Op 12 juli 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het dealen in hard- en softdrugs. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 28 juni 2023, waarbij de officier van justitie, mr. J.J. Peerboom, en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De tenlastelegging omvatte het dealen van cocaïne, MDMA, amfetamine, LSD, hennep en hasj in de periode van 15 juli 2020 tot en met 20 oktober 2020. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de verkoop van LSD en sprak de verdachte vrij van dit onderdeel. Ook het medeplegen werd niet bewezen geacht, maar de rechtbank achtte de verkoop van cocaïne, MDMA, amfetamine, hennep en hasj wel wettig en overtuigend bewezen, mede op basis van de bekennende verklaring van de verdachte en de processen-verbaal van de politie.
De rechtbank hield rekening met de jeugdige leeftijd van de verdachte, die ten tijde van de feiten 18 jaar oud was, en met de persoonlijke omstandigheden, waaronder het overlijden van zijn vriendin door een overdosis. De officier van justitie had een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden en een taakstraf van 170 uren geëist, maar de rechtbank besloot tot een onvoorwaardelijke taakstraf van 150 uren. De rechtbank overwoog dat het dealen van drugs een ernstig vergrijp is, maar dat de verdachte inmiddels zijn leven op de rit heeft en een laag recidiverisico vertoont. De rechtbank verklaarde ook dat de in beslag genomen voorwerpen, waaronder geld en een iPhone, verbeurd verklaard worden, terwijl andere in beslag genomen voorwerpen aan de verdachte worden teruggegeven.