In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 juli 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende verzoeken van de man om gezamenlijk gezag, een omgangsregeling, benoeming van een deskundige (forensisch mediator) en ondertoezichtstelling van de minderjarigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarigen, die in de leeftijd van 5 tot 18 jaar zijn, momenteel geen contact wensen met hun vader. De rechtbank oordeelt dat de zwaarwegende belangen van de minderjarigen zich verzetten tegen contact met hun vader, omdat zij rust nodig hebben en er geen ruimte is voor contactherstel. De rechtbank heeft de verzoeken van de man afgewezen, onder verwijzing naar de rapportages van de Raad voor de Kinderbescherming en hulpverleners, die hebben aangegeven dat contact met de vader schadelijk zou zijn voor de ontwikkeling van de minderjarigen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen meerwaarde is in gedwongen mediation, gezien de huidige situatie en de weerstand van de minderjarigen. De rechtbank heeft de vrouw opgedragen om de man maandelijks te informeren over belangrijke gebeurtenissen met betrekking tot de minderjarigen en heeft de alimentatie voor de kinderen vastgesteld op € 104,- per maand per kind, met terugwerkende kracht tot 9 juli 2020. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.