ECLI:NL:RBZWB:2023:4885

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 juli 2023
Publicatiedatum
12 juli 2023
Zaaknummer
AWB- 23_1590
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens ontbreken van het bestreden besluit

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 juli 2023, wordt het beroep van eiser behandeld. Eiser heeft geen kopie van het bestreden besluit bijgevoegd bij zijn beroepschrift, wat volgens artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan leiden tot niet-ontvankelijkheid. De rechtbank heeft eiser meerdere keren de gelegenheid gegeven om het verzuim te herstellen, maar hij heeft geen duidelijk besluit overgelegd waartegen het beroep is gericht. Eiser heeft op verzoeken van de rechtbank niet gereageerd en heeft geen verontschuldiging voor het verzuim gegeven. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiser niet heeft voldaan aan de vereisten van de Awb. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/1590

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 juli 2023 in de zaak van

[naam eiser] , uit [plaatsnaam] , eiser

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiser.
2. Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat eiser geen kopie van het bestreden besluit heeft bijgevoegd en dat verzuim niet tijdig heeft hersteld. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
4. Iemand die beroep instelt, moet bij zijn beroepschrift zo mogelijk een kopie van het bestreden besluit bijvoegen. [1] Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank na een herstelmogelijkheid het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren. [2]
Heeft eiser tijdig een kopie van het bestreden besluit aan de rechtbank gestuurd?
5. Eiser heeft in zijn beroepschrift de rechtbank verzocht om hem op afstand te houden van zorgverzekeraar [naam zorgverzekeraar] en om een schadevergoeding voor zijn regelmatige ergernis en aantasting van zijn goede naam. In het beroepschrift is geen duidelijke omschrijving van het besluit gegeven, waartegen het beroep is gericht. Eiser heeft ook geen kopie van een besluit bijgevoegd.
6. De rechtbank heeft eiser in haar brief van 3 maart 2023 verzocht om binnen vier weken dit verzuim te herstellen. Eiser heeft vervolgens op 30 maart 2023 een pakket met stukken ingediend: een kopie van een bezwaarschrift gericht aan het CAK met bijlagen.
7. Op 4 april 2023 heeft de rechtbank eiser opnieuw vier weken de gelegenheid gegeven om het besluit over te leggen, waartegen het beroep is gericht. De rechtbank heeft eiser erop gewezen dat, als hij van die gelegenheid geen gebruik maakt, de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk kan verklaren. Eiser heeft daarop een groot aantal stukken overgelegd, maar bij die stukken was geen besluit gevoegd.
8. De rechtbank heeft eiser op 15 mei 2023 bericht dat het haar niet duidelijk is geworden op welk besluit het beroep betrekking heeft. De rechtbank heeft eiser verzocht om binnen drie weken het bestreden besluit over te leggen, en om daarbij geen andere stukken te voegen. De rechtbank heeft eiser opnieuw gewezen op het risico van niet-ontvankelijkverklaring.
9. Eiser heeft op de brief van 15 mei 2023 niet gereageerd.
Is het niet tijdig insturen van een kopie van het bestreden besluit verontschuldigbaar?
10. Eiser heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

11. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. van Alphen, rechter, in aanwezigheid van N.A. D’Hoore, griffier, op 10 juli 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Dit staat in artikel 6:5, tweede lid, van de Awb.
2.Dit staat in artikel 6:6 van de Awb.