ECLI:NL:RBZWB:2023:4928

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 juni 2023
Publicatiedatum
12 juli 2023
Zaaknummer
C/02/406821 / HA ZA 23-104 (T)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. van der Lende-Mulder Smit
  • A. Kool
  • J. van den Boom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervroegde onteigening en overeenstemming over schadeloosstelling en juridische kosten

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 juni 2023 een vonnis gewezen in een procedure over vervroegde onteigening. De eiser, de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, heeft een onteigening gevorderd van een perceel dat in eigendom toebehoort aan de gedaagde, die niet verzet heeft tegen de gevorderde onteigening. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Staat de vereiste formaliteiten en termijnen in de Onteigeningswet heeft nageleefd. De onteigening is uitgesproken ten algemene nutte, waarbij de rechtbank de onroerende zaken heeft aangeduid die onteigend worden.

Partijen hebben overeenstemming bereikt over de hoogte van de schadeloosstelling, waarbij de Staat heeft aangeboden een bedrag van € 90.000,00 te voldoen aan de gedaagde. Dit bedrag omvat ook een vergoeding voor de beëindiging van de pacht van bepaalde percelen. De rechtbank heeft echter bepaald dat er geen schadeloosstelling kan worden vastgesteld voor het verlies van pachtrechten, aangezien dit onderwerp in een andere procedure aan de orde is. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol van 21 juni 2023, waar de Staat de gelegenheid krijgt om een akte in te dienen over welk deel van het totaalbedrag aan schadeloosstelling betrekking heeft op de onteigening.

De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de Staat met de derde partijen, Enexis Netbeheer B.V. en Waterschap Rivierenland, een minnelijke regeling heeft getroffen, waardoor verdere bespreking van hun belangen niet meer nodig is. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de rechtbank heeft bepaald dat een uittreksel van het vonnis in het nieuwsblad BN De Stem moet worden geplaatst. De verdere beslissingen zijn aangehouden, en de rechtbank heeft de zaak naar de rol verwezen voor verdere behandeling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster II Handelszaken
Middelburg
zaaknummer / rolnummer: C/02/406821 / HA ZA 23-104
Vonnis van 7 juni 2023
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE STAAT DER NEDERLANDEN(Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat),
zetelend te 's-Gravenhage,
eiser,
advocaten mr. R.C.K. van Andel en mr. S. Schuite,
tegen
[gedaagde01],
wonende te [woonplaats01] ,
gedaagde,
advocaat mr. B. Baan te Etten-Leur.
Partijen zullen hierna de Staat en [gedaagde01] worden genoemd.

1.1. De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de akte van depot van 29 juni 2022
- de dagvaarding van 17 februari 2023 met productie
- de exploten van overbetekening van 22 februari 2023 van de dagvaarding aan Enexis Netbeheer B.V. en Waterschap Rivierenland
- de conclusie van antwoord
- de akte van de Staat
- de antwoordakte van [gedaagde01]
- de e-mail van 26 mei 2023 van de Staat met kostenopgaven van de rechtbankdeskundigen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
[gedaagde01] verzet zich niet tegen de gevorderde onteigening. De rechtbank zal derhalve, nu ook de stellingen van de Staat het gevorderde kunnen dragen en de in de Onteigeningswet voorgeschreven formaliteiten en termijnen zijn nageleefd, ten name van de Staat de onteigening ten algemene nutte uitspreken van het aan [gedaagde01] in eigendom toebehorende perceel en de perceelsgedeelten:
- kadastraal bekend [kadastrale aanduiding01] , ter grootte van 1.235 m², grondplannummer [nummer01] ,
- kadastraal bekend [kadastrale aanduiding02] (totaal groot 17.540 m²), ter grootte van 1.341 m², grondplannummer [nummer02] ,
- kadastraal bekend [kadastrale aanduiding03] (totaal groot 5.585 m²), ter grootte van 3.517 m², grondplannummer [nummer03] ,
- kadastraal bekend [kadastale aanduiding01] (totaal groot 36.740 m²), ter grootte van 143 m², grondplannummer [nummer04] ,
- kadastraal bekend [kadastrale aanduiding04] (totaal groot 16.515 m²), ter grootte van 715 m², grondplannummer [nummer05] .
2.2.
Partijen hebben overeenstemming bereikt over de hoogte van de schadeloosstelling. De Staat heeft aangeboden aan [gedaagde01] een bedrag van € 90.000,00 te voldoen.
De Staat stelt dat dit bedrag tevens een vergoeding omvat voor de beëindiging van de pacht van de percelen kadastraal bekend [kadastrale aanduiding05] en [nummer06] . Met betrekking tot deze gronden is een afzonderlijke procedure aanhangig bij deze rechtbank met zaak-/rolnummer C/02/406826 / HA ZA 23-105 (Staat der Nederlanden / mr. H.P. Wiersema q.q.), waarin bij vonnis van 29 maart 2023 de vervroegde onteigening is uitgesproken.
[gedaagde01] aanvaardt dit door de Staat ter zake van de schadeloosstelling aangeboden bedrag.
2.3.
De rechtbank overweegt dat in onderhavige zaak alleen een bedrag aan schadeloosstelling kan worden vastgesteld voor ontneming van de eigendom van het hiervoor onder 2.1. genoemde perceel en de genoemde perceelsgedeelten van [gedaagde01] . Er kan geen bedrag aan schadeloosstelling worden vastgesteld voor het verlies van pachtrechten door [gedaagde01] , zoals aan de orde in de onteigeningszaak met nummer C/02/406826 / HA ZA 23-105.
De rechtbank zal de zaak daarom verwijzen naar de rol van 21 juni 2023. De Staat kan zich bij akte uitlaten welk deel van het totaalbedrag aan schadeloosstelling geldt als aanbod voor de ontneming van de eigendom. [gedaagde01] zal vervolgens in de gelegenheid worden gesteld een antwoordakte te nemen.
2.4.
De Staat stelt voorts dat hij met de in de dagvaarding genoemde derde Enexis Netbeheer B.V. en Waterschap Rivierenland een minnelijke regeling heeft getroffen en biedt hen een vergoeding aan van nihil. Gelet daarop gaat de rechtbank ervan uit dat dit in de dagvaarding gedane aanbod aan deze belanghebbenden geen bespreking en beslissing meer behoeft.
2.5.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
spreekt vervroegd uit ten name van de Staat en ten algemenen nutte de onteigening, vrij van alle lasten en rechten, van de onroerende zaken die zijn aangeduid op de grondplantekening met nummers [nummer01] , [nummer02] , [nummer03] , [nummer04] en [nummer05] , welke grondplantekening ingevolge de wet ter inzage heeft gelegen en in het Koninklijk Besluit van 8 maart 2022 (nr. 2022000491, Stcrt. 12 april 2022, nr. 8663) nader aangeduid als:
- grondplannummer [nummer01] : het gehele perceel, kadastraal bekend [kadastrale aanduiding01] , groot 1.235 m², kadastraal omschreven als “Terrein (akkerbouw)”,
  • grondplannummer [nummer02] : een deel van 1.341 m² van het perceel, kadastraal bekend [kadastrale aanduiding02] , groot 17.540 m², kadastraal omschreven als “Terrein (grasland)”,
  • grondplannummer [nummer03] : een deel van 3.517 m² van het perceel, kadastraal bekend [kadastrale aanduiding03] groot 5.585 m², kadastraal omschreven als “Terrein (akkerbouw)”,
  • grondplannummer [nummer04] : een deel van 143 m² van het perceel, kadastraal bekend [kadastale aanduiding01] , groot 36.740 m², kadastraal omschreven als “Terrein (akkerbouw)”,
  • grondplannummer [nummer05] : een deel van 715 m² van het perceel, kadastraal bekend [kadastrale aanduiding04] , groot 16.515 m², kadastraal omschreven als “Terrein (akkerbouw)”,
en zoals afgebeeld op de aan dit vonnis gehechte kaartweergaven met coördinaten,
3.2.
wijst BN De Stem aan als het nieuwsblad waarin een uittreksel van dit vonnis dient te worden geplaatst,
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.4.
verwijst de zaak naar de rol van 21 juni 2023, voor het nemen van een akte door de Staat zoals overwogen in 2.3.,
3.5.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van der Lende-Mulder Smit, mr. Kool en mr. Van den Boom en in het openbaar uitgesproken op 7 juni 2023.