In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Mijndomein Hosting B.V. en een gedaagde partij, die voorheen handelde onder de naam [bedrijf01]. Mijndomein, een onderneming die zich bezighoudt met webhosting en domeinnaamregistratie, vorderde betaling van een openstaande factuur van € 69,-, alsook de wettelijke handelsrente en proceskosten. De gedaagde had een abonnement bij Mijndomein, maar dit was inmiddels beëindigd. Mijndomein stelde dat de gedaagde niet had betaald en dat zij herhaaldelijk was aangemaand tot betaling. De gedaagde voerde verweer en stelde dat zij de aanmaningen niet had ontvangen omdat deze naar een oud adres waren gestuurd. De kantonrechter oordeelde dat het aan de gedaagde was om Mijndomein op de hoogte te stellen van haar juiste adres en dat Mijndomein voldoende bewijs had geleverd dat de aanmaningen naar het juiste adres waren verzonden. De kantonrechter wees de vordering van Mijndomein toe, inclusief de buitengerechtelijke incassokosten van € 40,-, en veroordeelde de gedaagde in de proceskosten. De totale kosten voor de gedaagde kwamen uit op € 313,99, en de wettelijke handelsrente werd toegewezen vanaf 8 december 2019.