ECLI:NL:RBZWB:2023:5085
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering na beëindiging eerdere uitkering en beoordeling arbeidsongeschiktheid
Op 18 juli 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiser heeft beroep ingesteld tegen een besluit van 5 oktober 2022, waarin hem werd geweigerd een WIA-uitkering toe te kennen per 26 februari 2019 en per 23 februari 2021. Eiser was eerder werkzaam als vrachtwagenchauffeur en ontving in 2011 een WIA-uitkering, die in 2017 werd beëindigd. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het UWV, dat zijn aanvraag voor een WIA-uitkering ongegrond verklaarde.
De rechtbank heeft het beroep op 22 maart 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren. Na heropening van het onderzoek op 11 april 2023 en een reactie van het UWV op 26 april 2023, heeft de rechtbank op 7 juli 2023 het onderzoek gesloten. De rechtbank heeft vastgesteld dat het medisch onderzoek door de verzekeringsartsen van het UWV zorgvuldig is uitgevoerd en dat de door hen vastgestelde belastbaarheid van eiser niet is onderschat. Eiser heeft geen medische informatie overgelegd die de rechtbank zou kunnen doen twijfelen aan de conclusies van de verzekeringsartsen.
De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft geweigerd een WIA-uitkering toe te kennen aan eiser, omdat de mate van arbeidsongeschiktheid is vastgesteld op 33,27% per 26 februari 2019 en 32,28% per 23 februari 2021. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen proceskostenvergoeding of griffierecht vergoed krijgt. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.