In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 juli 2023, wordt het beroep van eiseres beoordeeld tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal. Eiseres heeft beroep ingesteld omdat het college niet tijdig heeft beslist op haar bezwaren, zoals eerder opgelegd door de rechtbank in een uitspraak van 25 april 2022. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, aangezien het college niet binnen de gestelde termijn een nieuw besluit heeft genomen. De rechtbank heeft het college op 19 april en 19 mei 2023 verzocht om de benodigde stukken in te dienen, maar het college heeft slechts enkele documenten ingediend, waardoor de rechtbank op basis van de beschikbare informatie uitspraak doet zonder zitting.
De rechtbank bepaalt dat het college binnen twee weken na deze uitspraak alsnog een besluit moet nemen op de bezwaren van eiseres. Tevens legt de rechtbank een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat het college de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank stelt ook de reeds verschuldigde bestuurlijke dwangsom vast op € 1.442,-, omdat er meer dan 42 dagen zijn verstreken sinds de ingebrekestelling. Eiseres krijgt ook een vergoeding van € 418,50 voor proceskosten, en het college moet het griffierecht van € 50,- aan eiseres vergoeden.
De uitspraak benadrukt de verplichting van bestuursorganen om tijdig te beslissen op aanvragen en bezwaarschriften, en de consequenties van het niet naleven van deze verplichtingen, waaronder de mogelijkheid van het opleggen van dwangsommen.