ECLI:NL:RBZWB:2023:478

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 januari 2023
Publicatiedatum
27 januari 2023
Zaaknummer
10252046_E25012023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
  • P. Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling uit koopovereenkomst met internationale aspecten

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 januari 2023 uitspraak gedaan in een civiele procedure waarbij de eiseres, Coeo Securitisation Ltd., een rechtspersoon naar buitenlands recht gevestigd in Dublin, Ierland, een vordering heeft ingediend tegen een gedaagde die niet is verschenen. De eiseres, vertegenwoordigd door de gemachtigde Janssen & Janssen c.s. Gerechtsdeurwaarders te Eindhoven, vorderde betaling van een bedrag van € 78,73, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De gedaagde was niet verschenen op de zitting en had ook geen schriftelijk verweer ingediend, waardoor verstek werd verleend.

De kantonrechter heeft ambtshalve de bevoegdheid van de Nederlandse rechter getoetst, aangezien de eiseres in het buitenland is gevestigd. De rechter oordeelde dat de Nederlandse rechter bevoegd is op basis van artikel 4 lid 1 van de Verordening (EU) nr. 1215/2012, omdat de gedaagde in Nederland woont. Daarnaast werd vastgesteld welk recht van toepassing is op de overeenkomst. Aangezien Nederland en Ierland beide partij zijn bij de Verordening (EU) nr. 593/2008 (Rome I), werd geconcludeerd dat Nederlands recht van toepassing is op de vordering.

De kantonrechter oordeelde dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond was en heeft deze toegewezen. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten, die zijn begroot op € 272,22. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 10252046 CV EXPL 22-3690
vonnis d.d. 25 januari 2023
inzake
de rechtspersoon naar buitenlands recht Coeo Securitisation Ltd.,
gevestigd te Dublin (Ierland),
eiseres,
gemachtigde: Janssen & Janssen c.s. Gerechtsdeurwaarders te Eindhoven,
tegen
[gedaagde],
wonende te [gedaagde],
gedaagde,
niet verschenen.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de dagvaarding van 12 december 2022 met producties.

2.De feiten

2.1
Tussen Zalando SE en gedaagde is via de website van Zalando SE een koopovereenkomst tot stand gekomen.
2.2
Zalando SE heeft haar vordering gecedeerd aan eiseres.

3.Het geschil en de beoordeling

3.1
Eiseres heeft op de bij dagvaarding omschreven gronden, welke hier als herhaald en ingelast gelden, gevorderd gedaagde, uitvoerbaar bij voorraad, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te veroordelen tot betaling van het bedrag van € 78,73, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 38,25 vanaf 12 december 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede met veroordeling van gedaagde in de proceskosten.
3.2
Gedaagde is, hoewel behoorlijk gedagvaard, niet ter zitting verschenen en heeft ook niet tijdig een schriftelijk antwoord ingediend of om uitstel verzocht, zodat tegen deze verstek is verleend.
3.3
Vanwege de buitenlandse vestigingsplaats van eiseres moet de kantonrechter ambtshalve de
bevoegdheid van de Nederlandse rechter toetsen. Naar het oordeel van de kantonrechter is de
Nederlandse rechter op grond van artikel 4 lid 1 van de in deze toepasselijke Verordening
(EU) nr. 1215/2012 bevoegd om van de vordering kennis te nemen, aangezien gedaagde in
Nederland woonachtig is. De kantonrechter te Bergen op Zoom is, gelet op de woonplaats van gedaagde, bevoegd om van het geschil kennis te nemen.
3.4
Voorts is aan de orde welk recht op de overeenkomst van toepassing is. Hierover wordt het volgende overwogen. Nederland en Ierland zijn beide partij bij de Verordening (EU)
nr. 593/2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I). Eiseres heeft middels cessie overgedragen gekregen van Zalando SE de openstaande vordering uit hoofde van een tussen Zalando SE en gedaagde gesloten consumentenovereenkomst. Ingevolge artikel 14 lid 2 van de Verordening (EU) nr. 593/2008 wordt de betrekking tussen eiseres als cessionaris en gedaagde als schuldenaar beheerst door het recht dat op de gecedeerde vordering van toepassing is. Gelet op artikel 17 lid 1 van de Algemene Voorwaarden Thuiswinkel in samenhang met artikel 6 lid 2 Rome I is in dit geval Nederlands recht van toepassing.
3.5
De vordering komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat deze zal worden toegewezen.
3.6
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Deze proceskosten worden tot op heden begroot op:
- explootkosten € 107,22
- salaris gemachtigde € 37,00
- griffierecht € 128,00
------------
totaal € 272,22

4.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt gedaagde om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te betalen een bedrag van € 78,73, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 38,25 vanaf 12 december 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt gedaagde in de kosten van dit geding, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 272,22;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 25 januari 2023, in tegenwoordigheid van de griffier.