ECLI:NL:RBZWB:2023:4800
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak betreffende Ziektewetuitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 juli 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een verzoekster en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De verzoekster had een Ziektewetuitkering die per 4 februari 2019 zou eindigen, omdat verweerder stelde dat zij op die datum hersteld was. Echter, in een later besluit van 23 januari 2023 trok verweerder het eerdere besluit in en erkende dat de verzoekster op en na 4 februari 2019 nog steeds ziek was, waardoor de ZW-uitkering doorloopt. Verzoekster trok haar beroep in, maar vroeg wel om een proceskostenveroordeling.
De rechtbank oordeelde dat verweerder tegemoet was gekomen aan het beroep van verzoekster en dat de proceskosten vergoed moesten worden. De rechtbank deed uitspraak zonder zitting op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht. De kosten voor rechtsbijstand werden vastgesteld op € 837,-, en verweerder werd ook verplicht om het griffierecht van € 50,- te vergoeden. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen ontvingen een afschrift van de beslissing.