ECLI:NL:RBZWB:2023:5270
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van aanslagen leges in verband met omgevingsvergunningen
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 24 september 2021. De heffingsambtenaar had aan belanghebbende in één aanslagbiljet twee aanslagen leges opgelegd, ten bedrage van totaal € 119, in verband met het in behandeling nemen van twee aanvragen voor omgevingsvergunningen op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De rechtbank heeft het beroep op 14 juni 2023 op zitting behandeld, waarbij de gemachtigde van belanghebbende en de heffingsambtenaar aanwezig waren.
Belanghebbende, eigenaresse van een woning, had op 24 februari 2021 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het wijzigen van de garage in een schuur, maar deze aanvraag werd op 8 maart 2021 ingetrokken. Een nieuwe aanvraag voor het dichtmaken van de schuuropening werd ook ingetrokken. De heffingsambtenaar handhaafde de aanslagen leges, wat leidde tot het beroep van belanghebbende. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar op goede gronden de aanslagen leges heeft opgelegd, aangezien de aanvragen in behandeling zijn genomen en de heffingsambtenaar leges kan heffen voor deze diensten.
De rechtbank concludeert dat de aanslagen leges terecht zijn opgelegd, ondanks het verweer van belanghebbende dat de werkzaamheden vergunningsvrij zouden zijn. De rechtbank stelt vast dat de heffingsambtenaar binnen de wettelijke kaders heeft gehandeld en dat de hoogte van de aanslagen niet is betwist. Het beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard, en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. M.M. Dondorp-Loopstra op 21 juli 2023.