ECLI:NL:RBZWB:2023:5058

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 juli 2023
Publicatiedatum
18 juli 2023
Zaaknummer
AWB- 23_461
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens ontbreken machtiging en uittreksel handelsregister

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 juli 2023, wordt het beroep van eiser tegen een besluit van de RDW van 19 december 2022 behandeld. De RDW had het bezwaar van de directie van een bedrijf tegen een factuur van 6 juli 2016 ongegrond verklaard. Eiser, die zich als gemachtigde van een ander presenteert, heeft echter geen machtiging en uittreksel van het handelsregister ingediend, wat noodzakelijk is voor het instellen van beroep namens een ander. De rechtbank heeft eiser meerdere keren verzocht om dit verzuim te herstellen, maar eiser heeft hier niet op gereageerd. Hierdoor concludeert de rechtbank dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk kan beoordelen en het bestreden besluit in stand blijft. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/461

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 juli 2023 in de zaak tussen

[naam eiser] , uit [plaatsnaam] , eiser

en

de directie van de RDW.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van de RDW van 19 december 2022 waarin het RDW het bezwaar van de directie van [naam bedrijf] tegen de factuur van 6 juli 2016 ongegrond verklaart. Bij de factuur van 6 juli 2016 is voor de inschrijving en identificatie van het voertuig met voertuignummeridentificatienummer [voertuignummer] een tarief van € 39,- en € 56,- in rekening gebracht.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat [naam eiser] geen machtiging en uittreksel van het handelsregister heeft ingediend en dat verzuim niet tijdig heeft hersteld. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Iemand die namens een ander beroep instelt, moet op verzoek van de rechtbank een machtiging indienen om aan te tonen dat hij namens die ander beroep mag instellen. [1] Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaren. [2]
Is een machtiging overgelegd?
4. Het beroepschrift is ingediend door [naam eiser] . Hij vermeldt daarin dat hij de gemachtigde is van [naam persoon] en/of [naam bedrijf] Hij heeft bij het beroepschrift echter geen machtiging bijgevoegd waaruit blijkt dat hij gemachtigd is om dit het beroep in te stellen namens [naam persoon] en/of [naam bedrijf] De rechtbank heeft hem bij brief van 18 januari 2023 verzocht om binnen vier weken dit verzuim te herstellen door alsnog een machtiging en een uittreksel uit het handelsregister te overleggen. [naam eiser] heeft binnen die termijn geen machtiging en uittreksel van het handelsregister ingediend, maar aangegeven dat de machtiging die in bezwaar is ingediend door verweerder meegezonden zal worden omdat hij niet over een kopie beschikt. De rechtbank heeft bij brief van 7 maart 2023 aangegeven dat dit voor de rechtbank niet voldoende is en [naam eiser] verzocht om alsnog binnen twee weken het verzuim te herstellen. Hierop heeft [naam eiser] niet gereageerd. Bij aangetekende brief van 27 maart 2023, die [naam eiser] op 28 maart 2023 om 10:15 heeft ontvangen, heeft de rechtbank [naam eiser] nogmaals verzocht om binnen vier weken het verzuim te herstellen. [naam eiser] heeft binnen die termijn geen machtiging en uittreksel van het handelsregister ingediend.
Is het niet tijdig indienen van een machtiging verontschuldigbaar?
[naam eiser] heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken. Uit het beroepschrift blijkt dat [naam eiser] niet de bedoeling heeft voor zichzelf in beroep te komen.

Conclusie en gevolgen

5. Het het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. van Alphen, rechter, in aanwezigheid van mr. M.R. Jouvenaar, griffier, op 14 juli 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Dit staat in artikel 8:24, tweede lid, van de Awb.
2.Dit staat in artikel 6:6 van de Awb.