ECLI:NL:RBZWB:2023:4708

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 juli 2023
Publicatiedatum
6 juli 2023
Zaaknummer
10251552 CV EXPL 22-3956 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Zander
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tekortkoming in de nakoming van overeenkomsten en toewijzing van buitengerechtelijke incassokosten

In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft de besloten vennootschap Clima Direct B.V. een vordering ingesteld tegen de gedaagde partij, die in persoon procedeert. De zaak betreft een tekortkoming in de nakoming van overeenkomsten, waarbij Clima Direct stelt dat de gedaagde partij zeven facturen ter hoogte van € 8.322,55 onbetaald heeft gelaten. Clima Direct heeft een deelbetaling van € 2.515,98 gecrediteerd, waardoor de betalingsachterstand op het moment van dagvaarding € 5.806,57 bedraagt. Daarnaast vordert Clima Direct buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke handelsrente.

De gedaagde partij heeft verweer gevoerd en aangevoerd dat de vordering onjuist is, omdat zij producten heeft geretourneerd. Ondanks herhaalde verzoeken om verduidelijking is de gedaagde partij niet verschenen op de zitting van 5 juni 2023, waardoor zij haar verweer niet verder heeft kunnen onderbouwen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij de facturen en betalingsverplichtingen niet heeft betwist, en dat het verweer onvoldoende onderbouwd is. Hierdoor is de vordering van Clima Direct grotendeels toegewezen.

De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 6.385,90, inclusief wettelijke handelsrente, en heeft de gedaagde partij ook in de proceskosten veroordeeld. De kantonrechter heeft benadrukt dat een betalingsregeling alleen tussen partijen zelf kan worden getroffen, en dat de gedaagde partij contact moet opnemen met de gemachtigde van Clima Direct indien zij een betalingsregeling wenst te treffen.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10251552 CV EXPL 22-3956
Vonnis van 5 juli 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap CLIMA DIRECT B.V.,
te Ridderkerk,
eisende partij,
hierna te noemen: Clima Direct,
gemachtigde: [gemachtigde01] B.V.,
tegen
[gedaagde01],
H.O.D.N. [bedrijf gedaagde01],
te [plaats01] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde01] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
a. het tussenvonnis van 15 februari 2023 met de daarin genoemde processtukken;
b. de mondelinge behandeling van 5 juni 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1
Clima Direct heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat [gedaagde01] is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen voortvloeiende uit de tussen partijen gesloten overeenkomsten. De tekortkoming bestaat uit het onbetaald laten van zeven afzonderlijke facturen ter hoogte van € 8.322,55, waarop Clima Direct een totaalbedrag van € 2.515,98 heeft gecrediteerd. De betalingsachterstand bedraagt ten tijde van de dagvaarding € 5.806,57. Voorts vordert Clima Direct een bedrag van € 870,99 aan buitengerechtelijke incassokosten en € 973,67 aan wettelijke handelsrente tot 29 november 2023. Ten slotte vordert Clima Direct [gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten.
2.2
[gedaagde01] voert verweer. Zij voert daartoe aan dat de vordering van Clima Direct, zoals opgenomen in de dagvaarding, niet klopt nu zij producten heeft geretourneerd. [gedaagde01] heeft dit meerdere keren kenbaar gemaakt aan Clima Direct. Voorts heeft [gedaagde01] toegelicht dat zij bereid is om het juiste openstaande bedrag in termijnen te betalen. Tot slot verzoekt [gedaagde01] om vermindering van de (proces)kosten, omdat die onnodig en onterecht door Clima Direct zijn gemaakt.
2.3
De kantonrechter heeft na de rolzitting een mondelinge behandeling bepaald. [gedaagde01] is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting van 5 juni 2023 verschenen. Door niet op de zitting te verschijnen, heeft [gedaagde01] zichzelf de mogelijkheid ontnomen om haar stellingen nader toe te lichten, om op de (nadere) stellingen van Clima Direct in te gaan en om vragen daarover van de kantonrechter te beantwoorden. Dit, terwijl er in het tussenvonnis van 15 februari 2023 uitdrukkelijk op is gewezen dat aan een eventuele niet-verschijning gevolgen kunnen worden verbonden die de kantonrechter passend acht.
2.4
Clima Direct heeft haar vordering ter zitting nader toegelicht en daarbij het antwoord van [gedaagde01] op die vordering gemotiveerd weersproken. Zo heeft Clima Direct op de mondelinge behandeling verklaard dat alle door [gedaagde01] geretourneerde goederen reeds zijn gecrediteerd. [gedaagde01] heeft haar conclusie van antwoord onderbouwd met stukken die toezien op andere schuldeisers. Voorts heeft Clima Direct tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat zij twee keer een bedrag van € 500,00 van [gedaagde01] heeft ontvangen. Deze betalingen zijn ontvangen op 3 januari 2023 en op 17 februari 2023. Het totaalbedrag van € 1.000,00 dient in mindering te strekken op de hoofdsom van € 5.806,57, aldus Clima Direct.
2.5
De kantonrechter overweegt dat [gedaagde01] de overgelegde facturen en de daaruit voortvloeiende betalingsverplichting zijdens [gedaagde01] niet betwist, zodat deze vast staan. Als verweer voert [gedaagde01] aan dat de door haar geretourneerde goederen nog gecrediteerd dienen te worden. Op grond van artikel 150 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is het aan [gedaagde01] om onderbouwd te stellen en zo nodig te bewijzen dat zij goederen heeft geretourneerd die (nog) niet door Clima Direct zijn gecrediteerd. Doordat [gedaagde01] niet op de zitting is verschenen en zij haar stellingen niet nader schriftelijk heeft onderbouwd, terwijl zij daarop tijdens de rolzitting door de kantonrechter wel is gewezen, is haar verweer onvoldoende onderbouwd. Het verweer zal dan ook worden gepasseerd. Het voorgaande betekent dat de verminderde hoofdsom van € 4.806,57 (€ 5.806,57 minus € 1.000,00) wordt toegewezen.
2.6
Clima Direct vordert de wettelijke handelsrente vanaf 29 november 2022 tot de dag van volledige betaling. Nu [gedaagde01] betalingen heeft verricht, zal de wettelijke handelsrente op de in het dictum (in onder 3. De beslissing) vermelde wijze worden toegewezen. De verschenen wettelijke handelsrente zal worden toegewezen, aangezien [gedaagde01] heeft verzuimd om de facturen (tijdig) te voldoen.
2.7
Voorts vordert Clima Direct primair een bedrag van € 870,99 als vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Clima Direct echter aangegeven dat de buitengerechtelijke incassokosten worden gebaseerd op artikel 6:96 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het door Clima Direct primair gevorderde bedrag is - anders dan Clima Direct stelt – niet berekend overeenkomstig de wet.
Daarbij wordt overwogen dat de open norm van “redelijke kosten” in artikel 6:96 lid 2 onder c BW wordt ingevuld door het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). Het primair gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief, behorende bij de toegewezen hoofdsom. Daarom zal een bedrag van € 605,66 aan buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen.
2.8
[gedaagde01] is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Clima Direct vastgesteld op een bedrag van € 1.286,30, bestaande uit: € 112,30 aan dagvaardingskosten, € 514,00 aan griffierecht en € 660,00 aan gemachtigdensalaris (2 punten á € 330,00 voor de dagvaarding en voor de zitting).
2.9
De kantonrechter wijst [gedaagde01] er tot slot op dat ingevolge het bepaalde in artikel 6:29 BW een betalingsregeling alleen tussen partijen zelf tot stand kan worden gebracht. Indien momenteel geen sprake is van een betalingsregeling en [gedaagde01] wil een betalingsregeling treffen, zal zij contact dienen op te nemen met de gemachtigde van Clima Direct.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1
veroordeelt [gedaagde01] om aan Clima Direct te betalen een bedrag van € 6.385,90, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over de in de dagvaarding genoemde openstaande betalingsachterstand van een totaalbedrag van € 5.806,57 vanaf 29 november 2022 tot de dag van volledige betaling, waarbij bij de berekening van de wettelijke handelsrente rekening moet worden gehouden met de door [gedaagde01] gedane betalingen;
3.2
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten, aan de zijde van Clima Direct tot dit vonnis vastgesteld op € 1.286,30;
3.3
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Zander en in het openbaar uitgesproken op 5 juli 2023.