ECLI:NL:RBZWB:2023:4952

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 maart 2023
Publicatiedatum
13 juli 2023
Zaaknummer
9867951 CV EXPL 22-1243 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Thielen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale koopovereenkomst en betalingsgeschil tussen Belgische en Nederlandse partijen

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, hebben de eisers, twee Belgische partijen, een vordering ingesteld tegen Zeeland Trade B.V., een Nederlandse besloten vennootschap, wegens onbetaalde facturen voor de levering van consumptieaardappelen. De eisers vorderden een bedrag van € 2.168,84, wettelijke handelsrente, en buitengerechtelijke incassokosten. Zeeland Trade voerde aan dat er sprake was van verrekening van bedragen die de eisers aan haar zouden moeten betalen op basis van eerdere facturen. De kantonrechter oordeelde dat Zeeland Trade niet ter zitting was verschenen, waardoor zij haar verweer niet kon toelichten. Dit had gevolgen voor de beoordeling van de vorderingen.

De kantonrechter bevestigde dat de Nederlandse rechter bevoegd was op basis van de Brussel I bis-verordening, en dat het Weens Koopverdrag van toepassing was op de koopovereenkomst. De rechter oordeelde dat Zeeland Trade een bedrag van € 2.168,84 onbetaald had gelaten, maar dat haar beroep op verrekening niet slaagde. De kantonrechter wees de vordering van de eisers toe, met inbegrip van de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke kosten. De vordering in reconventie van Zeeland Trade werd afgewezen, omdat de stellingen die zij had gepresenteerd reeds waren verworpen in het kader van de conventionele vordering. De proceskosten werden toegewezen aan de eisers, aangezien Zeeland Trade grotendeels ongelijk kreeg.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Middelburg
Zaaknummer: 9867951 CV EXPL 22-1243
Vonnis van 8 maart 2023
in de zaak van

1.[eiser in conventie01] ,2. [eiser in conventie02] ,

beiden wonende te [woonplaats01] (België),
eisers in conventie,
verweerders in (voorwaardelijke) reconventie,
hierna samen te noemen: [eisers01] ,
gemachtigde: mr. J.A.J. Hooymayers,
tegen
de besloten vennootschap
ZEELAND TRADE B.V.,
gevestigd te Hulst en kantoorhoudende te Vogelwaarde,
gedaagde in conventie,
eiser in (voorwaardelijke) reconventie,
hierna te noemen: Zeeland Trade,
vertegenwoordigd door [naam01] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 29 juni 2022 en alle daarin genoemde processtukken;
- de conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie met producties;
- de aantekeningen van de griffier van de op 6 februari 2023 gehouden mondelinge behandeling.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eisers01] hebben aan Zeeland Trade consumptieaardappelen verkocht en geleverd.
2.2.
In verband met de levering van deze consumptieaardappelen hebben [eisers01] op of omstreeks 1 augustus 2021 een factuur aan Zeeland Trade gestuurd voor een bedrag van € 22.648,72.
2.3.
Na meerdere sommaties heeft Zeeland Trade op 18 januari 2022 een bedrag van
€ 20.000,00 aan [eisers01] betaald.
2.4.
Verder heeft Zeeland Trade op 29 april 2022 een bedrag van € 479,88 aan [eisers01] voldaan.

3.Het geschil

In conventie
3.1.
[eisers01] vorderen bij vonnis, na vermindering van eis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad -samengevat- Zeeland Trade te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eisers01] te voldoen:
1. een bedrag in hoofdsom van € 2.168,84;
2. de wettelijke handelsrente ten bedrage van € 748,96, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over een bedrag van € 2.168,84 vanaf 22 april 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
3. de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 1.001,49, alsook
Zeeland Trade te veroordelen in de kosten van het geding alsmede de nakosten.
3.2.
[eisers01] leggen aan hun vordering ten grondslag dat Zeeland Trade haar betalingsverplichting die voortvloeit uit de tussen partijen gesloten koopovereenkomst niet geheel is nagekomen door een deel van de factuur van 1 augustus 2021 onbetaald te laten. Nu Zeeland Trade door de tekortkoming in de nakoming van haar betalingsverplichting in verzuim is geraakt, vorderen [eisers01] wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten.
3.3.
Zeeland Trade doet een beroep op verrekening. Zeeland Trade voert aan dat [eisers01] in de periode van 2017 tot 2022 op verschillende facturen een totaalbedrag van € 2.168,84 te weinig aan haar hebben betaald. Dit bedrag heeft Zeeland Trade verrekend met het nog openstaande bedrag op de factuur van [eisers01] Na verrekening resteerde nog een bedrag van € 479,88. Dit bedrag heeft Zeeland Trade op 29 april 2022 aan [eisers01] overgemaakt. [eisers01] hebben dan ook geen vordering meer op Zeeland Trade.
In (voorwaardelijke) reconventie
3.4.
Zeeland Trade vordert bij vonnis, voor zover het beroep op verrekening niet slaagt, [eisers01] hoofdelijk te veroordelen om aan Zeeland Trade te betalen een bedrag van € 2.168,84, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over de te weinig betaalde factuurbedragen vanaf de vervaldata, alsmede [eisers01] te veroordelen in de proceskosten.
3.5.
[eisers01] erkennen dat zij op de factuur van 3 mei 2019 (factuurnummer: [nummer01] ) een bedrag van € 0,05 te weinig hebben betaald. [eisers01] betwisten dat zij met betrekking tot de andere door Zeeland Trade overgelegde facturen nog een bedrag verschuldigd zouden zijn.
3.6.
De standpunten van partijen komen hierna - voor zover van belang - nader aan de orde.
4. De beoordeling
In conventie en in (voorwaardelijke) reconventie
4.1.
Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en reconventie zullen
deze gezamenlijk worden beoordeeld.
4.2.
Zeeland Trade is niet op de mondelinge behandeling verschenen. In het tussenvonnis is overwogen dat de oproep aan partijen om ter zitting te verschijnen niet vrijblijvend is en dat de kantonrechter aan een eventueel niet verschijnen van een partij de gevolgen kan verbinden die haar geraden voorkomen. Nu Zeeland Trade niet ter zitting is verschenen heeft zij zichzelf de mogelijkheid ontnomen de nadere toelichting van [eisers01] op hun vordering te betwisten en haar eigen vordering in reconventie nader toe te lichten.
4.3.
Omdat partijen in verschillende landen zijn gevestigd, [eisers01] in België en Zeeland Trade in Nederland, heeft het geschil een internationaal karakter. Allereerst dient de kantonrechter ambtshalve te beoordelen of zij rechtsmacht heeft. Deze vraag wordt bevestigend beantwoord op grond van artikel 4 van de in deze zaak toepasselijke Verordening (EU) nr. 1215/2012, Brussel I bis. De Nederlandse kantonrechter is bevoegd, aangezien Zeeland Trade in Nederland haar ‘woonplaats’ heeft.
4.4.
Vervolgens dient de kantonrechter te beoordelen welk recht van toepassing is. Omdat beide partijen zijn gevestigd in een verdragsstaat en het geschil een koopovereenkomst met betrekking tot roerende zaken betreft, is het Weens Koopverdrag van toepassing (artikel 1 lid 1 onder a). Vaststaat dat partijen de bepalingen van het Weens Koopverdrag niet contractueel hebben uitgesloten. Het Weens Koopverdrag regelt echter uitsluitend de totstandkoming van koopovereenkomsten en de rechten en verplichtingen van verkoper en koper voortvloeiend uit een zodanige overeenkomst. Als onweersproken staat verder vast dat partijen een rechtskeuze hebben gemaakt voor Nederlands recht, voor zover zich bij de beoordeling van het geschil vragen voordoen die niet uitdrukkelijk in het Weens Koopverdrag zijn geregeld.
4.5.
Niet in geschil is dat Zeeland Trade een bedrag van € 2.168,84 op de factuur van [eisers01] van 1 augustus 2021 onbetaald heeft gelaten. In beginsel is de vordering van [eisers01] dan ook toewijsbaar tenzij het beroep van Zeeland Trade op verrekening of de vordering in reconventie slaagt. De kantonrechter zal hieronder per factuur van Zeeland Trade eerst beoordelen of haar beroep op verrekening slaagt.
Factuur van 3 mei 2019: € 0,05 te weinig betaald
4.6.
[eisers01] hebben erkend dat als gevolg van een rekenfoutje een bedrag van € 0,05 te weinig op deze factuur is betaald. Dit betekent dat een bedrag van € 0,05 kan worden verrekend met het nog openstaande deel van de factuur van [eisers01]
Facturen van 11 september 2017 van € 521,15 en 8 juni 2018 van € 172,14: beiden niet betaald
4.7.
Uit door [eisers01] overgelegde bankoverzichten blijkt dat zij op 15 september 2017 een bedrag van € 521,15 en op 26 juni 2018 een bedrag van € 172,14 met als omschrijving het kenmerk van deze facturen aan Zeeland Trade hebben overgeboekt. Nu Zeeland Trade deze betalingen niet heeft betwist, staat als onweersproken vast dat deze facturen door [eisers01] zijn betaald. Het beroep van Zeeland Trade op verrekening met deze facturen slaagt dan ook niet.
Factuur van 15 april 2020: na verrekening € 66,75 te weinig betaald
4.8.
Ter zitting is onweersproken en voldoende onderbouwd aangevoerd dat in deze factuur door Zeeland Trade een rekenfout in het aantal geleverde kilo’s is gemaakt. In plaats van netto 139.160 kilo hebben [eisers01] 139.604,56 kilo en dus afgerond 445 kilo meer aardappelen aan Zeeland Trade geleverd. Zeeland Trade heeft dan ook een bedrag van (445 kilo x € 0,15 =) € 66,75 te weinig op deze factuur verrekend. Dit bedrag hebben [eisers01] zelf in mindering op deze factuur gebracht. Zeeland Trade heeft dan ook ten aanzien van deze factuur niets meer te vorderen van [eisers01] zodat het beroep op verrekening wordt gepasseerd.
Factuur van 19 april 2017 van € 1.077,19: niet betaald
4.9.
Ter zitting hebben [eisers01] een beroep gedaan op verjaring van deze factuur gelet op de factuurdatum en het moment dat Zeeland Trade voor het eerst een beroep op betaling heeft gedaan, te weten op de zitting van 15 juni 2022. Tijdens deze zitting is niet gebleken van enige stuitingshandeling van de zijde van Zeeland Trade zodat onweersproken vaststaat dat deze vordering is verjaard. Ten overvloede hebben [eisers01] aangevoerd dat deze partij wortelen ook nooit door hen is besteld en evenmin door Zeeland Trade is geleverd. Bovendien is door Zeeland Trade geen bestelbon of afleverbon in het geding gebracht voor deze partij wortelen. Het beroep op verrekening met deze factuur slaagt dan ook niet.
Facturen van 4 mei 2021 en 15 mei 2021: € 331,56 te weinig betaald
4.10.
[eisers01] hebben ter zitting uiteengezet dat dit verschil ziet op een creditnota in verband met 34.300 kilo te weinig geleverd pootgoed door Zeeland Trade. [eisers01] hadden 90.000 kilo pootgoed bij Zeeland Trade besteld maar hebben slechts 55.700 kilo pootgoed geleverd gekregen. Omdat het pootgoed werd aangeleverd in twee vrachtwagens zijn [eisers01] met Zeeland Trade overeengekomen dat voor beide vrachtwagens een korting van afgerond € 0,011 per geleverde kilo zou worden gegeven. Voor de tweede levering hebben [eisers01] een creditnota ontvangen van (25.000 kilo x € 0,0108 =)
€ 270,00 maar voor de eerste levering hebben [eisers01] de betreffende creditnota van (30.700 kilo x € 0,0108 =) € 331,56 nooit gekregen. Desondanks hebben [eisers01] dit bedrag niet aan Zeeland Trade betaald. Zeeland Trade maakt in deze procedure aanspraak op dit bedrag. Niet gesteld of gebleken is dat Zeeland Trade [eisers01] in gebreke heeft gesteld wegens het niet betalen van dit bedrag zodat [eisers01] niet in verzuim zijn komen te verkeren. Dit betekent dat deze vordering thans niet in rechte opvorderbaar is en het beroep op verrekening wordt gepasseerd.
4.11.
Gelet op het bovenstaande kan de vordering van [eisers01] na verrekening tot een bedrag van (€ 2.168,84 - € 0,05 =) € 2.168,79 worden toegewezen.
4.12.
Voor zover het beroep op verrekening niet slaagt, komt de kantonrechter toe aan beoordeling van de vordering in reconventie. Gezien hetgeen hierboven met betrekking tot het beroep op verrekening is overwogen, behoeven de stellingen die Zeeland Trade aan haar vordering in reconventie ten grondslag heeft gelegd geen nadere bespreking. Deze stellingen zijn immers dezelfde als die Zeeland Trade aan haar beroep op verrekening ten grondslag heeft gelegd. Deze stellingen zijn hierboven al verworpen. De kantonrechter wijst de vordering in reconventie dan ook af.
4.13.
[eisers01] maken aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. [eisers01] hebben voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Vaststaat dat Zeeland Trade op 18 januari 2022 een bedrag van € 20.000,00 aan [eisers01] hebben betaald terwijl de eerste sommatiebrief door [eisers01] is gestuurd op 19 januari 2022. Nu een groot deel van de factuur van [eisers01] door Zeeland Trade is betaald voor de eerste sommatiebrief, zal de kantonrechter de buitengerechtelijke incassokosten toewijzen tot het wettelijke tarief dat hoort bij een bedrag van (€ 22.648,72 - € 20.000,00 =) € 2.648,72. Dit betekent dat aan buitengerechtelijke incassokosten een bedrag zal worden toegewezen van € 389,87.
4.14.
[eisers01] maken daarnaast aanspraak op een bedrag van € 748,96 aan wettelijke handelsrente tot en met 21 april 2022. Voor zover Zeeland Trade heeft betwist dat de gevorderde wettelijke handelsrente moet worden toegewezen, zal dit standpunt als onvoldoende onderbouwd worden gepasseerd. De kantonrechter is van oordeel dat het gevorderde bedrag aan wettelijke handelsrente toewijsbaar is nu vaststaat dat het om twee handelspartijen gaat en de factuur niet tijdig door Zeeland Trade is betaald. De gevorderde wettelijke handelsrente vanaf 22 april 2022 is toewijsbaar over een bedrag van
€ 2.168,79.
4.15.
Zeeland Trade is de partij die in conventie grotendeels ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eisers01] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding € 131,18
- griffierecht € 244,00
- salaris gemachtigde
€ 528,00(2 punten x € 264,00)
Totaal € 903,18.
Zeeland Trade wordt daarnaast veroordeeld in de proceskosten in reconventie. De kosten in reconventie worden begroot op € 199,00 (1 punt x € 199,00).
4.16.
De nakosten waarvan [eisers01] betaling vorderen zijn toewijsbaar, voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De kantonrechter
In conventie
5.1.
veroordeelt Zeeland Trade om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eisers01] te voldoen een bedrag van € 2.168,79;
5.2.
veroordeelt Zeeland Trade om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eisers01] te voldoen de wettelijke handelsrente van € 748,96, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over een bedrag van € 2.168,79 vanaf 22 april 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
5.3.
veroordeelt Zeeland Trade om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eisers01] te voldoen een bedrag van € 389,87 aan buitengerechtelijke incassokosten;
5.4.
veroordeelt Zeeland Trade in de proceskosten, aan de zijde van [eisers01] tot dit vonnis vastgesteld op € 903,18;
5.5.
veroordeelt Zeeland Trade in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 132,00 aan salaris gemachtigde;
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af;
In reconventie
5.8.
wijst de vordering af;
5.9.
veroordeelt Zeeland Trade in de proceskosten, aan de zijde van [verweerders in reconventie] tot dit vonnis vastgesteld op € 199,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. Thielen en in het openbaar uitgesproken op 8 maart 2023.