ECLI:NL:RBZWB:2023:4863

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 juli 2023
Publicatiedatum
11 juli 2023
Zaaknummer
10350451 CV EXPL 23-608 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Rouwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming wegens huurachterstand

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Bazalt Wonen en een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De eisende partij, Bazalt Wonen, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde vanwege een huurachterstand van meer dan drie maanden. De gedaagde had een huurachterstand opgebouwd van € 8.241,35 over de periode van 1 september 2021 tot en met 1 juni 2023, en had niet gereageerd op de aanmaningen van Bazalt Wonen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde tekortgeschoten is in de nakoming van de huurovereenkomst, en dat er geen sprake is van een geringe tekortkoming die de ontbinding zou rechtvaardigen. De rechter heeft de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde toegewezen. Tevens is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur, wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De rechter heeft de ontruimingstermijn vastgesteld op twee weken na betekening van het vonnis, met de mogelijkheid voor de gedaagde om een betalingsregeling te treffen met een bewindvoerder.

De uitspraak benadrukt de rechten van verhuurders bij huurachterstanden en de mogelijkheden voor ontbinding van huurovereenkomsten in geval van wanbetaling. De rechter heeft de gedaagde in de proceskosten veroordeeld, die zijn vastgesteld op € 1.302,30. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Bazalt Wonen direct kan overgaan tot uitvoering van de ontruiming.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10350451 \ CV EXPL 23-608
Vonnis van 5 juli 2023
in de zaak van
STICHTING BAZALT WONEN voorheen handelend onder de naam Stichting Woonlinie,
te Altena,
eisende partij,
hierna te noemen: Bazalt Wonen,
gemachtigde: J.S. Belgers, gerechtsdeurwaarder,
tegen
[gedaagde01],
te [plaats01] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde01] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 10 mei 2023,
- de brief van Bazalt Wonen met als bijlage een specificatie van de huurachterstand,
- de mondelinge behandeling van 6 juni 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Tussen Bazalt Wonen als verhuurster en [gedaagde01] als huurder bestaat een huurovereenkomst met betrekking tot de woning aan de [adres01] te [plaats01] (hierna het gehuurde).
2.2.
Op grond van deze huurovereenkomst is [gedaagde01] bij vooruitbetaling huur aan Bazalt Wonen verschuldigd, laatstelijk bedragend € 842,47 per maand. [gedaagde01] heeft een huurachterstand laten ontstaan.

3.Het geschil

3.1.
Bazalt Wonen vordert – samengevat – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de tussen partijen bestaande huurovereenkomst te ontbinden en [gedaagde01] te veroordelen tot ontruiming van het gehuurde, alsmede om [gedaagde01] te veroordelen tot betaling van € 8.241,35 aan achterstallige huur (en afrekening servicekosten) over de periode van 1 september 2021 tot en met 1 juni 2023, te vermeerderen met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, alsmede een bedrag gelijk aan de huurtermijnen als gebruiksvergoeding vanaf datum van ontbinding van de huurovereenkomst, met een veroordeling van [gedaagde01] in de proceskosten.

4.De beoordeling

4.1.
[gedaagde01] heeft de ter zitting gespecificeerde huurachterstand (inclusief afrekening en verrekening van servicekosten) berekend tot en met de maand juni 2023 niet betwist, zodat de hoofdsom van € 8.241,35 toewijsbaar is.
4.2.
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten dienen beoordeeld te worden aan de hand van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Bazalt Wonen heeft op 4 januari 2023 aan [gedaagde01] een aanmaning verzonden, die voldoet aan de in artikel 6:96 lid 6 BW gestelde vereisten. [gedaagde01] heeft niet weersproken dat hij deze aanmaning heeft ontvangen, waardoor van de ontvangst van deze aanmaning door [gedaagde01] wordt uitgegaan. [gedaagde01] is niet tot betaling van de huurachterstand overgegaan zodat het bedrag van € 595,11 aan buitengerechtelijke incassokosten vermeerderd met € 124,97 aan btw voor toewijzing in aanmerking komt.
4.3.
De gevorderde wettelijke rente is niet weersproken en zal worden toegewezen op de hierna in het dictum te vermelden wijze.
4.4.
Ten aanzien van de vorderingen tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde wordt als volgt overwogen. Ingevolge artikel 6:265 lid 1 BW geeft iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. [gedaagde01] is tekortgeschoten in de nakoming van de huurovereenkomst. Ten tijde van de dagvaarding bestond er een huurachterstand van drie maanden, die vervolgens fors is opgelopen. Van een geringe tekortkoming of een tekortkoming van bijzondere aard is geen sprake. De kantonrechter zal de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde dan ook toewijzen.
4.5.
Ter zitting heeft [gedaagde01] toegelicht dat hij bereid is om – met tussenkomst van een bewindvoerder – de betalingsachterstand af te lossen met een betalingsregeling. Bazalt Wonen is bereid dit een kans te geven door het ontruimingsvonnis na betekening nog niet ten uitvoer te leggen. De kantonrechter heeft hiervan kennis genomen en zal de ontruimingstermijn bepalen op twee weken na betekening van dit vonnis. De kantonrechter zal, gezien het voornemen van [gedaagde01] , een bewindvoerder vragen om contact op te nemen met [gedaagde01] .
4.6.
[gedaagde01] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Bazalt Wonen als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
128,30
- griffierecht
514,00
- salaris gemachtigde
660,00
(2,00 punten × € 330,00)
Totaal
1.302,30

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
ontbindt met ingang van de dag na heden de huurovereenkomst tussen partijen betreffende de woning met aanhorigheden, staande en gelegen te [plaats01] aan de [adres01] ;
5.2.
veroordeelt [gedaagde01] om het gehuurde binnen twee weken na de betekening van dit vonnis met al degenen die en al hetgene dat zich daarin vanwege [gedaagde01] bevinden, te ontruimen en te verlaten en met afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van Bazalt Wonen te stellen;
5.3.
veroordeelt [gedaagde01] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Bazalt Wonen te betalen een bedrag van € 8.241,35 aan achterstallige huur (inclusief afrekening en verrekening van servicekosten) berekend tot en met juni 2023, te vermeerderen met de wettelijke toegestane huurverhoging,
5.4.
veroordeelt [gedaagde01] tot betaling van de wettelijke rente vanaf de vervaldata van de verschuldigde huurtermijnen tot de dag van algehele voldoening,
5.5.
veroordeelt [gedaagde01] om aan Bazalt Wonen te betalen een bedrag van € 595,11 aan buitengerechtelijke incassokosten en € 124,97 aan btw,
5.6.
veroordeelt [gedaagde01] om aan Bazalt Wonen te betalen € 842,47 per maand of gedeelte daarvan dat [gedaagde01] het gehuurde na 1 juni 2023 in gebruikt houdt, te vermeerderen met een bedrag gelijk aan de wettelijke huurverhoging,
5.7.
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten, aan de zijde van Bazalt Wonen tot dit vonnis vastgesteld op € 1.302,30,
5.8.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Rouwen en in het openbaar uitgesproken op
5 juli 2023.