ECLI:NL:RBZWB:2023:4776

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 juni 2023
Publicatiedatum
7 juli 2023
Zaaknummer
10279795 CV EXPL 23-101 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Karsten-Badal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen en buitengerechtelijke incassokosten in een geschil tussen een Nederlandse onderneming en een Belgische rechtspersoon

In deze zaak vordert LINQ SYSTEMS B.V. (hierna: Linq) betaling van openstaande facturen van de Belgische rechtspersoon ANTWERPSE SCHILDERCENTRALE BVBA (hierna: Schildercentrale). De vordering betreft een bedrag van € 16.439,33, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten. De partijen hebben op 6 januari 2022 een overeenkomst van opdracht gesloten, waarbij de Metaalunievoorwaarden van toepassing zijn. Linq heeft werkzaamheden verricht, maar Schildercentrale heeft de facturen niet betaald, onder andere omdat zij stelt dat de werkzaamheden gebrekkig zijn en dat er geen akkoord is gegeven voor meerwerk.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Schildercentrale niet bevoegd is om haar betalingsverplichting op te schorten, omdat de Metaalunievoorwaarden dit uitsluiten, tenzij er sprake is van faillissement of schuldsanering. De kantonrechter heeft de vordering van Linq voor een deel toegewezen, waaronder de hoofdsom van € 14.815,15, buitengerechtelijke incassokosten van € 1.455,21, en proceskosten van € 2.279,33. De rechter heeft ook de contractuele rente van 12% per jaar toegewezen over de openstaande bedragen, met ingang van de vervaldata van de facturen.

De uitspraak benadrukt de noodzaak voor partijen om duidelijke afspraken te maken over meerwerk en de gevolgen van betalingsverplichtingen onder de Metaalunievoorwaarden. De rechter heeft de vordering tot betaling van het meerwerk afgewezen, omdat Linq niet voldoende bewijs heeft geleverd dat Schildercentrale akkoord is gegaan met de extra kosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10279795 \ CV EXPL 23-101
Vonnis van 21 juni 2023
in de zaak van
LINQ SYSTEMS B.V.,
te Waalwijk,
eisende partij,
hierna te noemen: Linq,
gemachtigde: Stichting Metaalunie Diensten (t.h.o.d.n. Metaalunie Rechtsbijstand),
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
NAAR HET RECHT VAN HET KONINKRIJK BELGIË ANTWERPSE SCHILDERCENTRALE BVBA,
te Westmalle (België),
gedaagde partij,
hierna te noemen: Schildercentrale,
gemachtigde: A. Magerman.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 8 maart 2023 en de daarin genoemde stukken;
- het op 10 mei 2023 ontvangen e-mailbericht met producties van Linq;
- de mondelinge behandeling van 22 mei 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Tussen partijen staan de volgende feiten – voor zover relevant – vast:
a. tussen partijen is op 6 januari 2022 een overeenkomst van opdracht gesloten. De opdracht bestond uit twee delen en hield het volgende in:
“(…)Deel 1 Herstelwerkzaamheden.
Het vervangen van de traversewagen bestaande uit:
-
3 versterkte rails 5920mm land
-
6 wielstellen
-
Frame
-
Bedieningshendel en mechanisme
-
6 Interlocks zodat producten niet ongewenst uit de wagen kunnen rollen (…)
Totaal Deel 1 € 26.638,00
Deel 2 Uitbreiding tbv van extra oven en 7x bufferrail van 20 mtr.
De uitbreiding omvat:
Leveren van 4 lengtes van 6 mtr. onbehandelde rail 25.000 in de oven
120 meter rail 25.000 voor buffer. (20 lengtes)
13 railbeugels voor rail uiteinden
13 Interlocks
13 Eindstops
15 Safety plates
90 ophangbeugels plafondmontage
Bevestigingsmateriaal
Montage icm met andere werkzaamheden van deel 1
Exclusief de staalstructuur voor de bufferlokatie.
Totaal Deel 2 € 14.812,00(…);”
op deze overeenkomst zijn de Metaalunievoorwaarden van toepassing;
in deze voorwaarden is onder meer het volgende opgenomen:
“(…)
17.4
Het recht van opdrachtgever om zijn vorderingen op opdrachtnemer te verrekenen of om de nakoming van zijn verplichtingen op te schorten is uitgesloten, tenzij er sprake is van surseance van betaling of faillissement van opdrachtnemer of de wettelijke schuldsanering op opdrachtnemer van toepassing is. (…)
17.6
Opdrachtgever is in geval van vertraging in de voldoening van een geldsom rente over de geldsom aan opdrachtnemer verschuldigd met ingang van de dag volgend op de dag die is overeengekomen als uiterste dag van betaling tot en met de dag waarop opdrachtgever de geldsom heeft voldaan. Als partijen geen uiterste dag van betaling zin overeengekomen is de rente verschuldigd vanaf 30 dagen na opeisbaarheid. De rente bedraagt 12% per jaar, maar is gelijk aan de wettelijke rente als deze hoger is. Bij de renteberekening wordt een gedeelte van de maand gezien als een volle maand. Telkens na afloop van een jaar wordt het bedrag waarover de rente wordt berekend vermeerderd met de over dat jaar verschuldigde rente.(…)
17.8
Indien betaling niet tijdig heeft plaatsgevonden is opdrachtgever aan opdrachtnemer alle buitengerechtelijke kosten verschuldigd met een minimum van
€ 75,-. Deze kosten worden berekend op basis van de volgende tabel (hoofdsom incl. rente) over de eerste € 3.000,- 15%
over het meerdere tot € 6.000,- 10%
over het meerdere tot € 15.000,- 8%
over het meerdere tot € 60.000,- 5%
over het meerdere tot € 90.000,- 3% (…)
22.3
De Nederlandse burgerlijke rechter die bevoegd is in de vestigingsplaats van opdrachtnemer neemt kennis van geschillen. Opdrachtnemer mag van deze bevoegdheidsregel afwijken en de wettelijke bevoegdheidsregels hanteren.”
de eerste installatiewerkzaamheden hebben plaatsgevonden van 8 tot en met 10 maart 2022, waarna op 11 maart 2022 afstelwerkzaamheden zijn uitgevoerd;
Linq is na een melding van Schildercentrale op 14 maart 2022 langs geweest om door Schildercentrale gemelde problemen op te lossen;
op 22 maart 2022 is een orderbevestiging ( [nummer01] ) door Linq aan Schildercentrale verzonden waarin het volgende is vermeld:
“(…) Uitbreiding ivm nieuwe oven en noodzakelijke aanpassingen tijdens montage/vervangen. Dit betreft een deel van deel 2 van de opdracht (…)
Extra constructiestaal ivm versterking draagconstructie bij oude oven. De bestaande staalconstructie was niet sterk genoeg en buigt door. In mondelinge opdracht van u een extra staander gebruikt om doorbuiging van de bestaande staalconstructie te beperken. (…)”
Linq heeft op 29 maart 2022 een factuur gestuurd met [nummer02] voor een bedrag van € 13.683,00;
Schildercentrale heeft op 29 maart 2022 per e-mailbericht laten weten dat zij deze factuur niet betaalt omdat het systeem niet goed werkt en de kar niet bruikbaar is;
partijen hebben hierover vervolgens per e-mailbericht met elkaar over gecorrespondeerd;
Linq is op 19 april 2022 langs geweest bij Schildercentrale en heeft diverse kleine aanpassingen verricht;
op 3 mei 2022 heeft Linq een tweede factuur met [nummer03] aan Schildercentrale gestuurd waarin een deel van deel 2 zoals vermeld in de opdrachtbevestiging van 6 januari 2022 en het meerwerk van € 2.756,33 in rekening werd gebracht. Zo is onder de post “ Brug “ Interlock”deel ” vermeld: “
Deze 3 interlocks vallen in deel 2 van uw opdracht maar zijn in deel 1 van de opdracht al geplaatst omdat anders de nieuwe oven niet meer gebruikt kan worden. Zie opdrachtbevestiging”.Onder de posten “Safetyplate tussen Interlocks” en “ophangbeugel t.b.v. profiel, haaks – B56.100” is vermeld:
“zelfde als bovenstaand”;
op 11 mei 2022 is Linq langs geweest bij Schildercentrale om eventuele problemen op te lossen;
Schildercentrale heeft de facturen met [nummer02] en [nummer03] niet betaald en meermaals per e-mailbericht laten weten dat zij niet zal betalen omdat de werkzaamheden niet juist zijn uitgevoerd.

3.Het geschil

3.1.
Linq vordert bij vonnis – voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad Schildercentrale te veroordelen om aan Linq te betalen:
a. primair een bedrag te betalen van € 16.439,33, te vermeerderen met primair de rente op grond van de Metaalunievoorwaarden vanaf de respectieve vervaldata van de facturen tot aan de datum van algehele voldoening, subsidiair te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW vanaf de respectieve vervaldata van de facturen tot aan de datum van algehele voldoening;
b. subsidiair een door de kantonrechter te bepalen bedrag te vermeerderen met primair de rente op grond van de Metaalunievoorwaarden vanaf de respectieve vervaldata van de facturen tot aan de datum van algehele voldoening, subsidiair te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW vanaf de respectieve vervaldata van de facturen tot aan de datum van algehele voldoening;
c. primair een bedrag van € 1.542,00 incl. btw ter zake van buitengerechtelijke incassokosten op grond van de Metaalunievoorwaarden, subsidiair een bedrag van € 939,39 incl. btw ter zake van buitengerechtelijke incassokosten op grond van de Wet Normering Buitengerechtelijke Incassokosten;
d. een bedrag van € 120,00 uit hoofde van nakosten;
e. de wettelijke rente over de post c. en d. voor zover deze kosten niet voldaan zijn binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis;
f. de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten voor zover deze niet zijn voldaan binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis.
3.2.
Linq legt aan haar vordering ten grondslag dat Schildercentrale door de tekortkoming in de nakoming van haar betalingsverplichting in verzuim is geraakt, zodat Linq naast betaling van de openstaande facturen ook aanspraak maakt op wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. Zij stelt dat Schildercentrale betaling van de facturen niet kan opschorten of verrekenen gelet op artikel 17.4 van de Metaalunievoorwaarden. Linq stelt dat mondeling met Schildercentrale een afspraak is gemaakt voor het meerwerk, bestaande uit het maken en plaatsen van een extra staander om doorbuiging van de bestaande staalconstructie te beperken. Zij heeft Schildercentrale mondeling medegedeeld dat hier extra kosten voor in rekening worden gebracht. Daarmee zou voor Schildercentrale duidelijk moeten zijn dat deze werkzaamheden, het maken en plaatsen van een extra staander, niet onder de oorspronkelijke opdracht vielen.
3.3.
Schildercentrale voert verweer. Zij voert aan dat de door Linq verrichte werkzaamheden die zien op de oorspronkelijke factuur gebrekkig zijn en zij hier meermaals over heeft geklaagd. Bovendien lijdt zij schade doordat haar systeem nog altijd niet naar behoren werkt. Zij voert verder aan dat zij geen akkoord heeft gegeven voor het meerwerk wat is verricht door Linq. Noch mondeling noch schriftelijk heeft zij het meerwerk bevestigd. Bovendien is zij niet door Linq op de hoogte gebracht dat deze werkzaamheden extra kosten met zich meebrengen en had zij dit ook niet hoeven verwachten. Zij had namelijk afgesproken dat voor één totaalbedrag alle werkzaamheden zouden worden verricht. Het voorgaande is voor Schildercentrale reden om de facturen niet te betalen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Bevoegdheid
4.1.
Dit betreft een burgerlijke of handelszaak zoals bedoel in artikel 1 van de Verordening 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (EEX-Vo II). De zaak is aangebracht na
10 januari 2015. Partijen zijn beide gevestigd in een lidstaat. Daarom dient de vraag over de bevoegdheid te worden beantwoord aan de hand van de regels hieromtrent uit EEX-Vo II. Deze verordening heeft voorrang op nationale regels van procesrecht.
4.2.
Op grond van artikel 25 EEX-Vo II kunnen partijen zelf middels een forumkeuze een bevoegde rechter aanwijzen. Linq beroept zich ten aanzien van de rechtsmacht van de Nederlandse rechter op een forumkeuzebeding in de Metaalunievoorwaarden.
4.3.
Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat de Nederlandse rechter bevoegd is van het onderhavige geschil kennis te nemen, nu partijen een forumkeuze voor de Nederlandse rechter hebben gedaan in artikel 22 lid 3 van de toepasselijke Metaalunievoorwaarden.
Factuur € 13.683 ( [nummer02] )
4.4.
Linq vordert betaling van het bedrag van € 13.683,00 (factuur [nummer02] ). De hoogte van dit bedrag is niet betwist door Schildercentrale. De kantonrechter begrijpt het door Schildercentrale gevoerde verweer zo dat zij een beroep doet op opschorting als bedoeld in artikel 6:262 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Zij schort haar betalingsverplichting namelijk op totdat de gebreken door Linq zijn hersteld. De mogelijkheid van opschorting is in artikel 17.4 van de Metaalunievoorwaarden - die op de overeenkomst van toepassing zijn - uitgesloten, tenzij sprake is van faillissement van opdrachtnemer of de wettelijke schuldsanering op opdrachtnemer van toepassing is. Van faillissement of schuldsanering is geen sprake. Dit betekent dat Schildercentrale niet bevoegd is een beroep te doen op opschorting. Schildercentrale dient daarom het bedrag van € 13.683,00 aan Linq te betalen.
Factuur € 2.756,33 ( [nummer03] )
4.5.
Linq vordert ook betaling van het bedrag van € 2.756,33 (factuur [nummer03] ). Dit bedrag ziet gedeeltelijk op werkzaamheden die zien op deel 2 van de opdracht en gedeeltelijk op meerwerk in verband met het plaatsen van een staander ter versterking van de draagconstructie bij de oude oven.
4.6.
Tijdens de mondelinge behandeling is vast komen te staan dat de eerste drie posten die genoemd zijn op de factuur zien op materialen/werkzaamheden behorend bij “deel 2” van de opdrachtbevestiging van 6 januari 2022. Het gaat daarbij om Brug “Interlock” deel
(€ 694,08), Safetyplate tussen Interlocks (€ 46,00) en Ophangbeugel t.b.v. profiel, haaks – B65.100 (€ 392,07), met een totaalbedrag van € 1.132,15. Schildercentrale heeft aangevoerd dat zij zich niet kan herinneren of deze onderdelen ook als zodanig op de opdrachtbevestiging stonden vermeld onder “deel 2”. Door haar is echter onvoldoende betwist dat zij de opdrachtbevestiging heeft getekend waar deze onderdelen op vermeld staan onder “deel 2”. Met Linq is de kantonrechter van oordeel dat Schildercentrale eveneens onvoldoende gemotiveerd heeft betwist dat de drie onderdelen daadwerkelijk zijn geplaatst. Gelet daarop is de kantonrechter van oordeel dat het bedrag van € 1.132,15 kan worden toegewezen.
4.7.
Door Linq wordt een bedrag van € 1.624,18 gevorderd aan meerwerk, bestaande uit materiaalkosten/werkzaamheden die zien op het plaatsen van de extra staander. Schildercentrale heeft ter zitting erkend dat is gesproken over het plaatsen van de extra staander, echter was zij in de veronderstelling dat deze werkzaamheden vielen onder de opdrachtbevestiging van 6 januari 2022. Gelet op de gemotiveerde betwisting van Schildercentrale kan niet komen vast te staan dat door Schildercentrale akkoord is gegeven voor het verrichten van meerwerk en dat de daarmee gepaard gaande kosten aan Schildercentrale zijn medegedeeld. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Linq haar stellingen op dit punt onvoldoende onderbouwd. Daarom wijst de kantonrechter het aan meerwerk gevorderde bedrag van € 1.624,18 af.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.8.
Linq vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten op grond van artikel 17.8 van de Metaalunievoorwaarden. Linq heeft gesteld en uit de stukken blijkt ook, dat zij voor het uitbrengen van de dagvaarding daadwerkelijk (incasso-)werkzaamheden heeft verricht, die niet kunnen worden beschouwd als werkzaamheden ter voorbereiding op een procedure, maar die rechtstreeks verband houden met een redelijke en serieuze poging om in deze kwestie in der minne nakoming van de overeenkomst door Schildercentrale te verkrijgen. Gelet op het toe te wijzen bedrag aan hoofdsom zal een bedrag van € 1.455,21 aan buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen overeenkomstig de tabel genoemd in artikel 17.8 in de Metaalunievoorwaarden. De gevorderde wettelijke rente hierover wordt toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
Contractuele rente
4.9.
De door Linq gevorderde contractuele rente van 12% per jaar, overeenkomstig artikel 17.6 van de Metaalunievoorwaarden over het toe te wijzen bedrag van € 14.815,15 zal worden toegewezen vanaf de data van verzuim, respectievelijk 6 april 2022 wat factuurnummer [nummer02] betreft en 18 mei 2022 wat factuurnummer [nummer03] betreft.
Conclusie
4.10.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
14.815,15
- buitengerechtelijke incassokosten
1.455,21
+
Totaal
16.270,36
Proceskosten
4.11.
Schildercentrale is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Linq als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
103,33
- griffierecht
1.384,00
- salaris gemachtigde
792,00
(2,00 punten × € 396,00)
Totaal
2.279,33
De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen indien en voor zover Schildercentrale de proceskosten niet binnen veertien dagen na de betekening van het vonnis zal hebben voldaan. Daarbij overweegt de kantonrechter dat Schildercentrale, indien deze door de betekening van het vonnis kennis heeft kunnen nemen van de inhoud daarvan, de gelegenheid moet worden geboden om binnen een redelijke termijn aan de proceskostenveroordeling in dit vonnis te voldoen, waarbij een termijn van veertien dagen als een redelijke termijn voor nakoming wordt gezien.
Nakosten
4.12.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt Schildercentrale om aan Linq te betalen een bedrag van € 14.815,15, te vermeerderen met de contractuele rente van 12% (per jaar) vanaf 6 april 2022 over een bedrag van € 13.683,00 en vanaf 18 mei 2022 over een bedrag van € 1.624,18, tot aan de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Schildercentrale om aan Linq te betalen een bedrag van € 1.455,21 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt Schildercentrale in de proceskosten, aan de zijde van Linq tot dit vonnis vastgesteld op € 2.279,33, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt Schildercentrale in de na dit vonnis ontstane nakosten, begroot op
€ 120,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten, met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Karsten-Badal en in het openbaar uitgesproken op
21 juni 2023.