Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[eiser01] ,
[gedaagde sub03],
1.De procedure in de hoofdzaak
- het tussenvonnis van 15 juni 2022;
- de mondelinge behandeling van 17 januari 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De procedure in de vrijwaringszaak
- het tussenvonnis van 15 juni 2022;
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie, tevens akte overlegging producties;
- de mondelinge behandeling van 17 januari 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
3.De feiten
4.Het geschil
in de hoofdzaak
5.De beoordeling
in de hoofdzaak
de verwijten onder 5, 6 en 7
de overige verwijten slagen
de verwijten onder 5, 6 en 7
de overige verwijten slagen
géén constructieve schade
scheurvorming en beschadiging stucwerk
“niet meer dan € 10.000,00 kan bedragen”. De rechtbank begroot de schade dan ook op € 10.000,00. Op dit bedrag zal het reeds door [gedaagde sub03] aan [eisers01] betaalde bedrag in overweging 3.19. (exclusief de daarover betaalde wettelijke rente) in mindering worden gebracht. De rechtbank zal [gedaagde sub03] en [gedaagde sub01] dan ook hoofdelijk veroordelen tot betaling van een bedrag van (afgerond) € 3.900,00.
de lekkages en het dak
de misgelopen huurinkomsten [eiser01]
staken exploitatie [eiser02]
overige schade (cosmetische) herstelwerkzaamheden
[gedaagde sub02] en de Stichting
1.196,00(2,0 punten × tarief € 598,00)
[eisers01]
1.016,00(2,0 punten × tarief € 508,00)
“CAR-verzekering door [gedaagde in conventie01] B.V. voor eventuele schade in welke vorm dan ook”zijn overeengekomen dat [gedaagde in conventie01] een CAR-verzekering zou afsluiten die voldoende dekking bood voor de schade die is ontstaan. De aansprakelijkheid van [eiser in conventie01] is op basis van deze bepaling uitgesloten. [gedaagde in conventie01] heeft dit niet dan wel onvoldoende weersproken. In de conclusie van antwoord voert [gedaagde in conventie01] ten aanzien van de gemaakte afspraken nog aan dat de offerte niet stilzwijgend is aanvaard, maar zij heeft dit niet nader onderbouwd. Ter zitting heeft de heer [gedaagde in conventie01] bovendien desgevraagd verklaard dat hij voor een CAR-verzekering zou zorg dragen. De daarop door haar ingenomen stelling dat geen sprake is van een tekortkoming omdat [gedaagde in conventie01] wist dat [eiser in conventie01] een verzekering had afgesloten faalt. Dit ontslaat [gedaagde in conventie01] namelijk niet van haar verplichting om zorg te dragen voor een (deugdelijke) CAR-verzekering. De rechtbank is dan ook van oordeel dat [gedaagde in conventie01] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst en in de onderlinge verhouding met [eiser in conventie01] volledig aansprakelijk is, omdat haar verzekering geen dekking biedt.
1.794,00(3,0 punten × tarief € 598,00)