ECLI:NL:RBZWB:2023:4864
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van bezwaren tegen besluiten inzake de NOW-regelingen
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiseres tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar bezwaren door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen twee besluiten van de minister, waarbij de aanvragen voor tegemoetkomingen in loonkosten op grond van de NOW-regelingen waren afgewezen en bedragen van haar waren teruggevorderd. De rechtbank constateert dat de bezwaren niet tijdig zijn ingediend, wat leidt tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep tegen de beslissing op bezwaar van 2 juli 2021. De rechtbank oordeelt dat de termijnoverschrijdingen niet verschoonbaar zijn, ondanks de door eiseres aangevoerde redenen, zoals onduidelijkheid over de regelingen en personeelsproblemen door coronamaatregelen. De rechtbank benadrukt dat termijnen van bezwaar en beroep van openbare orde zijn en dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij gedurende de gehele termijn niet in staat was om tijdig bezwaar of beroep in te dienen. De rechtbank verklaart het beroep tegen de beslissing op bezwaar van 2 juli 2021 niet-ontvankelijk en het beroep tegen de beslissing op bezwaar van 12 september 2022 ongegrond. De minister wordt veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en proceskosten aan eiseres.