ECLI:NL:RBZWB:2023:4675

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 mei 2023
Publicatiedatum
5 juli 2023
Zaaknummer
C/02/408732 / KG ZA 23-179
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M. van der Burgt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toedeling van een woning in een kort geding tussen familieleden met betrekking tot eigendomsrechten en gebruiksvergoeding

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, vordert eiser in conventie, [eiser in conventie01], dat de woning van zijn moeder, die in een verzorgingshuis verblijft, aan hem wordt toegedeeld. De woning is gezamenlijk eigendom van [eiser in conventie01], [gedaagde in conventie01] en hun moeder, die ieder een aandeel in de woning hebben geërfd. Eiser heeft de woning in gebruik genomen en heeft verbouwingswerkzaamheden uitgevoerd. Hij heeft een hypotheekofferte aangevraagd, maar komt €49.000 tekort om zijn moeder en [gedaagde in conventie01] te betalen voor hun aandelen in de woning. Eiser vordert dat de gedaagden hun medewerking verlenen aan de toedeling van de woning en aan een lening van €49.000 van zijn moeder. Gedaagde in conventie, [gedaagde in conventie01], verzet zich tegen de toedeling en stelt dat er geen overeenstemming is over de voorwaarden. In reconventie vordert [eiseres in reconventie01], ook een kind van moeder, dat [gedaagde in reconventie01] meewerkt aan de verkoop van de woning en de afgifte van sieraden en geld uit de kluis van moeder. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vorderingen van eiser in conventie niet voor toewijzing in aanmerking komen, omdat er geen duidelijke afspraken zijn gemaakt over de toedeling. Wel wordt eiser gerechtigd verklaard tot het gebruik van de woning, met uitsluiting van de gedaagden, en met de verplichting om de lasten te betalen. De vorderingen in reconventie worden afgewezen, omdat er onvoldoende spoedeisend belang is aangetoond.

Uitspraak

Vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster II Handelszaken
Middelburg
zaaknummer / rolnummer: C/02/408732 / KG ZA 23-179
Vonnis in kort geding van 26 mei 2023 (bij vervroeging)
in de zaak van:
in conventie:
[eiser in conventie01],
wonende te [woonplaats01] ,
zowel in privé als in zijn hoedanigheid van (mede-)gevolmachtigde van
[moeder01],
eiser,
advocaat mr. M.A. Breewel-Witteveen te Bergen op Zoom,
tegen

1.[gedaagde in conventie01] ,

wonende te [woonplaats01] ,
2.
[moeder01] ,
voor wie als gevolmachtigde is aangewezen
[gedaagde in conventie01], tezamen (en in geval van weigering door of ontstentenis van een van hen zelfstandig) met [eiser in conventie01]
,
wonende te [woonplaats02] ,
gedaagden,
advocaat mr. A.J.C. Nuijten te Bergen op Zoom.
en in reconventie:
[eiseres in reconventie01],
wonende te [woonplaats01] ,
advocaat mr. A.J.C. Nuijten te Bergen op Zoom,
en
[moeder01] ,
wonende te [woonplaats02] ,
rechtsgeldig vertegenwoordigd door
[eiseres in reconventie01],
eiseressen,
tegen
[gedaagde in reconventie01] ,
wonende te [woonplaats01] ,
gedaagde,
advocaat mr. M.A. Breewel-Witteveen te Bergen op Zoom.
Partijen zullen hierna [eiser in conventie01] , [gedaagde in conventie01] en moeder worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding;
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie;
  • de conclusie wijziging c.q. vermeerdering van eis;
  • de mondelinge behandeling, waar [eiser in conventie01] en [gedaagde in conventie01] zijn verschenen, bijgestaan door de advocaten voornoemd.
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser in conventie01] en [gedaagde in conventie01] zijn de kinderen van moeder. Moeder is in februari 2021 opgenomen in het [verzorgingshuis01] in [woonplaats02] . Voordien woonde moeder in de woning te [postcode01] [woonplaats01] , aan [adres01] , kadastraal bekend [gemeente01] , [kadastrale gegevens01] , ter grootte van 1 are en vijfentachtig centiare (hierna: de woning).
2.2.
Bij notariële akte van 13 november 2019 heeft moeder aan [eiser in conventie01] en [gedaagde in conventie01] tezamen en ingeval van weigering door of ontstentenis van een van hen om als zodanig op te treden de overblijvende van hen, in welk geval de laatst bedoelde gevolmachtigde zelfstandig bevoegd is, volmacht gegeven om de volmachtgever in alle opzichten te vertegenwoordigen en om daarbij alle rechten en belangen, zonder enige uitzondering, waar te nemen en uit te oefenen.
2.3.
[eiser in conventie01] en [gedaagde in conventie01] hebben overleg gevoerd over overname door [eiser in conventie01] van de woning tegen de geldende marktwaarde. [eiser in conventie01] is met ingang van augustus 2022 in de woning gaan wonen, nadat hij daaraan vanaf augustus 2021 verbouwingswerkzaamheden had verricht.
2.4.
De woning is in mei 2021 door Taxatie op Maat B.V. te Bergen op Zoom getaxeerd op een bedrag van € 195.000,00. [eiser in conventie01] heeft in mei 2022 een hypotheekofferte aangevraagd die tot 27 mei 2023 geldig is.
2.5.
De notaris heeft geconstateerd dat niet alleen moeder, voor 2/3 deel, maar ook [eiser in conventie01] en [gedaagde in conventie01] , ieder voor 1/6 deel eigenaar zijn van de woning. Moeder, [eiser in conventie01] en [gedaagde in conventie01] hebben ieder 1/3 deel van de helft van de woning geërfd uit de nalatenschap van [erflater01] , waarmee moeder in gemeenschap van goederen was gehuwd, zijnde de vader van [eiser in conventie01] en [gedaagde in conventie01] , overleden op [datum01] 2006.
2.6.
De notaris heeft een concept-akte van verdeling opgemaakt waarbij de woning zou worden toebedeeld aan [eiser in conventie01] tegen betaling door [eiser in conventie01] , wegens overbedeling, van € 130.000,00 aan moeder en van € 32.500,00 aan [gedaagde in conventie01] . Die akte is niet verleden.
2.7.
[eiser in conventie01] komt, gelet op de maximale door hem te verkrijgen hypothecaire geldlening van € 113.500,00 een bedrag van € 49.000,00 tekort om moeder en [gedaagde in conventie01] de wegens overbedeling verschuldigde bedragen te betalen. [eiser in conventie01] wil dit bedrag van € 49.000,00 van moeder lenen. [gedaagde in conventie01] werkt daar niet aan mee.

3.Het geschil

3.1.
[eiser in conventie01] vordert in conventie - enigszins samengevat - na wijziging van eis:
primair:
I. [gedaagde in conventie01] en moeder te gebieden om binnen 1 week na betekening van het vonnis hun medewerking te verlenen de woning aan eiser toe te delen tegen de taxatiewaarde van € 195.000,00, door levering van het aandeel van [gedaagde in conventie01] en moeder in voornoemde woning aan eiser ten overstaan van [notaris01] ,
II. bij toewijzing van het onder I gevorderde [gedaagde in conventie01] en moeder te gebieden om binnen 1 week na betekening van dit vonnis hun medewerking te verlenen aan de notariële akte van geldlening tussen [eiser in conventie01] als schuldenaar en moeder als schuldeiser, voor een bedrag van € 49.000,00 ten overstaan van [notaris01] ,
III. voor het onder I en II gevorderde te bepalen dat deze uitspraak in de plaats treedt van de notariële akte/documenten, waaronder de benodigde wilsverklaring van [gedaagde in conventie01] en moeder, althans dat eiser met dit vonnis alles kan doen om tot toedeling van de woning aan hem te komen, waaronder de levering van de woning en het verkrijgen van de notariële akte van geldlening,
IV. op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag per persoon, voor iedere dag dat de betreffende gedaagde in gebreke blijft aan I of II te voldoen met een maximum van € 50.000,00 per persoon;
subsidiair:
V. het [eiser in conventie01] toe te staan dat hij gerechtigd is tot het gebruik van de woning, alsmede inboedel, met uitsluiting van [gedaagde in conventie01] en moeder, onder de verplichting dat [eiser in conventie01] gedurende het gebruik tot de dag van toedeling van de woning aan een der partijen dan wel verkoop en levering aan een derde, althans de dag dat [eiser in conventie01] de woning heeft verlaten, aan moeder zal voldoen de hypotheek en gebruikerslasten van de woning, waaronder de kosten van gas, water en licht, alsook de gemeenteheffingen (gebruikerslasten) en de verzekering van de woning. De eigenaarslasten, alsmede de opstalverzekering zal door partijen naar rato van ieders aandeel in de woning gedragen dienen te worden, waarbij [eiser in conventie01] en [gedaagde in conventie01] veroordeeld zullen worden hun aandeel aan moeder te voldoen zolang de woning niet is toebedeeld dan wel geleverd.
primair en subsidiair:
VI. met veroordeling van [gedaagde in conventie01] en moeder in de kosten van het geding.
3.2.
[eiser in conventie01] legt aan zijn vordering – samengevat – het volgende ten grondslag.
Partijen hebben met elkaar afgesproken dat hij de woning toebedeeld krijgt tegen de getaxeerde waarde van € 195.000,00 overeenkomstig de concept-akte van verdeling. Daarbij hebben partijen voorts afgesproken dat [eiser in conventie01] een bedrag van € 49.000,00 van moeder zou lenen. Inmiddels maakt [gedaagde in conventie01] bezwaar tegen de taxatiewaarde en stelt ze nadere opschortende voorwaarden aan de toebedeling van de woning aan [eiser in conventie01] .
3.3.
[gedaagde in conventie01] voert als volgt verweer. Er is geen sprake van overeenstemming over toedeling van de woning aan [eiser in conventie01] . Verder heeft [gedaagde in conventie01] nooit toestemming gegeven voor een schenking dan wel lening aan [eiser in conventie01] . De vordering inzake de geldlening levert misbruik op van de door moeder verstrekte volmacht, nu daarmee het belang van moeder niet is gediend.
3.4.
[eiseres in reconventie01] vordert, mede in haar hoedanigheid van gevolmachtigde van moeder, in reconventie, enigszins samengevat, om [gedaagde in reconventie01] te veroordelen tot:
medewerking aan levering van de woning aan [eiseres in reconventie01] , waarbij [gedaagde in reconventie01] 1/6 van de nog nader te bepalen taxatiewaarde betaald krijgt,
medewerking aan de levering van het aandeel van moeder aan [eiseres in reconventie01] , waarbij moeder 4/6 van de nader te bepalen taxatiewaarde betaald krijgt,
het in overleg met [eiseres in reconventie01] aanwijzen van een NVM makelaar die de woning zal verkopen,
het verschaffen van toegang tot de woning aan de makelaar bij gebreke waarvan [gedaagde in reconventie01] de woning zal dienen te verlaten en [eiseres in reconventie01] het gebruik van de woning zal verkrijgen, op straffe dwangsom,
geïnteresseerde partijen in het bijzijn van de makelaar toegang te verschaffen,
het verlenen van medewerking aan een goed verloop van de verkoop, op straffe van een dwangsom,
het ondertekenen van de koopovereenkomst,
et meewerken aan de levering,
het als gevolmachtigde van moeder meewerken aan de levering,
en voorts te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt, kort gezegd, van hetgeen [gedaagde in reconventie01] moet doen in het kader van de verkoop van de woning,
en daarnaast te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt, kort gezegd, van de verklaring van moeder in het kader van de verkoop van de woning,
en voorts [gedaagde in reconventie01] te veroordelen tot:
ontruiming van de woning,
afgifte van sieraden van [eiseres in reconventie01] en de gesloten enveloppe met contant geld, welke zich in de kluis van de moeder bevinden,
afgifte van de kluis, die zich in de woning bevindt, aan moeder,
betaling van € 3.314,71 aan moeder ter zake van door moeder betaalde hypotheekrente, zakelijke belastingen en energiekosten tot 1 mei 2023 en de vanaf die datum te betalen bedragen,
betaling van € 6.102,00 aan moeder uit hoofde van gebruik en bewoning, vermeerderd met een bedrag van € 620,40 per maand vanaf 1 juni 2023 tot aan [gedaagde in reconventie01] vertrek,
betaling van € 1.525,50 aan [eiseres in reconventie01] voor gebruik van de woning, vermeerderd met een bedrag van € 155,10 per maand vanaf 1 juni 2023 tot aan [gedaagde in reconventie01] vertrek,
kosten rechtens.
3.5.
[eiseres in reconventie01] , mede als gevolmachtigde van haar moeder, legt aan haar vordering
-samengevat- het volgende ten grondslag.
[eiseres in reconventie01] acht het van belang dat het voormalig ouderlijk huis in de familie blijft. Om die reden wenst zij de woning in eigendom te verkrijgen, nu duidelijk is dat [gedaagde in reconventie01] de woning niet kan betalen. Verder bevindt zich in de woning een kluis van moeder met daarin sieraden en geld van moeder. In die kluis bevinden zich ook sieraden die van [eiseres in reconventie01] zijn, alsmede een gesloten enveloppe met contant geld, eveneens van [eiseres in reconventie01] . Van haar eigen sieraden en de genoemde enveloppe vordert [eiseres in reconventie01] thans afgifte aan -naar de rechtbank begrijpt- haarzelf. Voorts maakt [gedaagde in reconventie01] sinds 1 augustus 2021 gebruik van de woning, terwijl moeder tot en met september 2022 de kosten van gas, water en licht en tot en met april 2023 de zakelijke lasten en hypotheek heeft betaald, in totaal een bedrag van € 3.314,71. Die kosten dienen aan moeder terugbetaald te worden. Tot slot is het redelijk en billijk dat [gedaagde in reconventie01] voor het gebruik van de woning vanaf 1 augustus 2022 een vergoeding betaalt aan [eiseres in reconventie01] en moeder van € 750,00 per maand naar rato van hun aandeel, te indexeren naar € 775,50 per
1 januari 2023.
3.6.
[gedaagde in reconventie01] voert gemotiveerd verweer.
3.7.
Op hetgeen overigens door partijen naar voren is gebracht, wordt hierna – voor zover relevant – nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
In dit kort geding dient, mede op basis van hetgeen partijen naar voren hebben gebracht, te worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten omstandigheden een ordemaatregel vereisen dan wel of de vorderingen van partijen in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd.
4.2.
Voor wat betreft de vorderingen in conventie wordt als volgt overwogen.
4.2.1.
Gezien het feit dat de hypotheekofferte aan [eiser in conventie01] op 27 mei 2023 haar geldigheid verliest en onweersproken is dat [eiser in conventie01] bij een nieuwe offerte met een aanzienlijk hogere rente geconfronteerd zal worden, heeft hij een voldoende spoedeisend belang bij de vordering. [eiser in conventie01] is dan ook ontvankelijk in zijn vordering.
4.2.2.
De primaire vordering onder I om [gedaagde in conventie01] en moeder te gebieden de woning aan eiser toe te delen tegen de taxatiewaarde van € 195.000,00, door levering van hun aandeel in voornoemde woning aan eiser, komt niet voor toewijzing in aanmerking. Nog daargelaten dat niet duidelijk is of, en zo ja wat tussen partijen is afgesproken, vast staat dat hetgeen thans wordt gevorderd in ieder geval niet tussen partijen is overeengekomen. Toewijzing van deze vordering zou immers betekenen dat [gedaagde in conventie01] en moeder hun aandeel in de woning aan [eiser in conventie01] leveren zonder dat daar voor [eiser in conventie01] enige verplichting tot betaling wegens overbedeling/onderbedeling tegenover staat, terwijl de woning wel aan [eiser in conventie01] wordt toebedeeld. Er is door [eiser in conventie01] geen bepaling van de wijze van verdeling als bedoeld in artikel 3:185 BW verzocht dan wel medewerking aan de verdeling van het gemeenschapsgoed, zodat de voorzieningenrechter daar ook niet op kan beslissen. Nu het onder I gevorderde niet voor toewijzing in aanmerking komt, is evenmin plaats voor toewijzing van het voorwaardelijk, namelijk onder de voorwaarde dat I wordt toegewezen, onder II, III en IV gevorderde.
4.2.3.
Ten aanzien van de subsidiaire vordering onder V wordt als volgt overwogen. [gedaagde in conventie01] heeft ter zitting aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het voortgezet gebruik van de woning door [eiser in conventie01] , maar ze wil dat [eiser in conventie01] daarvoor (naast de door hem zelf aangegeven lasten) een reële vergoeding betaalt aan haar en moeder van thans totaal
€ 775,50 per maand. [eiser in conventie01] acht deze gebruiksvergoeding van -afgerond- 7% buitensporig hoog. Nu de rente op een spaarrekening nihil is, kan van een gebruiksvergoeding geen sprake zijn, aldus [eiser in conventie01] . Hoewel naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter een vergoeding voor het gebruik wel op zijn plaats zou zijn, ligt het eerder in de rede om rekening te houden met het thans gebruikelijke -lagere- percentage van 2,5 van de overwaarde en tevens met de reeds door [eiser in conventie01] te dragen hypotheek- en zakelijke lasten. Aangezien op dit moment door partijen niet duidelijk is gemaakt hoe hoog die zakelijke lasten zijn en nader onderzoek daarnaar het kader van dit kort geding te buiten gaat, kan vooralsnog niet worden vastgesteld hoeveel uiteindelijk nog aan door [eiser in conventie01] te betalen gebruiksvergoeding overblijft. Reeds daarom zal van het vaststellen van een bedrag aan gebruiksvergoeding worden afgezien. Het onder V door [eiser in conventie01] gevorderde kan wel worden toegewezen. Dit deel zal ook uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard, nu het verweer door [gedaagde in conventie01] tegen deze verklaring enkel zag op het onder I tot en met IV gevorderde en niet op het gevorderde voortgezet gebruik. Deze verklaring wordt ook overigens niet ongegrond noch onrechtmatig geacht.
4.2.4.
Gezien de familierechtelijke relatie tussen partijen zullen de proceskosten worden gecompenseerd, aldus dat ieder de eigen kosten draagt.
4.3.
Voor wat betreft de vorderingen in reconventie wordt als volgt overwogen.
4.3.1.
Het onder a tot en met l door [eiseres in reconventie01] gevorderde betreft de levering van de woning aan [eiseres in reconventie01] dan wel het traject voor verkoop en levering aan een derde. [eiseres in reconventie01] stelt dat zij een spoedeisend belang heeft bij deze vorderingen tot verkoop en levering. Ze heeft die stelling echter op geen enkele wijze toegelicht of onderbouwd. Nu daarvan ook anderszins niet is gebleken komt het onder a tot en met l gevorderde reeds wegens gebrek aan spoedeisend belang niet voor toewijzing in aanmerking.
4.3.2.
Dat spoedeisend belang wordt, gezien de aard van de vordering, wel aanwezig geacht bij de onder m gevorderde afgifte -aan [eiseres in reconventie01] - van sieraden van [eiseres in reconventie01] , die in de kluis liggen, alsmede een enveloppe met geld. [gedaagde in reconventie01] verzet zich tegen toewijzing van die vordering, omdat de vordering niet is gespecificeerd en daarmee onduidelijk is om welke sieraden of welk geld het gaat. De voorzieningenrechter constateert dat ook na debat ter zitting nadere specificatie door [eiseres in reconventie01] is uitgebleven, zodat de vordering reeds om die reden zal worden afgewezen. Daarbij weegt mee, dat specificatie te meer van belang is, omdat -zo geeft [eiseres in reconventie01] zelf aan- in die kluis (ook) sieraden en geld van moeder liggen.
4.3.3.
Tegen de gevorderde afgifte van de kluis aan moeder, die in een verpleeghuis verblijft, is door [gedaagde in reconventie01] aangevoerd dat niet valt in te zien welk belang daarmee wordt gediend. Dit verweer is door [eiseres in reconventie01] niet nader weerlegd, zodat de voorzieningenrechter dit deel van de vordering wegens het ontbreken van belang zal afwijzen.
4.3.4.
Voor wat betreft de gevorderde betaling van € 3.314,71 aan moeder ter zake van door moeder betaalde hypotheekrente, zakelijke belastingen en energiekosten tot 1 mei 2023 en de vanaf die datum te betalen bedragen, geldt het volgende.
Met betrekking tot een voorziening in kort geding, bestaande in veroordeling tot betaling van een geldsom, is terughoudendheid op zijn plaats. De rechter zal daarbij niet alleen hebben te onderzoeken of het bestaan van een vordering van de eiser op de gedaagde voldoende aannemelijk is, maar ook of daarnaast sprake is van feiten en omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist, terwijl de rechter in de afweging van de belangen van partijen mede zal hebben te betrekken de vraag naar - kort gezegd - het risico van onmogelijkheid van terugbetaling, welk risico kan bijdragen tot weigering van de voorziening.
Ter onderbouwing van deze vordering heeft [eiseres in reconventie01] een door haar zelf opgesteld Excel bestand overgelegd, waarvan [gedaagde in reconventie01] de juistheid betwist. Nadere bewijsstukken ter onderbouwing van de vordering zijn niet overgelegd. [gedaagde in reconventie01] voert op zijn beurt aan, dat hij zelf de energielasten en (een deel van) de zakelijke lasten betaalt. Gelet op de standpunten over en weer had het op de weg van [eiseres in reconventie01] , als gevolmachtigde van moeder, gelegen de vordering met verifieerbare stukken te onderbouwen. Dat heeft ze nagelaten. Dat brengt mee dat het bestaan van een vordering van moeder op [gedaagde in reconventie01] van € 3.314,71, zoals thans voorligt, onvoldoende aannemelijk is geworden om te kunnen toewijzen. Aan een veroordeling tot het betalen van nog te verschijnen hypotheekrente, zakelijke belastingen en energiekosten is het belang komen te ontvallen, nu die verplichting tot betaling al is opgenomen in het door [gedaagde in reconventie01] in conventie gevorderde en hierna in het dictum onder 5.1. te bepalen gebruik van de woning.
4.3.5.
Tot slot resteert de vordering onder p en q tot betaling van een gebruiksvergoeding. van € 6.102,00 aan moeder, vermeerderd met een bedrag van € 620,40 per maand vanaf 1 juni 2023, en tot betaling van € 1.525,50 aan [eiseres in reconventie01] , vermeerderd met een bedrag van € 155,10 per maand vanaf 1 juni 2023. Onder verwijzing naar hetgeen hiervoor in rechtsoverweging 4.2.3. al is overwogen over de gebruiksvergoeding, luidt de conclusie dat het bestaan en hoogte van deze twee vorderingen op [gedaagde in reconventie01] vooralsnog onvoldoende aannemelijk is geworden. Hoewel niet is uitgesloten dat het in de rede ligt dat [gedaagde in reconventie01] enig bedrag aan gebruiksvergoeding dient te betalen, is vanwege het ontbreken van nadere gegevens de hoogte daarvan in dit kort geding op dit moment niet goed vast te stellen. Daarom kan ook dit onderdeel van het gevorderde niet worden toegewezen.
4.4.
Gelet op de familierechtelijke relatie tussen partijen zullen de proceskosten worden gecompenseerd aldus, dat ieder de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

rechtdoende als voorzieningenrechter:
in conventie:
5.1
bepaalt dat [eiser in conventie01] gerechtigd is tot het gebruik van de woning, alsmede de daarbij behorende inboedel, met uitsluiting van [gedaagde in conventie01] en moeder en met bepaling dat [gedaagde in conventie01] en moeder de woning zonder toestemming van [eiser in conventie01] niet mogen betreden en onder de verplichting dat [eiser in conventie01] gedurende het gebruik vanaf heden tot de dag van toedeling van de woning aan een der partijen dan wel verkoop en levering aan een derde, althans de dag dat [eiser in conventie01] de woning heeft verlaten, aan moeder in ieder geval zal voldoen de hypotheek en gebruikerslasten van de woning, waaronder de kosten van gas, water en licht, alsook de gemeenteheffingen (gebruikerslasten) en de verzekering van de woning, zolang deze lasten door moeder worden voldaan, en met bepaling dat de eigenaarslasten, alsmede de opstalverzekering, door partijen naar rato van ieders aandeel in de woning - [eiser in conventie01] en [gedaagde in conventie01] ieder 1/6 en moeder 4/6- gedragen worden, met veroordeling van [eiser in conventie01] en [gedaagde in conventie01] hun aandeel in de eigenaarslasten, alsmede opstalverzekering, aan moeder te voldoen zolang de woning niet aan een der partijen is toebedeeld dan wel verkocht en geleverd aan een derde;
5.2.
verklaart de beslissing tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.3.
compenseert de proceskosten aldus, dat ieder de eigen kosten draagt;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
5.5.
wijst het gevorderde af;
5.6.
compenseert de proceskosten aldus, dat ieder de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van der Burgt, voorzieningenrechter, en uitgesproken op 26 mei 2023.