Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure in de hoofdzaak
- de akte overlegging productie 37 van Rapo;
- de akte overlegging productie K22 van [gedaagde in conventie 1] ;
- de akte overlegging productie 38 van Rapo;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 11 mei 2023 met aangehechte spreekaantekeningen;
- de brief van mr. Th.J.H.M. Linssen van 7 juni 2023 met opmerkingen op het proces-verbaal;
- de brief van mr. W.M. Bijloo van 14 juni 2023 met een opmerking op het proces-verbaal.
2.De procedure in de vrijwaringszaak 22-489 ( [eiseres vrijwaringszaak 1] / [gedaagde vrijwaringszaak 1] )
3.De procedure in de vrijwaringszaak 22-521 ( [eiseres vrijwaringszaak 2] / [gedaagde vrijwaringszaak 2] )
4.De feiten in de hoofdzaak en de vrijwaringszaken
- Rapo, waarvan [naam 1] bestuurder is (hierna: [naam 1] ), is een bedrijf dat aardbeienplanten vermeerdert. Zij doet dit door moederplanten in de volle (zand)grond te planten waaruit uitlopers (ranken) groeien en waaraan zich nieuwe jonge aardbeienplanten ontwikkelen.
- [gedaagde in conventie 2] verhandelt producten van haar moedermaatschappij [bedrijf2] NV te België, waaronder organische meststoffen, op de Nederlandse markt.
- [gedaagde in conventie 1] , waarvan [naam 2] bestuurder is, is een toeleveringsbedrijf dat gespecialiseerd is in het leveren van productiemiddelen voor de (professionele) land- en tuinbouw, waaronder producten van [gedaagde in conventie 2] .
- [gedaagde vrijwaringszaken 1 en 2] is eigenaar van de eenmanszaak [bedrijf 1] en is adviseur van Rapo voor aaltjes, bodemgesteldheid en bemesting.
- Tot 2020 gebruikte Rapo reguliere NPK (stikstof, fosfaat en kali) meststoffen voor het vermeerderen van al haar aardbeienplanten.
- Op 19 december 2019 hebben [naam 3] en [naam 4] , die beiden bij [gedaagde in conventie 2] werkzaam waren (hierna: [naam 3] en [naam 4] ), het bedrijf Rapo bezocht. Zij hebben toen met [naam 1] en met [naam 5] , die intern adviseur is bij Rapo (hierna: [naam 5] ), gesproken over bepaalde soorten meststoffen.
- Na afloop van het gesprek heeft [naam 4] bij e-mail van 19 december 2019 informatie aan Rapo gestuurd over de besproken producten.
- Op 20 januari 2020 heeft [gedaagde vrijwaringszaken 1 en 2] bij hem thuis een gesprek gehad met [naam 3] en [naam 6] , die ook werkzaam is bij [gedaagde in conventie 2] (hierna: [naam 6] ), zoals zij jaarlijks doen om informatie en ervaringen uit te wisselen. In dat gesprek heeft [gedaagde vrijwaringszaken 1 en 2] , naar aanleiding van een eerdere vraag van Rapo aan hem over een andere bemesting bij vermeerdering van moeilijke aardbeienrassen, de vraag voorgelegd of de [gedaagde in conventie 2] Micro Mix iets kon zijn voor Rapo.
- Bij e-mail van 23 januari 2020 om 17.42 uur heeft [naam 1] aan [gedaagde in conventie 2] medegedeeld:
- [naam 1] heeft de aan [gedaagde in conventie 2] verzonden e-mail op 23 januari 2020 om 19.35 uur aan [naam 2] doorgestuurd en medegedeeld:
- [gedaagde in conventie 1] heeft na contact met Rapo een proef in haar klimaatcel gedaan met plantjes van Rapo en de gevraagde mix waarin de hoogste concentratie van de [gedaagde in conventie 2] Micro Mix zat (hierna: Mix 1). [gedaagde in conventie 1] heeft daarbij een proefopzet gemaakt van plantjes met twee keer de geadviseerde hoeveelheid van Mix 1 direct onder de wortels en daarnaast ook plantjes zonder Mix 1 laten groeien onder dezelfde omstandigheden.
- Bij e-mail van 25 januari 2020 om 13.45 uur heeft [naam 2] aan Rapo medegedeeld:
- Als reactie heeft Rapo hierop bij e-mail van 25 januari 2020 om 15.31 uur medegedeeld:
- Bij e-mail van 5 februari 2020 heeft [gedaagde in conventie 1] aan Rapo medegedeeld over de proef:
- Op 12 en 20 februari 2020 heeft [gedaagde in conventie 1] op verzoek van Rapo per Whatsapp foto’s gestuurd van de plantjes in de klimaatcel. Na bepaalde ontvangen foto’s vroeg Rapo:
- Op 27 februari 2020 heeft [naam 1] de proefopzet bij [gedaagde in conventie 1] bezocht.
- Rapo heeft de twee Mixen besteld bij [gedaagde in conventie 1] , namelijk 5000 kg van Mix 1 en 500 kg van Mix 2 - zoals bij e-mail van 23 januari 2020 was verzocht - waarna [gedaagde in conventie 1] het mixen en opzakken door andere bedrijven heeft laten verzorgen.
- Op het etiket van de [gedaagde in conventie 2] Micro-Mix, welk product sinds 2009 op de markt is, staat:
- In de periode maart 2020 tot en met april 2020 heeft Rapo op 20 percelen van totaal 77,5 ha aardbeienplanten van onder meer de rassen Calinda en Fortuna geplant met een plantmachine om ze te vermeerderen. Bij die planten is Mix 1 of Mix 2 (Mix 1 vastgesteld op 75 kg/ha en Mix 2 op 65 kg/ha) met behulp van granulaatbakjes van 30 liter op de plantmachine en een slangetje naar de plantkouter direct onder de wortels terecht gekomen over een breedte van 4 cm en 15 cm diepte.
- Bij het planten met de plantmachine is ook de meststof Sulfammo 18 (hierna: Sulfammo) vanuit een grotere bak op de plantmachine boven de grond verspreid.
- De Sulfammo is voor de teelt van 2020 door het bedrijf Timac Agro Belux NV (Timac) aan Rapo geleverd.
- In april 2020 constateerde Rapo op een aantal percelen teeltproblemen doordat de bladranden van de aardbeienplantjes bruin kleurden en er bruin verdroogde perkamentachtige vlekken over het bladoppervlak te zien waren.
- Rapo heeft [gedaagde in conventie 1] en [gedaagde in conventie 2] eind april 2020 van de teeltproblemen op de hoogte gebracht.
- Op 1 mei 2020 heeft [naam 6] een interne e-mail aan [naam 7] , die ook werkzaam is bij [gedaagde in conventie 2] , verstuurd waarin onder meer staat:
- Rapo, die niet verzekerd is voor de schade, heeft [gedaagde in conventie 2] en [gedaagde in conventie 1] bij brieven van 12 mei 2020 aansprakelijk gesteld voor de schade als gevolg van een overmaat aan borium in de [gedaagde in conventie 2] Micro Mix althans de Mixen.
- [gedaagde in conventie 1] heeft vervolgens op 20 mei 2020 [gedaagde in conventie 2] en op 4 juni 2020 [gedaagde vrijwaringszaken 1 en 2] aansprakelijk gesteld in het geval zij aansprakelijk is en schadeplichtig mocht worden bevonden.
- Op 13 mei 2020 heeft Rapo bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant verzocht om een voorlopig deskundigenonderzoek en daar [gedaagde in conventie 2] en [gedaagde in conventie 1] bij betrokken, waarna bij beschikking van 22 juni 2020 ing. [deskundige] van [expertisebureau] BV (hierna: de deskundige of [deskundige] ) als deskundige is benoemd ter beantwoording van 28 vragen.
- Op 3 juli 2020 heeft de deskundige Rapo bezocht en vervolgens op 22 december 2020 een rapport uitgebracht. In dat rapport van 22 december 2020 is (onder meer) vermeld:
- Rapo heeft op 27 januari 2021 een nieuw voorlopig deskundigenonderzoek gevraagd bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant om het boriumgehalte in Sulfammo te laten onderzoeken omdat zij bedenkingen had bij het eerdere onderzoek naar borium in Sulfammo door de onderzoeksbureaus Groen Agro Control en Lovap. Rapo heeft bij dat verzoek [gedaagde in conventie 1] , [gedaagde in conventie 2] en Timac betrokken.
- Bij beschikking van 21 mei 2021 heeft de rechtbank een aanvullend onderzoek bevolen door [deskundige] .
- De deskundige heeft op 16 juli 2021 in het bijzijn van [gedaagde in conventie 1] en [gedaagde in conventie 2] bij Timac een monster genomen van Sulfammo. Daarnaast heeft hij in het bijzijn van partijen een monster van Sulfammo uit gesloten 25 kg zakken bij Rapo genomen. De deskundige heeft beide monsters laten onderzoeken bij laboratoria in Gent en Kiel.
- De deskundige concludeert in een aanvullend deskundigenrapport van 29 oktober 2021 onder meer:
- Van de factuur die [gedaagde in conventie 1] op 6 juni 2020 aan Rapo heeft gezonden voor onder meer de Mixen heeft [gedaagde in conventie 1] ondanks sommatie een bedrag van € 18.639,36 onbetaald gelaten.
- Bij brief van 3 februari 2021 heeft de advocaat van Rapo de overeenkomst met [gedaagde in conventie 1] ter zake de bestelde Mixen namens Rapo ontbonden wegens wanprestatie van [gedaagde in conventie 1] .
- Op de tussen Rapo en [gedaagde in conventie 1] gesloten overeenkomst tot levering van de Mixen zijn de algemene leveringsvoorwaarden van [gedaagde in conventie 1] van toepassing.
- In artikel 5 van de toepasselijke algemene voorwaarden van [gedaagde in conventie 1] is een bepaling over garantie opgenomen waarin staat:
- Ook heeft [gedaagde in conventie 1] in haar algemene voorwaarden exoneraties ten aanzien van de aansprakelijkheid voor schade opgenomen.
5.Het geschil
in de hoofdzaak
6.De beoordeling
in de hoofdzaak
1.196,00(2 punten × tarief € 598,00)
1.196,00(2 punten × tarief € 598,00)
598,00(2,0 punten × 0,5 × tarief € 598,00)
7.De beslissing
- € 173,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met € 90,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als Rapo niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,
- € 271,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met € 90,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als Rapo niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,
- te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
- € 163,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met € 85,00, onder de voorwaarde dat [eiseres vrijwaringszaak 1] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,
- te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
- € 163,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met € 85,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als [eiseres vrijwaringszaak 2] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,
- te vermeerderen met de met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,