ECLI:NL:RBZWB:2023:4968
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. van der Burgt
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van achterstallige huur afgewezen wegens onjuiste procedure door verhuurder
In deze zaak vorderde Stichting [eiser01] betaling van achterstallige huur van gedaagde [gedaagde01]. De vordering werd afgewezen door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, omdat de verhuurder niet de juiste procedure had gevolgd voor de huurverhoging. De huurovereenkomst was in 2007 gesloten tussen [gedaagde01] en de heer [naam02], waarna Stichting [eiser01] de woning in 2019 kocht. In april 2022 kondigde Stichting [eiser01] een huurverhoging aan, maar [gedaagde01] ging niet akkoord met de volledige verhoging. De verhuurder had geen schriftelijk voorstel gedaan en had de verhoging niet tijdig aan de Huurcommissie voorgelegd. De kantonrechter oordeelde dat de huurprijs na 1 juli 2022 gelijk was gebleven en dat er geen huurachterstand was ontstaan. De overige verweren van [gedaagde01] werden niet besproken, omdat de vordering van Stichting [eiser01] al was afgewezen. De proceskosten werden voor rekening van Stichting [eiser01] gesteld, die als in het ongelijk gestelde partij werd aangemerkt.