h.o.d.n [bedrijf02] en [bedrijf03] opgericht. [eiser01] wilde met zijn eenmanszaak een huis-aan-huiskrant in de regio Twente uitgeven.
– [bedrijf01] heeft in de periode januari/februari 2012 onder de naam "Zo is Enschede" een huis-aan-huiskrant in de regio Twente uitgegeven.
– [gedaagde01] heeft samen met de heer [naam01] (hierna: [naam01] ) werkzaamheden ten behoeve van "Zo is Enschede" voor [eiser01] verricht.
– In februari 2012 hebben tussen [eiser01] en de heer [naam02] (hierna: [naam02] ) van [bedrijf04] gesprekken plaatsgevonden over een eventuele overname van "Zo is Enschede". Deze overname heeft niet plaatsgevonden.
– In maart 2012 (week 11 = 12 maart t/m 18 maart) heeft [bedrijf04] in de regio Twente de huis-aan-huiskrant “Enschede heeft ’t” uitgegeven.
– Bij vonnis van 20 mei 2014 heeft deze rechtbank op verzoek van [bedrijf05] BV (de drukker van "Zo is Enschede") [eiser01] in staat van faillissement verklaard.
– Op 20 februari 2017 heeft [eiser01] [naam01] , [gedaagde01] en [naam02] gedagvaard voor deze rechtbank en gevorderd, onder meer, dat de rechtbank voor recht verklaard dat [naam01] , [gedaagde01] en [naam02] jegens [eiser01] onrechtmatig hebben gehandeld door de bedrijfsactiviteiten van de eenmanszaak h.o.d.n. [bedrijf01] te ontvreemden en voor zichzelf te (doen) exploiteren en dat [naam01] , [gedaagde01] en [naam02] hoofdelijk aansprakelijk zijn voor alle door [eiser01] geleden en te lijden schade ten gevolge van die onrechtmatige daad. [naam01] heeft in deze procedure (zaak- / rolnummer: C/02/327541 / HA ZA 17-134) verweer gevoerd tegen de vorderingen van [eiser01] . [gedaagde01] en [naam02] zijn in de procedure niet verschenen en hebben geen verweer gevoerd.
– Bij vonnis van 14 maart 2018 heeft de rechtbank, voor zover relevant, de gevorderde verklaringen voor recht ten aanzien van [naam01] afgewezen en deze ten aanzien van [gedaagde01] en [naam02] toegewezen.
– In hoger beroep (zaaknummer 200.239.117/01) heeft het gerechtshof ’s-Hertogenbosch bij arrest van 26 mei 2020 het vonnis van de rechtbank van 14 maart 2018 vernietigd voor zover de vorderingen van [eiser01] op [naam01] zijn afgewezen en voor recht verklaard dat [naam01] jegens [eiser01] aansprakelijk is voor de door [eiser01] geleden schade ten gevolge van onrechtmatig handelen (het op onrechtmatige wijze afbreken van het bedrijfsdebiet van [eiser01] ). Het Hof heeft [naam01] , [gedaagde01] en [naam02] hoofdelijk veroordeeld tot vergoeding van de door [eiser01] geleden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.