ECLI:NL:RBZWB:2023:4698
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 juli 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda behandeld. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van 14 maart 2023, maar de rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat eiser het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet heeft betaald. De rechtbank wijst erop dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht tijdig moet worden betaald om ontvankelijk te zijn. De griffier had eiser in een aangetekende brief van 6 mei 2023 de gelegenheid gegeven om het griffierecht binnen vier weken te betalen, maar eiser heeft dit verzuimd zonder enige verontschuldiging.
De rechtbank legt uit dat het niet tijdig betalen van het griffierecht alleen kan leiden tot ontvankelijkheid als er een goede reden is voor het verzuim. Aangezien eiser geen reden heeft opgegeven voor het niet betalen, concludeert de rechtbank dat er geen verontschuldiging is en verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.