In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 juli 2023, vorderde de stichting Beveland Wonen, vertegenwoordigd door gemachtigde M.P.A. Roelands van AGIN Timmermans Gerechtsdeurwaarders, de ontbinding van de huurovereenkomst met de gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De gedaagde erkende een huurachterstand van € 3.779,64, ontstaan door persoonlijke en financiële omstandigheden, en verzocht om een betalingsregeling om in de woning te kunnen blijven. De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand van bijna zeven maanden de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De vordering tot ontruiming werd eveneens toegewezen, waarbij de kantonrechter de gedaagde erop wees dat Beveland niet verplicht was om van het vonnis tot ontruiming gebruik te maken, mits er een goede betalingsregeling werd getroffen. De kantonrechter kende ook de gevorderde buitengerechtelijke kosten en rente toe, en veroordeelde de gedaagde in de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.