ECLI:NL:RBZWB:2023:5095
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- M. van der Lende-Mulder Smit
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van verwarmingskosten door Vereniging van Eigenaren aan lid van de VvE
In deze bodemzaak heeft de Vereniging van Eigenaren (VvE) een vordering ingesteld tegen [gedaagde01] voor de betaling van verwarmingskosten. De VvE stelt dat [gedaagde01], als lid van de VvE en eigenaar van een appartementsrecht, verplicht is bij te dragen aan de verwarmingskosten die door de VvE worden afgerekend. De VvE heeft op 1 maart 2022 een factuur van € 235,66 verzonden voor de afrekening van verwarmingskosten over het jaar 2021, waarvan [gedaagde01] slechts € 74,66 heeft betaald. De VvE vordert nu het restantbedrag van € 161,00, vermeerderd met rente en kosten.
[gedaagde01] heeft verweer gevoerd en stelt dat er een fout zit in het systeem dat gebruikt wordt voor de verdeling van de verwarmingskosten. [gedaagde01] heeft aangegeven dat zij bewijs wil zien van de juistheid van de metingen en heeft haar betalingsverplichting opgeschort totdat er een onafhankelijk onderzoek is uitgevoerd. De VvE heeft echter betwist dat er een toezegging is gedaan voor een dergelijk onderzoek.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde01] geen recht heeft op opschorting van de betalingsverplichting, omdat er geen opeisbare vordering op de VvE bestaat. De kantonrechter heeft de vordering van de VvE toegewezen en [gedaagde01] veroordeeld tot betaling van het restantbedrag van € 161,00, plus buitengerechtelijke incassokosten en rente. Tevens is [gedaagde01] in de proceskosten veroordeeld.