ECLI:NL:RBZWB:2023:5063
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling UWV tot betaling van proceskosten in WIA-uitkeringszaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 juli 2023, wordt het verzoek van de verzoekster om veroordeling van het UWV in de proceskosten beoordeeld. De verzoekster had eerder beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door het UWV op haar aanvraag om een WIA-uitkering. Dit beroep werd ingetrokken nadat het UWV op 24 april 2023 alsnog had beslist op haar aanvraag. De rechtbank heeft het UWV in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, waarop het UWV instemde met het verzoek.
De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe, omdat het UWV geheel aan de verzoekster is tegemoetgekomen door alsnog te beslissen op haar aanvraag. De rechtbank legt uit dat wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, de bestuursrechter op verzoek van de indiener het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. In dit geval heeft de rechtbank vastgesteld dat de verzoekster recht heeft op een vergoeding van haar proceskosten, die is vastgesteld op € 418,50. Dit bedrag is gebaseerd op de kosten die zijn gemaakt voor het indienen van het beroepschrift.
Daarnaast wijst de rechtbank erop dat het UWV verplicht is om het door verzoekster betaalde griffierecht van € 50,- te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. J. van Alphen, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.