ECLI:NL:RBZWB:2023:5230

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 juli 2023
Publicatiedatum
26 juli 2023
Zaaknummer
10563891 CV EXPL 23-1467 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • P. Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale consumentenovereenkomst en proceskostencompensatie in verstekzaak

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 juli 2023, is eiseres Coeo Securitisation Limited, een vennootschap naar vreemd recht gevestigd in Dublin, Ierland, die vertegenwoordigd werd door de gerechtsdeurwaarders Janssen & Janssen c.s. uit Eindhoven. De gedaagde, die niet verschenen is, woont in Nederland. De procedure is gestart met een dagvaarding op 7 juni 2023, waarin eiseres gedaagde verzocht heeft tot betaling van € 123,54, vermeerderd met wettelijke rente over een deel van dit bedrag, en om gedaagde in de proceskosten te veroordelen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat gedaagde, hoewel behoorlijk gedagvaard, niet is verschenen en geen schriftelijk verweer heeft ingediend. Hierdoor is verstek verleend. Aangezien eiseres in Ierland is gevestigd, is de vraag naar de bevoegdheid van de Nederlandse rechter aan de orde. De rechtbank heeft geoordeeld dat de Nederlandse rechter bevoegd is op basis van artikel 18 van de Verordening (EU) nr. 1215/2012, omdat gedaagde in Nederland woont.

Vervolgens is de rechtbank ingegaan op het toepasselijke recht. Eiseres heeft gesteld dat zij de vordering heeft verkregen via cessie van Zalando Payments GmbH. De rechtbank heeft vastgesteld dat het Nederlands recht van toepassing is op de overeenkomst, conform de Verordening Rome I. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft deze toegewezen.

Ten aanzien van de proceskosten heeft de rechtbank overwogen dat gedaagde al eerder in een andere procedure betrokken was, waarbij proceskosten zijn veroordeld. Om te voorkomen dat gedaagde met dubbele proceskosten wordt geconfronteerd, heeft de rechtbank besloten de proceskosten te compenseren, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beslissing houdt in dat gedaagde moet betalen, maar dat de proceskosten worden gecompenseerd.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Middelburg
zaak/rolnr.: 10563891 CV EXPL 23-1467
vonnis d.d. 19 juli 2023
inzake
de vennootschap naar vreemd recht
Coeo Securitisation Limited,
gevestigd en kantoorhoudende te Dublin, Ierland,
eiseres,
gemachtigde: Janssen & Janssen c.s. gerechtsdeurwaarders te Eindhoven,
tegen
[gedaagde01],
wonende te [postcode01] [plaats01] , [adres01] ,
gedaagde,
niet verschenen.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de dagvaarding van 7 juni 2023 met producties.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1
Eiseres heeft op de bij dagvaarding omschreven gronden, welke hier als herhaald en ingelast gelden, gevorderd gedaagde te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 123,54, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 81,20 vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der voldoening, met veroordeling van gedaagde in de proceskosten.
2.2
Gedaagde is, hoewel behoorlijk gedagvaard, niet ter zitting verschenen en heeft ook niet tijdig een schriftelijk antwoord ingediend of om uitstel verzocht, zodat tegen deze verstek is verleend.
2.3
Nu eiseres gevestigd is te Ierland, draagt onderhavige procedure een internationaal karakter. Allereerst dient daarom de vraag te worden beantwoord of de Nederlandse rechter bevoegd is van onderhavige vordering kennis te nemen. Deze vraag wordt bevestigend beantwoord op grond van artikel 18 van de in deze zaak toepasselijke Verordening (EU) nr. 1215/2012, Brussel I bis. De Nederlandse rechter is bevoegd, aangezien gedaagde in Nederland woonachtig is.
2.4
Voorts is van belang welk recht op de overeenkomst van toepassing is. Hierover wordt het volgende overwogen. Nederland en Ierland zijn beide partij bij de Verordening (EU)
nr. 593/2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Verordening Rome I).
Eiseres heeft gesteld dat zij middels cessie heeft overgedragen gekregen van Zalando Payments GmbH de openstaande vordering uit hoofde van een tussen Zalando SE (hierna: Zalando) en gedaagde gesloten consumentenovereenkomst.
Ingevolge artikel 14 lid 2 van de Verordening Rome I wordt de betrekking tussen eiseres als cessionaris en gedaagde als schuldenaar beheerst door het recht dat op de gecedeerde vordering van toepassing is. Gelet op artikel 17 lid 1 van de algemene voorwaarden van Zalando in samenhang met artikel 6 lid 2 Verordening Rome I is dat in dit geval Nederlands recht.
2.5
Nu de vordering de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal deze worden toegewezen.
2.6
Ten aanzien van de proceskosten overweegt de kantonrechter als volgt. Het is de kantonrechter ambtshalve bekend dat gedaagde al eerder in rechte is betrokken op grond van een door haar gedane bestelling bij Zalando. Dat betreft het dossier met zaaknummer 10427581 CV EXPL 23-755 waarin op 3 mei 2023 vonnis is gewezen. Weliswaar is die procedure gevoerd door een andere partij, aan wie Zalando haar vordering op gedaagde had gecedeerd, terwijl de onderhavige vordering door Zalando aan eiseres is gecedeerd, maar de kantonrechter acht het onwenselijk dat gedaagde geconfronteerd wordt met “dubbele proceskosten” voor de gerechtelijke invordering van vorderingen die in beide gevallen voortvloeien uit bestellingen die zij nagenoeg gelijktijdig bij dezelfde partij heeft gedaan. Aangezien in de procedure met zaaknummer 10427581 CV EXPL 23-755 reeds een proceskostenveroordeling ten laste van gedaagde is uitgesproken, zullen de proceskosten in de onderhavige zaak worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt gedaagde om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te betalen een bedrag van € 123,54 te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 81,20 vanaf 6 juni 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening,
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds, rechter, en in het openbaar uitgesproken op
19 juli 2023.