In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 juli 2023, wordt het beroep van eiseres beoordeeld tegen het niet tijdig beslissen door het UWV op haar bezwaar tegen de afwijzing van haar aanvraag om een uitkering op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Eiseres had op 18 augustus 2022 bezwaar gemaakt tegen een besluit van het UWV van 9 augustus 2022, maar het UWV heeft niet binnen de wettelijk vereiste termijn van 17 weken beslist. Eiseres heeft het UWV op 1 maart 2023 in gebreke gesteld, maar er is nog steeds geen besluit genomen.
De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat het UWV de beslistermijn heeft overschreden. De rechtbank bepaalt dat het UWV binnen twee weken na deze uitspraak een nieuw besluit moet nemen, maar gezien de omstandigheden, zoals de beperkte capaciteit aan verzekeringsartsen, wordt de termijn verlengd naar vier maanden. Tevens wordt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-.
Daarnaast moet het UWV de proceskosten van eiseres vergoeden, die zijn vastgesteld op € 418,50, en het griffierecht van € 50,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze beslissing.