ECLI:NL:RBZWB:2023:5286

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 juni 2023
Publicatiedatum
27 juli 2023
Zaaknummer
10189569 CV EXPL 22-3455 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Zander
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ingebrekestelling voldoet niet aan de in de wet gestelde vereisten

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft eiser [eiser01], vertegenwoordigd door zijn gemachtigden mr. G.E. Hamer, mr. S.S. van Gijn en mr. A. Gavriilidis, een vordering ingesteld tegen gedaagde Poolstar B.V. De zaak betreft een geschil over de betaling van facturen voor werkzaamheden die [eiser01] heeft uitgevoerd in de periode van 18 januari 2021 tot en met 18 maart 2021. Eiser heeft verschillende opdrachten uitgevoerd voor Poolstar, voornamelijk de aanleg van zwembaden, en heeft hiervoor een bedrag van € 15.756,10 gefactureerd. Poolstar heeft echter nagelaten deze facturen te betalen en heeft eiser in gebreke gesteld wegens vermeende fouten in de uitvoering van de werkzaamheden.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Poolstar de ingebrekestelling niet correct heeft uitgevoerd, omdat er geen redelijke termijn voor herstel van de gebreken is gegeven. Dit is in strijd met de wettelijke vereisten zoals vastgelegd in artikel 6:82 van het Burgerlijk Wetboek. De rechter oordeelt dat eiser niet in verzuim is geraakt en dat Poolstar in verzuim is met de betaling van de facturen. De kantonrechter heeft de vordering van eiser toegewezen, inclusief de wettelijke handelsrente en de proceskosten.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat Poolstar B.V. wordt veroordeeld tot betaling van € 17.388,60 aan [eiser01], vermeerderd met de wettelijke handelsrente over het bedrag van € 15.756,10 vanaf 12 oktober 2022. Daarnaast is Poolstar veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 1.593,41. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 21 juni 2023.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
zaaknummer 10189569 CV EXPL 22-3455
vonnis van 21 juni 2023
in de zaak van
[eiser01] , H.O.D.N. [bedrijf01],
te [plaats01] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser01] ,
gemachtigde: mr. G.E. Hamer,
tegen
POOLSTAR B.V.,
te Teteringen,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Poolstar,
de heer [naam01] , namens Poolstar.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
a. het tussenvonnis van 25 januari 2023;
b. de mondelinge behandeling van 8 mei 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2
Op de mondelinge behandeling was aanwezig [eiser01] . Hij werd bijgestaan door zijn gemachtigden mr. S.S. van Gijn en mr. A. Gavriilidis. Namens Poolstar heeft de heer [naam01] mondeling verweer gevoerd.
1.3
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

Tussen partijen staat het volgende vast:
2.1
[eiser01] heeft in de periode van 18 januari 2021 tot en met 18 maart 2021 verschillende opdrachten voor Poolstar uitgevoerd. Het ging voornamelijk om de aanleg van verschillende zwembaden. De opdrachten werden door [eiser01] uitgevoerd op basis van een uurtarief.
2.2
Vooraf werd tussen partijen besproken welke werkzaamheden moesten worden verricht. De verrichte werkzaamheden evenals de benodigde materialen factureerde [eiser01] achteraf.
2.3
Poolstar is in gebreke gebleven met de betaling van acht facturen ten bedrage van
€ 15.756,10.
2.4
Bij brief/e-mail van 1 april 2022 heeft Poolstar aan [eiser01] onder meer bericht:

Een paar weken geleden hebben we elkaar al gesproken over de diverse fouten die in jouw werk zitten waar we niet tevreden over zijn.
(…)
De laatste weken zijn wij alle kleine en grotere fouten gaan inventariseren en zijn reeds gestart met het oplossen waar de urgentie te hoog was. Daarbij komt helaas een enorme lijst van fouten naar voren.
De volgende vaststellingen komen nu pijnlijk naar boven.
O.a. bij [naam02] en [naam03]
- 3 delige koppeling gebruikt voor de skimmer, zelfs nadat wij nadrukkelijk hebben aangegeven dit niet meer te doen.
Bij: [naam04] – flexibele leidingen rondom de kuip gebruikt, wederom nadat wij hadden besloten vaste PVC te gebruiken.
Bij: [naam05]
- lamellen aansluiting wartel op inbouwdeel verlijmd…dit moet met teflon worden gedaan.
Bij: [naam06] , [naam07] , en vele andere
- flexibele leidingen in de technische ruimte is een absolute no-go.
Bij: [naam03] :
- Wachtbuis gebruikt als “waterdichte” verbinding, welke verlijmd zaten, maar zo los te krijgen
Bij: [naam08]
- Geen drukleiding gebruikt bij aansluiten Jetstream maar gewerkt met bouwmarkt PVC onderdeel afgebroken in de grond, hoop werk en gedoe bij klant, terras volledig verzakt door deze lekkage, ….kleine ramp!
- Tevens ook gebruik gemaakt van niet juiste leidingen in de technische ruimte.
Bij: [naam07]
- Geen juiste bypass gemaakt bij warmtepomp, dus niet winterklaar kunnen maken zonder aanpassing.
Bij: [naam09]
Elektrolyse- cel voor de wisselaar geplaatst! Zo dat zware chemicaliën door de wisselaar gaan.
Bij: [naam10] .
- Meetpot niet goed aangesloten, injectie pal voor de meting waardoor systeem niet goed doseerde…..hierdoor sondes nu defect.
Alle problemen bij [naam11] , die door jou zijn veroorzaakt, waardoor nieuwe folie, kap en lamellen geleverd zijn.
Ook hebben andere Technickers meermaals aangegeven bepaalde zaken anders te doen, maar daar heb je geen gevolg aan gegeven.
Dan nog de hele kwestie met verlichting die niet op de juiste manier wordt aangesloten, onderwaterlassen kan gewoon niet.. op langer termijn gaan we dit zien..nu al problemen bij
o.a. [naam08] , [naam07] .
Dit zijn zomaar even een paar punten die we momenteel weten, maar ik ben bang voor de klachtenregen die nog kan komen in de toekomst. Daarnaast nog maar te zwijgen van declable bij [naam11] wat mij duizenden euros heeft gekost en lekkage in leidingwerk bad bij [naam12] .
Om bovengenoemde reden (en dit is puur zakelijk) zeggen wij de samenwerking met [bedrijf01] per direct op. Diverse klanten zoals [naam06] en [naam08] hebben uitgesproken dat jij niet meer langs mag komen om zaken te repareren/herstellen. Wij zijn genoodzaakt om alle herstellingen(uren en materialen) uit te laten voeren door derden, waarvoor wij ook een factuur naar jou zullen sturen.
(…)
POOLSTAR B.V. stelt hierbij [bedrijf01] via deze mail in gebreke voor de geleverde en reeds betaalde prestaties.”

3.Het geschil

3.1
[eiser01] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad om Poolstar te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 17.388,60, vermeerderd met de toepasselijke wettelijke handelsrente over een bedrag van € 15.756,10 vanaf 12 oktober 2022 tot aan de dag van de volledige betaling alsmede in de proceskosten.
3.2
[eiser01] legt, samengevat, aan zijn vordering ten grondslag dat hij in de periode van 18 januari 2021 tot en met 18 maart 2021 op basis van een overeenkomst van aanneming van werk verschillende opdrachten voor Poolstar heeft uitgevoerd. Poolstar heeft echter nagelaten de bij facturen in rekening gebrachte werkzaamheden ten bedrage van
€ 15.756,10 te betalen.
3.3
Poolstar voert, samengevat, bij de conclusie van antwoord aan dat zij in maart 2022 een gesprek heeft gehad over de fouten die [eiser01] bij de uitvoering van diverse projecten heeft gemaakt. Bij e-mail van 1 april 2022 heeft Poolstar een lijst met geconstateerde fouten aan [eiser01] gestuurd en hem in gebreke gesteld voor de geleverde en reeds betaalde prestaties. Vervolgens heeft Poolstar na een periode van drie maanden de gebreken laten herstellen door derden.
3.4
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover van belang, nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1
De kantonrechter stelt voorop dat [eiser01] in opdracht van Poolstar diverse werkzaamheden heeft uitgevoerd. Poolstar heeft dat ook niet betwist.
4.2
Naar de kantonrechter begrijpt heeft Poolstar zich onder meer op het standpunt gesteld dat [eiser01] zijn werkzaamheden niet naar behoren heeft uitgevoerd. Volgens Poolstar heeft zij [eiser01] bij e-mail/brief van 1 april 2022 in gebreke gesteld terzake de hierin genoemde gebreken. [eiser01] heeft op de mondelinge behandeling gesteld dat deze ingebrekestelling niet voldoet aan de in wet (artikel 6:82 Burgerlijk Wetboek) gestelde vereisten. De kantonrechter volgt [eiser01] hierin. Een ingebrekestelling is bedoeld om de schuldenaar nog een laatste termijn voor nakoming te geven en aldus nader te bepalen tot welk tijdstip nakoming nog mogelijk is zonder dat van een tekortkoming sprake is, bij gebreke van welke nakoming de schuldenaar vanaf het verstrijken van deze termijn in verzuim is. Poolstar heeft [eiser01] in de e-mail/brief van 1 april 2022 echter geen (redelijke) termijn voor het herstellen van de gestelde gebreken gegeven. Dat had in dit geval wel gemoeten. Verder is gesteld noch gebleken dat de ingebrekestelling ook betrekking heeft op andere gebreken, die genoemd zijn in de conclusie van antwoord.
4.3
Het voorgaande betekent dat [eiser01] niet in verzuim is komen te verkeren. Nu tussen partijen vast staat dat zij een betalingstermijn van 30 dagen na factuur zijn overeengekomen is Poolstar, gelet op de (verval)data van de bij dagvaarding gevorderde facturen, ter zake haar betalingsverplichting in verzuim komen te verkeren. Dit betekent dat de vordering in beginsel voor toewijzing gereed ligt.
4.4
Voor zover Poolstar heeft aangevoerd dat zij de schade, die zij stelt te hebben geleden ten gevolge van het handelen van [eiser01] bij andere en eerdere projecten (waarvan de facturen kennelijk al betaald zijn), bij wijze van verweer wenst te verrekenen, overweegt de kantonrechter dat hij begrijpt dat Poolstar hiermee een beroep doet op artikel 6:136 BW. Dit beroep zal de kantonrechter in deze procedure passeren. Voor een geslaagd beroep is namelijk nodig dat de vordering die verrekend moet worden voldoende en onbetwist vast staat. [eiser01] heeft de (schade)vordering echter nadrukkelijk betwist. Hoewel Poolstar op de mondelinge behandeling heeft gesteld dat zij voor een bedrag van ongeveer € 10.000,00 schade heeft geleden, heeft zij nagelaten dit bedrag met nadere stukken (zoals bijvoorbeeld inkoopfacturen van materialen) te onderbouwen. Poolstar heeft ook niet een (onderbouwde) tegenvordering (eis in reconventie) ingesteld.
4.5
Gelet op het voorgaande dient de vordering van [eiser01] te worden toegewezen. Ook de nevenvorderingen (de wettelijke handelsrente) en de buitengerechtelijke incassokosten zullen, als gegrond op de wet, worden toegewezen.
4.6
Poolstar is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiser01] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
108,41
- griffierecht
693,00
- salaris gemachtigde
792,00
(2,00 punten × € 396,00)
Totaal
1.593,41.

5.De beslissing

De kantonrechter
veroordeelt Poolstar om aan [eiser01] te betalen een bedrag van € 17.388,60, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over € 15.756,10 vanaf 12 oktober 2022 tot aan de dag van de volledige betaling;
veroordeelt Poolstar in de proceskosten, aan de zijde van [eiser01] tot dit vonnis vastgesteld op € 1.593,41;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Zander en in het openbaar uitgesproken op 21 juni 2023