Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 juli 2023 in de zaak tussen
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Feiten
100% arbeidsongeschikt geraakt. Hij is meerdere keren gezien door de bedrijfsarts die een plan van aanpak heeft opgesteld gericht op het gestaag opbouwen van de uren en eigen werkzaamheden. Juist vanwege het feit dat hij fysiek zwaar en gevaarlijk werk doet moet hij goed op sterkte zijn voordat hij daadwerkelijk weer aan de slag mag. Anders vormt hij een gevaar voor collega's indien zij niet op hem kunnen terugvallen. Vandaar dat de bedrijfsarts ook pas na enkele maanden weer heeft geadviseerd met het opbouwen van de eigen werkzaamheden. Sinds 13-02-2017 is[belanghebbende]
weer volledig aan de slag en hersteld gemeld. Sindsdien is hij niet meer uitgevallen voor zijn werkzaamheden.
Inkomsten
bestond uit een basissalaris wat werd aangevuld met verscheidene toeslagen. Dit bestaat uit ORT, continuïteitstoeslag, compensatie-uren, en nominale vergoedingtoeslag. Feitelijk zijn dit allemaal vergoedingen voor overwerk, onregelmatige diensten, roosters die altijd last-minute veranderen, en soort van verkapt gevarengeld.
er veel belang bij heeft gedurende deze jaren veel onregelmatige diensten te draaien.
gaf aan dat dit in het van toepassing zijnde ambtenarenreglement (ARAR)
April en mei 2016 € 900,00 (zie berekening belangenbehartiger en loonstroken)
Juni t/m december 2016 € 7.411,92 (zie berekening belangenbehartiger en loonstroken)
Januari en februari 2017 € 2.299,56 (zie berekening belangenbehartiger en loonstroken)
- Compensatie uren (overwerk € 1.000,00) wat hij ieder jaar als extraatje voor de feestdagen liet uitbetalen. Doordat hij in, 2016 minder heeft gewerkt heeft hij ook geen compensatie-uren opgebouwd.
- Tijdens het gesprek bleek dat de berekening van belangenbehartiger wat ruim was omdat[belanghebbende]
in het kader van integriteit voor ontvangst van de onkostenvergoeding van € 200,00 netto per maand ook altijd bonnetjes moest inleveren. Dit waren standaardvergoedingen waaraan hij netto wel iets overhield maar niet het volledige bedrag. Vandaar overeengekomen een korting van €1.050,00 op het VAV te hanteren om dit te verrekenen. - Voor toekomst gaf belangenbehartiger risico op uitval aan. Gaf aan dat[belanghebbende]
nu al 7 maanden werkt en de kans klein is. Mocht[belanghebbende]
uitvallen dan ontstaat direct weer een groot verlies wegens het wegvallen van alle toeslagen. Ter pragmatische regeling bedrag van € 6.000,00 overeengekomen voor eventueel toekomst risico af te kopen.’
Motivering
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vermindert de aanslag IB/PVV 2016 tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 46.884 en wijzigt de belastingrentebeschikking in overeenstemming daarmee;
- vermindert de aanslag IB/PVV 2017 tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 63.806 en wijzigt de belastingrentebeschikking in overeenstemming daarmee;
- bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 50 aan belanghebbende moet vergoeden;
- veroordeelt de inspecteur tot betaling van € 1.297 aan proceskosten aan belanghebbende.
Informatie over hoger beroep
5201 CZ ’s-Hertogenbosch.