ECLI:NL:RBZWB:2023:5055
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak betreffende herziening uitkering Participatiewet
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 juli 2023, wordt het verzoek van verzoekers om veroordeling van het Werkplein in de proceskosten beoordeeld. Verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. M.H. Steenbergen, hebben hun beroep ingetrokken tegen het besluit van het Werkplein van 6 april 2023, waarin hun bezwaar tegen een eerder besluit van 1 december 2022 ongegrond werd verklaard. Dit eerdere besluit herzag het recht van verzoekers op een uitkering op grond van de Participatiewet over de periode van 9 maart 2016 tot en met 31 mei 2019. De intrekking van het beroep volgde nadat het Werkplein op 3 mei 2023 had besloten om niet over te gaan tot terugvordering van de ten onrechte betaalde uitkering.
De rechtbank heeft het Werkplein de gelegenheid gegeven om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling. Het Werkplein gaf aan dat het zich niet kon vinden in het verzoek, omdat het besluit van 6 april 2023 niet was ingetrokken en de herziening van de uitkering in stand bleef. De rechtbank oordeelt vervolgens dat het Werkplein niet tegemoet is gekomen aan de verzoekers, omdat de herziening van de uitkering niet is ingetrokken. Hierdoor wijst de rechtbank het verzoek om proceskostenveroordeling af, aangezien er geen sprake is van tegemoetkoming door het bestuursorgaan.
De uitspraak is gedaan door mr. J. van Alphen, rechter, in aanwezigheid van mr. M.R. Jouvenaar, griffier, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.