ECLI:NL:RBZWB:2023:5012

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 juli 2023
Publicatiedatum
14 juli 2023
Zaaknummer
AWB- 23_2914
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht in kinderopvangtoeslagzaak

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 juli 2023, wordt het beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen door de Belastingdienst/Toeslagen op haar verzoek om herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag behandeld. Eiseres had op 7 januari 2021 een aanvraag ingediend, maar de rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat het griffierecht van € 50,- niet is betaald en dat er geen verontschuldigbare reden is voor deze niet-betaling.

De rechtbank legt uit dat de griffier eiseres op 25 mei 2023 per aangetekende brief in de gelegenheid heeft gesteld om het griffierecht binnen twee weken te betalen. De bezorging van deze brief is echter niet op tijd gelukt, en de brief is pas op 30 mei 2023 afgeleverd bij een PostNL-punt, waar deze niet tijdig is afgehaald. Eiseres heeft het griffierecht uiteindelijk niet betaald en heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Hierdoor is er geen sprake van een verontschuldiging voor het niet tijdig betalen van het griffierecht.

De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak plaatsvindt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J. van Alphen, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/2914

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 juli 2023 in de zaak tussen

[naam eiseres] , uit [plaatsnaam] , eiseres

en

Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen door verweerder op eiseres haar verzoek (aanvraag) van 7 januari 2021 om herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41 van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 50,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is. Dat betekent dat er een goede reden moet zijn waarom het griffierecht niet (tijdig) is betaald.
Heeft eiseres het griffierecht tijdig betaald?
4. De griffier heeft eiseres bij aangetekend verzonden brief van 25 mei 2023 in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen twee weken na dagtekening van die brief. Uit informatie van PostNL is gebleken dat de bezorging van de aangetekend verzonden brief op 27 mei om 16:15 niet is gelukt en dat, na het achterlaten van een afhaalbericht, de aangetekende brief op 30 mei 2023 om 15:27 uur is bezorgd bij een PostNL-punt en daar niet (op tijd) is afgehaald.
5. Eiseres heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
Is het niet tijdig betalen verontschuldigbaar?
6. Eiseres heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. van Alphen, rechter, in aanwezigheid van mr. M.R. Jouvenaar, griffier, op 14 juli 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.