ZLH B.V.,
2.
[gedaagde02],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- Op de als productie 3 bij conclusie van antwoord (en als productie 5 bij dagvaarding) overgelegde arbeidsovereenkomst (die op 3 februari 2021 door de gemachtigde van ZLH aan de gemachtigde van [eiser01] is gemaild) staat dat er met ingang van 1 december 2017 sprake is van een overeenkomst voor onbepaalde tijd, terwijl [eiser01] naar eigen zeggen per die datum voor bepaalde tijd in dienst was gekomen, zoals volgens [eiser01] ook volgt uit de als productie 7 bij dagvaarding overgelegde schermafbeeldingen van het werknemersloket.
- De per e-mailbericht van 3 februari 2021 toegestuurde arbeidsovereenkomst komt niet overeen met de foto’s van delen van bepalingen uit de arbeidsovereenkomst die [gedaagde02] eerder op 30 oktober 2020 ter staving van het tussen [eiser01] en ZLH geldende relatiebeding naar [eiser01] had gestuurd (productie 1 bij dagvaarding) en evenmin met de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die [gedaagde02] op 28 december 2017 ter ondertekening naar [eiser01] en de heer [naam01] (voormalig aandeelhouder van ZLH, hierna te noemen: [naam01] ) heeft gestuurd (productie 13 bij dagvaarding, tevens – met handtekening onder ‘De heer [eiser01] ’ – productie 18 bij dagvaarding als scan en productie 20 bij dagvaarding als kopie van het origineel).
- [eiser01] heeft Nationaal Forensisch Onderzoeksbureau B.V. (hierna te noemen: NFO) ingeschakeld om onderzoek te doen. NFO heeft ZLH verzocht om inzage in het originele document (van de scan van de arbeidsovereenkomst die op 3 februari 2021 door de gemachtigde van ZLH aan de gemachtigde van [eiser01] is gemaild), maar ZLH heeft niet gereageerd op dat verzoek.
- NFO heeft voormelde scan van de arbeidsovereenkomst onderzocht en in het (partij)deskundigenbericht (productie 10 bij dagvaarding) staat onder meer het volgende:
vanwege de geringe kwalitatieve aspecten(van het onderzochte document, toevoeging door de kantonrechter)
niet mogelijk is om met de hoogste mate van waarschijnlijkheid uitspraken te genereren”
zijn echter wel indicatoren waargenomen die er op duiden dat de handtekening in kwestie op de arbeidsovereenkomst is gemonteerd middels ‘digitaal knip- en plakwerk’’”
Een indicatie van mogelijke manipulatie is onder meer de ‘afgeplatte’ lus rechtsboven in de handtekeningen(…)
Deze afplatting duidt op een onnatuurlijk schrijfverloop(…)
De afplatting kan ook veroorzaakt zijn door fouten tijdens het digitaal bewerken. Een soortgelijke waarneming wordt namelijk gedaan bij de andere op het betwiste document aanwezige handtekening. Ook in die handtekening(…)
zijn afwijkingen te zien die indicatief zijn voor manipulatie. Er ontbreekt een stukje in de lus en er is een minimale afvlakking te zien. Daarnaast is gebleken dat tijdens het ‘opblazen’ van het document – hierbij wordt het document sterk uitvergroot – de handtekening significant aan kwaliteit inboet, terwijl de overige tekst op het betwiste document wel goed helder en scherp blijft.”
- Op de scan van de arbeidsovereenkomst ontbreken de metadata, die een scanprogramma automatisch toevoegt aan een document, zoals datum en tijd van scannen.
- In het proces-verbaal van het voorlopige getuigenverhoor van [naam01] dat op verzoek van [eiser01] heeft plaatsgevonden staat onder meer het volgende:
Bij de email van 28 december 2017 zat een blanco contract. Op 3 januari 2018 is er een mail gestuurd door [gedaagde02] aan mij met het verzoek om het door [eiser01] ondertekende contract namens Zuyderleven te ondertekenen. Als bijlage bij die mail was een contract gevoegd dat ondertekend was door een van de partijen. Ik heb dat contract meegenomen. In het contract is vermeld dat het wordt aangegaan voor bepaalde tijd van 1 december 2017 tot 31 mei 2017. Dat kan niet. Ik denk daarom dat er bedoeld wordt 31 mei 2018. In dit contract staat geen concurrentiebeding of relatiebeding.(…)
U vraagt mij of ik het contract dat op 3 januari 2018 naar mij was toegestuurd heb ondertekend. Dat kan ik niet terugvinden. Ik weet dat niet zeker. Ik denk het wel. Ik denk dat ik het contract geprint en getekend heb en het aan [naam02] heb gegeven.(…)
In de periode van 13 tot en met 28 december 2017 zijn er verschillende mails gestuurd over de inhoud van het contract en het salaris.(…)
In deze mails kan ik niet teruglezen dat er is gesproken over bepaalde tijd of een concurrentie- en een relatiebeding. De standaard contracten van Zuyderleven voor werknemers bevatten geen relatiebeding.(…)
Mij is niet bekend of er eerder een arbeidsovereenkomst van [eiser01] is ondertekend. U vraagt mij of ik degene zou zijn geweest die de arbeidsovereenkomst had moeten ondertekenen als er een andere arbeidsovereenkomst was geweest. Ja.(…)
U legt mij het als productie 2 bij het verzoek overgelegde stuk(productie 5 bij dagvaarding en productie 3 bij conclusie van antwoord, toevoeging door de kantonrechter)
voor en vraagt mij of dit stuk mij bekend voorkomt. Ik ken dit niet. U vraagt mij of mij iets opvalt aan dit stuk. Er is vermeld dat het contract wordt aangegaan door [bedrijf01] die formulering gebruikten wij volgens mij niet.(…)
Ook is het contract i.o. ondertekend. In mijn beleving tekende ik altijd zelf dit soort contracten.(…)
U vraagt mij wie de formele overeenkomsten maakten. Dat deden anderen voor mij.”
- In een e-mailbericht van 28 december 2017 schrijft [naam03] (medeoprichter van ZLH, hierna te noemen: [naam03] ) dat [eiser01] blijkens loket.nl per 1 december 2017 in dienst is gegaan bij Zuyderleven Hypotheken. Vervolgens vraagt [naam03] in dat e-mailbericht aan [gedaagde02] en [naam01] of [eiser01] daarvoor een arbeidsovereenkomst heeft ondertekend met de mededeling dat hij die niet heeft opgesteld. Tijdens het voorlopig getuigenverhoor heeft [naam03] (medeoprichter van ZLH, hierna te noemen: [naam03] ) verklaard dat de handtekening op de als productie 3 bij conclusie van antwoord (en als productie 5 bij dagvaarding) overgelegde arbeidsovereenkomst veel weg heeft van zijn handtekening. Verder staat in deze getuigenverklaring: “
- Uit productie 44 volgt volgens [eiser01] dat de handtekeningen op de foto’s van delen van bepalingen uit de arbeidsovereenkomst die [gedaagde02] op 30 oktober 2020 naar [eiser01] heeft gestuurd (productie 1 bij dagvaarding) exact hetzelfde zijn als de handtekeningen op de (scan van de) arbeidsovereenkomst die als productie 5 bij dagvaarding (en drie bij conclusie van antwoord) is overgelegd, terwijl dit verschillende documenten zijn.
- Op verzoek van [eiser01] heeft ZLH de als productie 5 bij dagvaarding (en drie bij conclusie van antwoord) overgelegde arbeidsovereenkomst al op 2 november 2020 naar [eiser01] gestuurd. [eiser01] heeft op dat moment niets opgemerkt over deze overeenkomst, dus ook niet over het daarin opgenomen relatiebeding en evenmin over de daarop geplaatste handtekeningen. Weliswaar stelt [eiser01] nu dat hij die arbeidsovereenkomst toen slechts vluchtig heeft bekeken, maar dat is op zijn minst opmerkelijk.
- In het proces-verbaal van het voorlopige getuigenverhoor van [naam03] staat onder meer het volgende: “
- In de freelanceovereenkomst met [eiser01] was ook een relatiebeding opgenomen. Vervolgens zijn ZLH en [eiser01] op verzoek van [eiser01] een arbeidsrelatie met elkaar aangegaan. Er is destijds gesproken over verschillende varianten. Gezien de belangen van [eiser01] is uiteindelijk gekozen voor een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, met een relatiebeding.
- In de conclusie van het (partij)deskundigenbericht staat onder meer het volgende: “
- Met welke mate van zekerheid kunt u vaststellen dat de handtekening boven de naam [eiser01] op de als productie 5 bij dagvaarding (en productie 3 bij conclusie van antwoord) overgelegde arbeidsovereenkomst vals is, in die zin dat [eiser01] die handtekening niet met een pen op het betreffende stuk heeft gezet?
- Heeft u in uw hoedanigheid van deskundige nog andere opmerkingen die relevant zijn voor de beoordeling van deze zaak?
5.De beslissing
- Met welke mate van zekerheid kunt u vaststellen dat de handtekening boven de naam [eiser01] op de als productie 5 bij dagvaarding (en productie 3 bij conclusie van antwoord) overgelegde arbeidsovereenkomst vals is, in die zin dat [eiser01] die handtekening niet met een pen op het betreffende stuk heeft gezet?
- Heeft u in uw hoedanigheid van deskundige nog andere opmerkingen die relevant zijn voor de beoordeling van deze zaak?
woensdag 21 juni 2023 om 09.00 uurvoor akte na tussenvonnis, waarbij [eiser01] en ZLH zich kunnen uitlaten over de persoon van de deskundige, de aan deze voor te leggen vragen en de omvang van het te storten voorschot;