In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 juli 2023, wordt het beroep van eiseres beoordeeld tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) wegens het niet tijdig beslissen op haar bezwaar van 8 augustus 2022. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen het besluit van 7 juli 2022, waarin haar aanvraag om een uitkering op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) werd afgewezen. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat het UWV de beslistermijn heeft overschreden. Eiseres had het UWV op 13 februari 2023 in gebreke gesteld, maar het UWV heeft tot op heden geen nieuw besluit genomen.
De rechtbank stelt vast dat het UWV de beslistermijn van 26 januari 2023 heeft overschreden en dat er geen zicht is op een tijdige beslissing. De rechtbank bepaalt dat het UWV binnen vier maanden na de uitspraak alsnog een besluit op het bezwaar moet nemen. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding van € 418,50 voor proceskosten en het UWV moet het griffierecht van € 50,- aan eiseres vergoeden.
De uitspraak is gedaan door rechter J. van Alphen en griffier C.J.M. Hendrickx, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. De rechtbank benadrukt dat als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, zij binnen zes weken een verzetschrift kunnen indienen.