ECLI:NL:RBZWB:2023:5285
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 juli 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) van 22 maart 2023 behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet is betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. In deze zaak bedraagt het griffierecht € 184,-. De griffier heeft eiser op 10 mei 2023 geïnformeerd over de verschuldigdheid van het griffierecht en een termijn gesteld voor betaling. Een tweede herinnering is op 8 juni 2023 verzonden, waarvan de ontvangst op 13 juni 2023 is bevestigd.
Eiser heeft echter het griffierecht niet tijdig betaald en heeft geen verontschuldiging gegeven voor dit verzuim. De rechtbank legt uit dat het niet tijdig betalen van het griffierecht alleen kan worden verontschuldigd als er een goede reden voor is. Aangezien eiser geen reden heeft opgegeven, concludeert de rechtbank dat het beroep niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en het bestreden besluit van het CBR in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.