ECLI:NL:RBZWB:2023:4610
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van WOZ-waarden van onroerende zaken in Middelburg
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 juli 2023, worden de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Middelburg beoordeeld. De zaak betreft de vastgestelde WOZ-waarden van drie onroerende zaken per 1 januari 2019, waarvoor onroerendezaakbelastingen (OZB) zijn opgelegd. De rechtbank behandelt de beroepen in het kader van de Wet WOZ, waarbij de waarde van de onroerende zaken wordt vastgesteld aan de hand van de huurwaardekapitalisatiemethode en de vergelijkingsmethode. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar de vastgestelde waarden aannemelijk heeft gemaakt, ondanks de argumenten van belanghebbende over de gevolgen van de coronapandemie en het leegstandsrisico. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar voldoende rekening heeft gehouden met de marktgegevens en dat de waardepeildatum van 1 januari 2019 geen aanleiding geeft tot aanpassing van de vastgestelde waarden. De beroepen worden ongegrond verklaard, wat betekent dat de beschikkingen en de daarop gebaseerde aanslagen OZB gehandhaafd blijven.