Op 5 juli 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van betrokkene, geboren in 1983 en momenteel gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te Dordrecht. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar toegewezen. De rechtbank constateert dat de tbs op 29 april 2004 is aangevangen en dat de verpleging van overheidswege op 17 juli 2020 voorwaardelijk is beëindigd. De verpleging werd hervat op 12 mei 2022, maar de rechtbank oordeelt dat er nog steeds een hoog recidivegevaar aanwezig is, vooral gezien de ontkenning van de zedendelicten door betrokkene en het gebrek aan inzicht in zijn problematiek. De rechtbank heeft rapportages van deskundigen en de tbs-instelling in overweging genomen, waaruit blijkt dat betrokkene nog steeds lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis met antisociale en narcistische trekken. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen eist dat de tbs met twee jaar wordt verlengd, omdat er geen basis is voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. De verzoeken van de verdediging om de zaak aan te houden voor verder onderzoek zijn afgewezen, omdat de rechtbank voldoende informatie heeft om te oordelen over de verlenging van de tbs.