Uitspraak
1.Het verdere verloop van de procedure
2.De feiten
Een paar weken geleden hebben we elkaar al gesproken over de diverse fouten die in jouw werk zitten waar we niet tevreden over zijn.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft eiser [eiser01], vertegenwoordigd door zijn gemachtigden mr. G.E. Hamer, mr. S.S. van Gijn en mr. A. Gavriilidis, een vordering ingesteld tegen gedaagde Poolstar B.V. De zaak betreft een geschil over de betaling van facturen voor werkzaamheden die [eiser01] heeft uitgevoerd in de periode van 18 januari 2021 tot en met 18 maart 2021. Eiser heeft verschillende opdrachten uitgevoerd voor Poolstar, voornamelijk de aanleg van zwembaden, en heeft hiervoor een bedrag van € 15.756,10 gefactureerd. Poolstar heeft echter nagelaten deze facturen te betalen en heeft eiser in gebreke gesteld wegens vermeende fouten in de uitvoering van de werkzaamheden.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Poolstar de ingebrekestelling niet correct heeft uitgevoerd, omdat er geen redelijke termijn voor herstel van de gebreken is gegeven. Dit is in strijd met de wettelijke vereisten zoals vastgelegd in artikel 6:82 van het Burgerlijk Wetboek. De rechter oordeelt dat eiser niet in verzuim is geraakt en dat Poolstar in verzuim is met de betaling van de facturen. De kantonrechter heeft de vordering van eiser toegewezen, inclusief de wettelijke handelsrente en de proceskosten.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat Poolstar B.V. wordt veroordeeld tot betaling van € 17.388,60 aan [eiser01], vermeerderd met de wettelijke handelsrente over het bedrag van € 15.756,10 vanaf 12 oktober 2022. Daarnaast is Poolstar veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 1.593,41. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 21 juni 2023.