In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 juli 2023, wordt het beroep van eiser beoordeeld tegen het niet tijdig beslissen door het UWV op zijn bezwaar van 22 februari 2022. Dit bezwaar betreft de beëindiging van zijn uitkering ingevolge de Ziektewet, welke beslissing door het UWV op 3 februari 2022 was genomen. Eiser stelt dat het UWV niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn heeft beslist op zijn bezwaar. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat het UWV de beslistermijn heeft overschreden. Eiser heeft het UWV op 12 december 2022 in gebreke gesteld, maar het UWV heeft tot op heden geen nieuw besluit genomen.
De rechtbank legt het UWV op om binnen vier maanden na de uitspraak alsnog een besluit op het bezwaar te nemen. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser krijgt ook een vergoeding van € 418,50 voor proceskosten, en het UWV moet het griffierecht van € 50,- aan eiser vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.