ECLI:NL:RBZWB:2023:4738

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 juli 2023
Publicatiedatum
7 juli 2023
Zaaknummer
9991715 \ CV EXPL 22-2215 (H)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Sierkstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanvullend vonnis inzake ontbinding huurovereenkomst en ontruiming

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 juli 2023 een aanvullend vonnis gewezen in een civiele procedure tussen de eisers in conventie, [eisers in conventie01], en de verweerders in conventie, [verweerder in conventie01] en Stichting Bella. De zaak betreft een verzoek tot herstel van een eerder vonnis van 31 mei 2023, waarin abusievelijk een beslissing tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming niet in het dictum was opgenomen. De eisers hebben op 6 juni 2023 verzocht om aanvulling van het vonnis, wat door de kantonrechter is ingewilligd, aangezien de verweerders geen bezwaar hebben gemaakt tegen dit verzoek.

De kantonrechter heeft in het aanvullend vonnis de eerdere beslissing bevestigd en de ontbinding van de huurovereenkomst met betrekking tot een manege met woning en stallen aan [adres01] in [plaats01] uitgesproken. Tevens zijn de verweerders veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde binnen 14 dagen na betekening van het vonnis, met een boete van € 300,00 bij gebreke van afgifte van de sleutels. Daarnaast zijn de verweerders veroordeeld tot betaling van verschillende bedragen aan de eisers, waaronder een bedrag van € 168.000,00 en € 282.683,33, vermeerderd met wettelijke rente.

De kantonrechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van de eisers vastgesteld op € 4.792,57 en de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit betekent dat de verweerders het vonnis moeten naleven, ook als zij in hoger beroep gaan. Het vonnis is openbaar uitgesproken en de veroordeling is hoofdelijk, wat inhoudt dat zowel [verweerder in conventie01] als Stichting Bella verantwoordelijk zijn voor de volledige betaling van de bedragen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 9991715 \ CV EXPL 22-2215
(aanvullend) Vonnis van 5 juli 2023
in de zaak van

1.[eiser in conventie01] , en2. [eiser in conventie02] ,

wonende te [woonplaats01] ,
eisende partijen in conventie,
verwerende partijen in reconventie,
hierna samen te noemen: ‘ [eisers in conventie01] ’,
gemachtigde: mr. W.F. Schovers, advocaat te Prinsenbeek,
tegen

1.[verweerder in conventie01] ,

zonder bekende woon- en/of verblijfplaats in Nederland,
2.
Stichting Bella,
statutair gevestigd te Katwijk en kantoorhoudende te Prinsenbeek,
verwerende partijen in conventie,
eisende partijen in reconventie,
hierna te noemen: ‘ [verweerder in conventie01] ’ en ‘Stichting Bella’,
gemachtigde: mr. J.M.C. Wessels, advocaat te Zwijndrecht.

1.Het verdere verloop van de procedure

De verdere procedure blijkt uit de volgende stukken:
  • het vonnis van 31 mei 2023, met de daarin genoemde stukken;
  • de e-mail van de advocaat van [eisers in conventie01] van 6 juni 2023;
  • de brieven van de griffier aan de advocaten van [eisers in conventie01] en [verweerder in conventie01] en Stichting Bella van 12 juni 2023.

2.De beoordeling

2.1.
[eisers in conventie01] heeft bij e-mail van 6 juni 2023 om herstel verzocht van het vonnis van 31 mei 2023. Hij heeft daartoe aangevoerd dat in rechtsoverweging 4.13. van het vonnis is beslist tot de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, maar dat die beslissing abusievelijk niet in het dictum van het vonnis is opgenomen.
2.2.
[verweerder in conventie01] en Stichting Bella zijn bij brief van de griffier van 12 juni 2023 in de gelegenheid gesteld zich over het verzoek uit te laten. [verweerder in conventie01] en Stichting Bella hebben van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt, zodat de kantonrechter ervan uitgaat dat zij geen bezwaar hebben tegen het verzoek tot herstel van de uitspraak.
2.3.
De kantonrechter begrijpt dat [eisers in conventie01] heeft bedoeld te verzoeken om aanvulling van het vonnis van 31 mei 2023 in de zin van artikel 32 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De kantonrechter zal dat verzoek inwilligen, omdat abusievelijk wat onder rechtsoverweging 4.13. is overwogen en beslist niet in het dictum van het vonnis is opgenomen.
2.4.
Beslist wordt daarom als volgt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
handhaaft de inhoud van het tussen partijen op 31 mei 2023 gewezen vonnis met bovenvermeld zaaknummer, met dien verstande dat de in de beslissing opgenomen veroordeling als volgt zal luiden:

De vordering van [eisers in conventie01]
De kantonrechter:
5.1.
ontbindt de tussen partijen bestaande huurovereenkomst met betrekking tot de manege met woning en stallen aan de [adres01] in [plaats01] ;
5.2
veroordeelt [verweerder in conventie01] en Stichting Bella om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis het gehuurde met alle zich daarin bevindende personen en zaken voor zover die niet het eigendom van [eisers in conventie01] zijn, te ontruimen en ter vrije en algehele beschikking aan [eisers in conventie01] te stellen, onder afgifte van de sleutels. Bij gebreke van die afgifte van de sleutels moeten [verweerder in conventie01] en Stichting Bella aan [eisers in conventie01] een bedrag betalen van € 300,00 voor het vervangen van de sloten en sleutels;
5.3
veroordeelt [verweerder in conventie01] om aan [eisers in conventie01] te betalen een bedrag van € 168.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW, vanaf 1 juli 2022 tot de dag van volledige betaling;
5.4.
veroordeelt [verweerder in conventie01] en Stichting Bella hoofdelijk [1] om aan [eisers in conventie01] te betalen een bedrag van € 282.683,33, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW, vanaf 1 juli 2022 tot de dag van volledige betaling;
5.5.
veroordeelt [verweerder in conventie01] en Stichting Bella hoofdelijk om aan [eisers in conventie01] te betalen een bedrag van € 40,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2022 tot de dag van volledige betaling;
5.6.
veroordeelt [verweerder in conventie01] en Stichting Bella hoofdelijk in de proceskosten van [eisers in conventie01] , vastgesteld op € 4.792,57, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na de datum van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling;
5.7.
veroordeelt [verweerder in conventie01] en Stichting Bella hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 100,00;
5.8.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad [2] ;
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af;
De vordering van [eiser in reconventie01]
De kantonrechter:
5.10.
wijst de vorderingen van [eiser in reconventie01] en Stichting Bella af;
5.11.
veroordeelt [eiser in reconventie01] en Stichting Bella hoofdelijk in de proceskosten van [verweerders in reconventie01] , vastgesteld op € 1.389,00;
5.12.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.”
bepaalt dat deze verbetering onder de vermelding van de datum van 5 juli 2023 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 31 mei 2023;
bepaalt dat de griffier dit vonnis hecht aan de minuut van het vonnis van 31 mei 2023 en van deze vonnissen als één geheel afschrift respectievelijk grosse verstrekt.
Dit vonnis is gewezen door mr. Sierkstra en is in het openbaar uitgesproken op 5 juli 2023.

Voetnoten

1.De veroordeling wordt hoofdelijk uitgesproken. Dit betekent dat zowel [verweerder in conventie01] als Stichting Bella kunnen worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.
2.De kantonrechter verklaart het vonnis ‘uitvoerbaar bij voorraad’. Dit betekent dat [verweerder in conventie01] alvast aan het vonnis moeten voldoen wanneer zij in hoger beroep gaan.